De Wet van Sinterklaas
Oud genoeg om te weten wie je bent. Jong genoeg om door te willen leren. Dat geldt zeker voor onze jubilarissen! Tijdens dit jubileumjaar, waarin de HAN 25 jaar bestaat, laten we ze aan het woord. Deze keer: Ruud Kroes, creatief vakdocent Sociaal Werk, over de Wet van Sinterklaas.
Ruud is naast docent ook redactielid van Rosa en AR-lid bij de Academie Mens en Maatschappij. Als er iemand is die het archetype van de HAN vertegenwoordigt, dan is hij het. Noem hem gerust de verpersoonlijking van de ontdekker, voortdurend nieuwsgierig, vooral ook naar het gedrag van mensen. Het leven is chaos, een grote ontdekkingstocht die je kansen biedt waar je later profijt van hebt.
Neem nu zijn studie Cultuur en Godsdienstpsychologie. Geen opleiding voor een glanzende loopbaan. De meesten werden kroegbaas, of bleven werkloos. Hij deed aan theatersport en volgde een docentopleiding Maatschappijleer. “In het café sprak ik een docent SPH”, begint Ruud Kroes. “Dat heet nu Social Work. Die zocht een nieuwe collega. Ken je de Wet van Sinterklaas? Mensen die niets vragen worden overgeslagen… Zo werkte ik een tijdlang als invaldocent Spel en Creativiteit.”
25 jaar bij de HAN. Wat is je 1e herinnering?
“Herinner je je die serie uit de 80-er jaren over die dansschool in de VS, Fame? Aan de Nijmeegse Groesbeekseweg was de sfeer in het toenmalige Nebo-klooster niet veel anders. Als docent kreeg je veel meer professionele ruimte om te experimenteren met creativiteit. Ik ging met een collega creatieve schrijfoefeningen doen in de natuur. Schrijfwandelen noemden we het. Er kwamen studenten op af die enthousiast werden over wat je allemaal met taal kan doen. Jongelui speelden gitaar op de gangen.”
Hoe ging het verder?
“Bij Social Work ben ik nu creatief vakdocent. Samen met een collega bedacht ik nieuwe vakken: Taal en Verhaal en Creatief Ontwerpen. Ook ben ik werkzaam in de minor Zingeving in Social Work. Daarnaast zit ik in de Academieraad en in de redactieraad van Rosa. Mijn 10 jaar durende ervaring als voormalig Sensor-redacteur, de voorloper van SAM, heeft daarbij geholpen. Ik geloof er sterk in dat je de dingen moet doen die je interessant vindt. Die moet je gaan verbinden, net als Steve Jobs deed. Hij stelde voor je ervaringen en kennis met elkaar te verbinden, zodat er iets nieuws kan ontstaan. Hij noemde dat connecting the dots. Het vrijwilligerswerk dat ik vroeger deed voor allerlei buurtkrantjes heeft me werk opgeleverd. Dat had ik vooraf niet bedacht. Dat gebeurt gewoon. Vaak wordt gedacht: als ik dit doe, word ik dat. Maar het leven is chaos. Iets kan geen nut hebben, maar wel zin.”
Wat heb je geleerd?
“Hoe je creativiteit, spel en experimenteren kunt inzetten in de hulpverlening en hoe je dit kunt onderbouwen met literatuur en onderzoeken. Ook heb ik geleerd zingeving in sociaal werk zichtbaar te maken. Sommige vragen in het leven kun je niet oplossen. Stel, iemand verliest zijn kind en vraagt zich af waarom hem dat overkomt. Hulpverleners zijn in de regel niet gewend met dat soort vragen om te gaan, ze weten die gesprekken geen zin te geven.”
Wat geef je studenten mee?
“Dat ze nadenken over de richting die ze aan hun leven willen geven. Ze staan onder druk om hun passie te ontdekken, om iets te worden. Sommigen zeggen oprecht: ‘Ik heb geen passie!’ Geef ze de ruimte om dat te ontdekken. Geef ze de ruimte te ontdekken wat ze zelf belangrijk vinden en in welke mate. Gewoon maatschappelijk betrokken zijn is ook prima.”
“Creativiteit is een enorm krachtige manier om mensen enthousiast te krijgen. Ik word steeds meer geraakt door jonge mensen. Vroeger keek ik technischer tegen het onderwijs aan. Maar nu laat ik me makkelijker raken. De meeste studenten deugen. We organiseren nog teveel vanuit wantrouwen, met dichtgetimmerde toetssystemen. Daar moeten we vanaf.”
Hoe zie je de toekomst?
“Ik wil me graag nog meer verdiepen in zingeving en creativiteit. Creativiteit zetten we vaak als een instrument in. Terwijl het een bron van zingeving is, net als kunst en natuur dat zijn. Daar wil ik dieper op ingaan. Ook wil ik een boek schrijven over de manier waarop je schrijven en vertellen kunt inzetten in de hulpverlening.”
Wat is jouw ‘eigenwijsheid’?
“Ik ben een generalist en word steeds meer een specialist, houd ervan grote verbanden te zien, filosofeer graag en word gedreven daar praktisch mee om te gaan. Ik houd van experimenteren en uitproberen. Nieuwe dingen doen op een onverwachte, soms gekke manier. Meer van het vonken dan het vinken. Liever studenten opleiden die wat eigenwijs zijn en dingen op hun eigen manier durven te doen, dan gehoorzame taak-aapjes die protocollen volgen.”