Op glad ijs
Meike Geurtsen, 2e-jaarsstudent, is een grensverkenner. Ze gaat het avontuur aan én blogt erover. Deze keer vergelijkt ze schaatsen met studeren. Je kunt niet oneindig oefenen op het droge, is haar conclusie. Begeef je eens op glad ijs!
"Het inkomende nieuwsbericht ‘Streng winterweer op komst’ heb ik nog maar net verwerkt, als er een verhitte dialoog losbarst. De International Week is in volle gang en ik ben verzeild geraakt in een online gesprek over oorzakelijkheid. Het gevolg daarvan is dan nog onbekend. Er beginnen wat Engelsen uitgebreid te vertellen over evidence based practice en persoonsgerichte zorg. Over dat dezelfde kenmerken en symptomen verschillende oorzaken kunnen hebben. En dat het kritisch kunnen waarnemen van oorzaak-gevolg-relaties relevant is voor het handelen wat daarop volgt.
Je begrijpt, al snel hark ik alle onbegrepen zinnen bij elkaar op wat notitieblaadjes. Het wordt een kwestie van ‘aanhaken en bijblijven’. Na anderhalf uur krijgt het theoretische gesprek plots een praktische wending: “Hoe gaan we om met complexiteit binnen het onderwijs?” Gezondheidsproblematiek is vaak complex van aard, terwijl de lesstof vaak stukje voor stukje wordt aangeboden. Is dat eigenlijk wel handig? Nee, is het antwoord van een aantal studenten uit verschillende landen.
De 1e-jaarsstudenten vlogen er onbevangen in. Ze hadden geen idee wat ze precies moesten doen. Maar ze beschikten blijkbaar over genoeg talent en basisvaardigheden, om tijdens het gesprek tot de juiste antwoorden te komen.
Het herinnert me aan een tafereel, eerder dit studiejaar. Zowel de 1e-jaars- als de 2e-jaarsstudenten Fysiotherapie kregen een onbekende persoon voor zich. De taak? Een gesprek voeren en erachter komen waarvoor deze ‘patiënt’ is gekomen. Eerst gingen de 1e-jaars in gesprek, daarna waren de 2e-jaars aan de beurt.
Wat bleek? De 1e-jaars, de nieuwkomers, konden aan het eind van het gesprek een uitgebreidere conclusie trekken dan de 2e-jaars. De 2e-jaars hadden zich in het 1e jaar zo verdiept in verschillende, losstaande onderwerpen en die in hokjes geplaatst, dat ze de hokjes niet meer bij elkaar konden voegen. De samenhang, de mens, was haast vergeten. De 1e-jaars vlogen er onbevangen in en hadden geen idee wat ze precies moesten doen. Ze beschikten blijkbaar over genoeg talent en basisvaardigheden om tijdens het gesprek tot de juiste antwoorden te komen.
Intussen ligt er overal ijs. Net als veel Nederlanders laat ik geen kans onbenut om daarvan te genieten. Ik stap het ijs op en even overrompelt het me. Ik verlies mijn balans! Door wat vlugge slagen weet ik mezelf weer bij elkaar te harken. Om me heen zie ik hetzelfde gebeuren. Hoe heb ik eigenlijk leren schaatsen? Daar herinner ik me niets meer van. Eenmaal thuis vraag ik het. “Nou, we zetten je op ijzers, en op enig moment had je wel door wat je op het ijs moest doen”, klinkt mijn vader nuchter.
Je kunt niet oneindig oefenen op het droge. Als je je in een onbekende, complexe omgeving begeeft, ga je zelf een oplossing zoeken voor een probleem.
Nieuwe kennis stukje voor stukje in hokjes plaatsen, is geen wondermiddel voor ingewikkelde toestanden. Je kunt niet oneindig oefenen op het droge. Als je je in een onbekende, complexe omgeving begeeft, ga je zelf een oplossing zoeken voor een probleem. Onbewust. Soms is het nodig je op glad ijs te begeven. Je kukelt vervolgens bijna 100 keer om en dan glijd je een stukje, nog langzaam. Je probeert het nog eens, harkt met je benen en weet jezelf overeind te houden. Je glijdt en zet met kracht af. Je schaatst! Schaatsen leer je simpelweg door de ijsvlakte op te stappen. Ik zie een oorzakelijkheid. Gelukkig is er geen vorst nodig om je eens op glad ijs te begeven."