Minor Circulaire Economie: het succes blijft groeien
Na 9 overvolle lichtingen kan de minor Circulaire Economie rustig een succes genoemd worden. Wat is er in de afgelopen tijd eigenlijk allemaal bereikt? Programmamanager Circulaire Economie en mede-initiator van de minor Frank Croes vertelt.
Het mag inmiddels geen verrassing meer zijn dat duurzaamheid hoog in het vaandel staat bij de HAN. Binnen het zwaartepunt Sustainable Energy & Environment (SEE) is er veel aandacht voor de circulaire economie. Sinds afgelopen jaar wordt, vanuit het Centrum Meervoudige Waardecreatie, een unieke master Circulaire Economie aangeboden. Ook binnen de minor Circulaire Economie die al een aantal jaar loopt, kunnen studenten alles te weten komen over de manier waarop organisaties zichzelf kunnen verbeteren op het gebied van duurzaamheid. Daarmee leren ze ook een structurele bijdrage te leveren aan meervoudige waardecreatie binnen die organisatie.
Frank, had je verwacht dat de minor zo’n succes zou worden?
“Gezien het enthousiasme van studenten voor het thema verwachtte ik het wel. De populariteit blijft groeien. We zijn nu 9 lichtingen verder en bieden de minor elk half jaar aan. Soms melden zich zoveel studenten aan dat 2 voltijdgroepen en 1 deeltijdvariant van start gaan. Ik denk dat dat komt omdat we geen ingeblikte casuïstiek aanbieden. We zijn altijd ‘buiten’: studenten en opdrachtgevers werken echt samen aan actuele vraagstukken. Dat slaat aan.”
Multidisciplinair werken is dus ook hier het toverwoord?
“Ja. De transitie naar een duurzame organisatie of samenleving heeft altijd consequenties voor meerdere disciplines. Het is voor studenten die de minor volgen belangrijk dat ze met andere studenten samenwerken: zo versterken ze elkaar en kunnen ze hun creativiteit verder ontwikkelen. Zo kunnen ze, wanneer ze uiteindelijk met de opdrachtgever samenwerken, echt met integrale oplossingen komen voor complexe vraagstukken.”
Dat uiteindelijke samenwerken met de opdrachtgevers zijn zogeheten ‘rode draad-projecten’. Wat zijn een aantal succesvolle projecten geweest?
“Een goed voorbeeld van een recent rode-draad project is het project Circulair Brood. Normaal wordt onverkocht brood van bakkers aan dieren gevoerd, maar binnen dit project wordt gekeken hoe dat brood in grote volumes kan worden opgehaald en weer teruggebracht kan worden tot een bestanddeel voor nieuw brood.”
Klinkt gemakkelijk.
“Maar dat is het dus niet! Je moet een sociale keten opzetten, draagvlak creëren, je moet nadenken over de product technische eigenschappen van brood, het logistieke proces én het hele kosten-batenplaatje. Je moet die hele keten sluitend maken. Daarom heb je studenten uit verschillende disciplines nodig om mee te denken over een haalbare oplossing: van studenten Food & Business tot studenten Logistiek Management. Momenteel wordt dit project getest. Technisch is het haalbaar, maar of het definitief doorbreekt, is nog niet duidelijk.”
Met welke projecten zijn al wel echte doorbraken behaald?
“Een pareltje vind ik persoonlijk het project voor Morgen Wonen: een bedrijf dat geprefabriceerde woningen maakt die op locatie in elkaar gezet worden. Zij zaten met een probleem met de betonnen panelen: er was geen manier om die in elkaar te zetten en uit elkaar te halen zonder ze te beschadigen. Onze studenten hebben een prototype bedacht voor een kunststof verankering waardoor dat wél kan. Dat hebben ze vrij ingenieus binnen een half jaar gedaan. Gewoon met de 3D-printer gemaakt hier op de campus. Het wordt nu door het bedrijf toegepast.”
Vooruit: nog één succesnummer dan.
“Een heel ander voorbeeld is het project in het dorp Hout-Blerick. Dat is een dorp in Limburg waar de vergrijzing toeslaat. Er zijn steeds meer eenpersoonshuishoudens in grote woningen, waardoor je de druk op winkelvoorzieningen toe zag nemen. Studenten kregen de vraag: hoe kunnen wij deze gemeenschap het beste doorontwikkelen zodat ze in 2025 een vitaal dorp zijn? Zij kwamen met de oplossing om bestaande woningen op te splitsen en te isoleren. Zo kan nieuwe woongelegenheid voor jonge starters worden gecreëerd en wordt het draagvlak voor voorzieningen in het dorp vergroot.”
Weer een typisch voorbeeld van het belang van multidisciplinair werken.
“Ja. Je ziet vooral hoeveel kanten er aan circulaire economie in het algemeen zitten. Hier keken studenten naar de sociale, maar ook naar de economische en ecologische kanten van planvorming. Op een gegeven moment kwamen studenten naar me toe en zeiden: ‘meneer Croes, de dorpsgemeenschap wil meer werkgelegenheid, meer groen én meer jonge gezinnen. Dat kán toch niet allemaal samen?’ Maar dat is nu precies het probleem waar de overheid zelf ook mee zit. Alleen door samen te werken en duurzame compromissen te sluiten, kom je tot een oplossing.”
Tijdens de speciale digitale editie van ‘innovatief congrestival’ The Future of Us op 11 september mocht Frank Croes met twee studenten meer vertellen over de minor Circulaire Economie. ‘Razende reporter’ Jan Douwe Kroeske ondervroeg hen erover.
Croes onderstreepte wat de minor anders dan andere opleidingen maakte. “Alle opleidingen besteden steeds meer aandacht aan circulariteit, maar wij doen het interdisciplinair over alle studies heen. Het gaat van energietransitie tot hoe je duurzaam bouwt. Van duurzame mobiliteit tot hoe je als wijk kunt verduurzamen, maar ook hoe je technologische innovatie kunt gebruiken om bedrijfsprocessen te verduurzamen.”
Aan student Maarten Pereboom vroeg Kroeske wat studenten extra inbrengen. “Ik denk dat wij als groep studenten een nieuwe blik hebben op de lopende zaken en dat we bij zo’n project er een snellere start aan kunnen geven.”
Tot slot mocht Croes nog vertellen wanneer hij zelf spreekt van een succes. “Wanneer er mooie ideeën worden geboren die ook daadwerkelijk in de samenleving worden gerealiseerd en dat het beleid dat studenten, het bedrijfsleven en de overheid bedenken, leidt tot concrete innovatie.”