Augmented reality maakt onderwijs beter
Symbolen die zweven boven de hoofden van je leerlingen en aangeven of er problemen zijn? Met behulp van augmented reality kan het. Anne Horvers van het HAN-lectoraat Leren met ict onderzocht de waarde ervan in het onderwijs.
De klas zit rustig te werken op hun tablet. De leraar kijkt rond en ziet boven de hoofden van haar leerlingen symbolen zweven. Zo kan ze zien waar een leerling vastloopt of problemen heeft met de oefeningen in het online programma. Science fiction? Nee hoor. Met behulp van Google Glass kan dit al. Ook in het online afstandsonderwijs. Anne Horvers is onderzoeker bij het lectoraat Leren met ict en onderzocht de waarde van augmented reality in het onderwijs.
Wat voegt AR toe aan digitaal onderwijs?
Horvers: “Tablets zijn niet meer weg te denken uit het onderwijs. Een groot deel van de basisschoolleerlingen, zo’n 250.000 kinderen, werkt al op tablets. Dat doen ze bijvoorbeeld met een adaptieve methode als Snappet of Gynzy. Zo’n systeem past zich aan aan het niveau van de leerling. Er zit een algoritme achter dat bepaalt hoe goed een leerling is. Zodat hij of zij op eigen niveau de volgende opdracht krijgt aangeboden. Dit wordt vooral gebruikt bij taal en rekenen.” Kan augmented reality (AR) nog echt iets toevoegen aan dat digitale onderwijs? Dat onderzocht Horvers, samen met andere onderzoekers, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW). Horvers: “Het antwoord is: ja! Over het algemeen hebben toepassingen met AR een positief effect op het leren van kennis en het aanleren van vaardigheden.”
Augmented reality verrijkt het leren met beeld
Horvers: “We wisten al dat kinderen beter leren als je tekst en beeld tegelijk aanbiedt. AR kan dat beeld toevoegen. Je richt je telefoon ergens op en dan verschijnt er iets op je scherm. Een verrijking van wat je in het echt al ziet. Een andere, misschien onverwachte uitkomst is dat leerlingen efficiënter leren met AR. Ze ervaren minder cognitieve belasting als ingewikkelde onderwerpen worden uitgelegd met animaties en modellen.” Horvers gaat op basis van deze conclusies verder met onderzoek, samen met studenten van de Radboud Universiteit. “Zij gaan een AR-dashboard bouwen en ermee experimenteren in de klas.”
AR met en zonder markers
Voor docenten en leraren zijn er al veel gratis tools op de markt om zelf een AR-toepassing te bouwen. Dat licht Horvers graag toe: “Het is goed om te weten dat er twee soorten toepassingen zijn: met en zonder markers. De ene toepassing werkt met markers: dan richt je je telefoon ergens op en verschijnt er een animatie in beeld. Je kunt zo je klaslokaal omtoveren tot een speurtocht. Maar dat kan ook buiten de school natuurlijk. De andere toepassing werkt zonder markers. Dan is het locatie-gebaseerd, op basis van je gps-systeem: zodra je in de buurt komt, krijg je een pop-up.”
Ik word hartstikke enthousiast van nieuwe technologie als AR. Maar we moeten ook stilstaan bij wat het betekent voor privacy en dataverzameling. En hebben we de eventuele negatieve invloed wel goed in beeld: hoe worden prestaties beïnvloed als leerlingen weten dat de leraar continu meekijkt? Bij elke stap die je zet, moet je je afvragen: willen we deze richting op?
En de privacy dan?
Horvers is zich er zeer van bewust dat je met adaptieve leertechnologie al grenzen van privacy verlegt: “En AR gaat nog een stap verder. Aan de ene kant word ik hartstikke enthousiast van nieuwe technologie. Maar we moeten ook stilstaan bij wat het betekent voor privacy en dataverzameling. Google classroom is gratis, maar je betaalt in data aan Google. Moet je dat willen? Hoe waarborgen we de privacy? En hebben we de eventuele negatieve invloed wel goed in beeld: hoe worden prestaties beïnvloed als leerlingen weten dat de leraar continu meekijkt? Bij elke stap die je zet, moet je je afvragen: willen we deze richting op?”
Smart education: bedenk goed wat de gevolgen zijn
Anne Horvers werkt als onderzoeker bij de HAN en de Radboud Universiteit. Ze bestudeerde voor het lectoraat Leren met ict of augmented reality het onderwijs echt beter maakt. In het lectoraat werkt men onder andere aan smart education. Voor het onderwijs in het algemeen en natuurlijk voor het onderwijs op de HAN zelf. Smart education betekent dat technologie slim en doelgericht wordt ingezet. Horvers heeft hier wel een belangrijke kanttekening bij: “Bij smart education is het belangrijk dat de leraar en het team de consequenties van innovaties met ict goed overzien en overdenken. En daar kunnen wij hen bij helpen.”