Flexibel HBO-onderwijs

Experimenteren met themaroutes

waterstofmoleculen

Wil het hbo anticiperen op maatschappelijk relevante ontwikkelingen, dan moet een gedeelte van het onderwijs flexibel zijn. In dat flexibele deel doen studenten bijvoorbeeld ervaring op met thema’s die belangrijk zijn voor de energietransitie.

Het Nederlandse Klimaatakkoord, dat in 2019 gepresenteerd werd, staat vol ambitieuze doelen. Neem het thema waterstof. In 2025 kan grofweg ‘75.000 ton waterstof geproduceerd worden’. Dat is genoeg om 600.000 auto’s een heel jaar te laten rijden. Het is een van de vele afspraken die in het document staan. 

Energie-ambities hebben consequenties voor het onderwijs. Als nieuwe energiedragers en -technologieën in Nederland een opmars maken, dan zijn er professionals op hbo-niveau nodig die daar verstand van hebben. Dat geldt voor waterstof, maar ook voor andere veranderingen in de energiehuishouding.

De aandacht voor waterstoftechnologie explodeert. En daarmee ook de behoefte aan mensen met kennis van zaken.

Flexibel onderwijs is noodzakelijk

Als we willen dat onderwijs aansluit op deze actuele ontwikkelingen moet het niet in steen gebeiteld zijn, vertellen Jan Oosting, programmalijnmanager bij SEECE, en Tanja Tankink, onderwijskundig beleidsmedewerker op de HAN. ‘Als je je wilt verbinden met maatschappelijk relevante vraagstukken, en dat is de rol van een university of applied sciences, dan moet je een flexibel curriculum hebben’, zegt Oosting.

Om bij waterstof te blijven: deze energiedrager is tegenwoordig het gesprek van de dag. Of het nu gaat over waterstof als conversiemedium, opslagmedium of brandstof voor voertuigen. ‘In 3 jaar tijd is het helemaal gekanteld’, zegt Oosting. ‘De aandacht voor waterstoftechnologie explodeert. En daarmee ook de behoefte aan mensen met kennis van zaken.’ 

Snelle ontwikkelingen

Dit soort ontwikkelingen zijn niet te verankeren in vaste curricula. ‘Heb je een dichtgetimmerd curriculum dat voor 4 jaar vaststaat, dan ben je ontzettend lang bezig als dat te veranderen.’ Daarom is het belangrijk dat een deel van het curriculum flexibel is en studenten kunnen kiezen voor thema’s die op dit moment van belang zijn. 

Zo hebben techniekstudenten van de HAN nu al de mogelijkheid om op actuele ontwikkelingen in te spelen. Oosting: ‘Kijk je naar de academie Engineering en Automotive, dan is het uitvoeren van projecten een fors onderdeel van hun studie.’ Engineeringstudenten werken aan opdrachten voor bedrijven, doen projecten voor onderzoeksgroepen, kunnen hun eigen minor kiezen en lopen stage bij bedrijven. 

Themaroutes voor studenten

Om te zorgen dat studenten expertise ontwikkelen, experimenteren het HAN-zwaartepunt Sustainable Energy & Environment en SEECE met themaroutes. Studenten worden gemotiveerd om een substantieel deel van hun studiepunten te halen met activiteiten die passen bij een bepaald thema. Voor 1 van die thema’s loopt inmiddels een pilotproject: Themaroute Waterstoftechniek. 

Er is op veel expertise op het thema waterstof bij de HAN. ‘We hebben 3 lectoraten waarin waterstof een belangrijke rol speelt: Duurzame Energie, Meet- en Regeltechniek en Automotive Research’, zegt Tankink. Studenten van de HAN doen daarnaast al jaren mee aan de Shell Ecomarathon, een wedstrijd voor energiezuinige waterstofvoertuigen. Ook opende de HAN eind 2019 een waterstoflab. Kortom: genoeg mogelijkheden om waterstofkennis te vergaren.

De rol van waterstofbedrijven

Bedrijven spelen ook een belangrijke rol in de ervaring die studenten met waterstof opdoen. Ze werkten bijvoorbeeld met SEECE-partner HyMatters mee aan een waterstofsysteem dat het elektriciteitsnet balanceert.  

Studenten die voldoende ervaring opdoen met waterstoftechniek worden aan het eind van hun opleiding beloond met een door de beroepsprakijkt onderschreven certificaat. Het document wordt mede uitgegeven door de Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie (NWBA), waarbij tientallen waterstofbedrijven zijn aangesloten. 

Aansluiting onderwijs en werkveld

Het certificaat kan de waarde van afgestudeerde hbo’ers op de arbeidsmarkt vergroten. William van Niekerk, voorzitter van de NWBA, zegt hierover: ‘Waterstof is een ideale grondstof voor de energietransitie. Een opleiding die je leert om de technologie die daarbij hoort te ontwerpen, te maken en te onderhouden is daarom heel waardevol voor jezelf, de organisaties waar je ermee aan de slag kunt en de maatschappij.’ 

De themaroutes passen in een bredere ontwikkeling van de HAN; de hogeschool spitst zich steeds meer toe op specifieke thema’s en samenwerking met het werkveld. In 2016 koos de hogeschool een aantal zwaartepunten, waaronder Sustainable Energy & Environment. Op dat zwaartepunt ontwikkelt zich onder andere energie-expertise, parallel aan het opleiden van studenten op hbo- en masterniveau.

Leren als organisatie

Het zijn dus niet alleen de studenten die leren met deze strategie. De combinatie van kennisontwikkeling en kennisoverdracht brengt ook een leercurve voor de organisatie met zich mee. Tankink: ‘We moeten nog beter leren hoe we studenten kunnen begeleiden in vraagstukken waar niemand de oplossing voor heeft. Dat vraagt om onderzoekend vermogen en een perspectief dat verandert van “uitleggen hoe het zit” naar “hoe zorgen we samen dat iemand leert functioneren als een toekomstbestendige professional?”