Christien Lokman over de toekomst van SEE
Het wemelt bij het HAN-programma Sustainable Energy & Environment (SEE) altijd van de plannen, ideeën en wensen. Christien Lokman, programmamanager SEE, kijkt terug en blikt vooruit. “Onze multidisciplinaire aanpak slaagt op een aantal punten al heel goed, zoals bij Wijkgerichte Energietransitie. Da
Christien Lokman is lector Biodiscovery en programmamanager Sustainable Energy & Environment (SEE). Er gebeurt veel bij SEE. Op het Industriepark Kleefse Waard (IPKW) werd het Waterstoflab geopend en er zijn plannen voor een Innovatielab. Ook is de master Circulaire Economie start gegaan. Lokman: “Er gebeurt inderdaad veel binnen SEE. Met de 3 programmalijnen Wijkgerichte Energietransitie, Waterstof en Mobiliteit en Biomassa voor Energie en Grondstoffen zijn we heel goed van start gegaan.”
Multidisciplinair is binnen SEE een sleutelwoord. Hoe moeilijk is dat om voor elkaar te krijgen?
“Meerdere instituten bij elkaar brengen is altijd lastig. Toch maken we daarin grote slagen. Dat ziet de buitenwereld ook echt. We krijgen steeds meer financiering voor onze expertise en onderzoeken. Dat organisatorische deel vond ik het meest ingewikkeld. En dan moet je dat multidisciplinaire ook nog binnen je eigen onderwijs voor elkaar zien te krijgen. Dat lukt steeds beter. We structureren binnen de SEE heel goed. Daardoor creëren we tijd om nieuwe initiatieven te stimuleren. Daarnaast hebben we het team aardig uitgebreid. Met alle doelstellingen die we hebben, is het fijn als meer mensen verantwoordelijkheid hebben. Dan hoef ik ook niet meer alles zelf in de gaten te houden. Want het is het steeds meer een complexe spaghetti van allerlei zaken. De verbinding tussen alle partijen zal in de toekomst steviger worden.”
En daardoor is multidisciplinaire samenwerking ook weer makkelijker?
“Ja. Een voorbeeld is het verbeteren van de warmtepomp. Deze moet stiller, kleiner en goedkoper. Daar zijn we hard mee bezig. Het is mooi als je met een goedkopere warmtepomp huizenbezitters over de streep kan trekken te investeren in duurzaamheid. Dat is in lijn met het programma Wijkgerichte Energietransitie. Voilà, de multidisciplinaire aanpak! Wat ik dan leuk vind, is dat docent-onderzoekers spontaan vragen of SEE meewerkt aan de landelijke subsidieaanvraag. Het loont om dit soort initiatieven te stimuleren omdat we veel financiering terugkrijgen voor een goedgekeurd project. Dan creëer je een sneeuwbaleffect: want dan kunnen wij weer kennis opbouwen en onze studenten daarin meenemen.”
Dit is wat mij drijft: dat multidisciplinair werken aan energie- en klimaatvraagstukken vanuit onderzoek, onderwijs en ondernemers makkelijk en doodnormaal en is. Want dan kun je als SEE zeggen: we zijn écht geslaagd in wat we wilden doen.
De aanpak werkt dus goed?
“Dat zien we nu vooral bij Wijkgerichte Energietransitie. Daarin kunnen we echt laten zien hoe je het technologische met het sociale kunt verbinden. Ik denk dat we daar als HAN uniek in zijn: we denken bij zo’n project niet alleen aan het technologische, maar ook aan het sociaal-maatschappelijke en economische vraagstuk. We zitten bij zo’n project op het raakvlak van onze drie zwaartepunten. Dan ben je echt wel toekomstbestendig bezig. Zoals ook met de eerstejaarsmodule Slim, Schoon en Sociaal. Daarin komen de 3 zwaartepunten van de HAN, Smart Region, Health en SEE samen. Met de moduele creëren bij studenten hoe ze eigenlijk in de wereld staan. Daarbij is onze Green Office ook heel belangrijk: er worden steeds meer studenten betrokken bij allerlei bewustwordingsacties. Al heb ik het idee dat jongeren zich al heel erg bewust zijn dat het duurzamer moet.”
En hoe zit het met de toekomstige plannen in de regio?
“We tuigen in de regio een groot innovatieprogramma rond energie op. De activiteiten daarvoor vinden plaats in een Innovatielab. Dit innovatielab zetten we samen op met de provincie, de gemeente, het IPKW en bedrijfsleven uit de energiesector. Dat gaat een hele belangrijke doorbraak voor SEE worden, want daar kun je pas écht grote slagen maken. Daarin krijgen ook de hybride leeromgevingen een plek. Steeds meer partijen, bedrijven en gemeenten omarmen het. Dit is wat mij drijft: dat multidisciplinair werken aan energie- en klimaatvraagstukken vanuit onderzoek, onderwijs en ondernemers makkelijk en doodnormaal is. Want dan kun je als SEE zeggen: we zijn écht geslaagd in wat we wilden doen.”