Mierennest
Meike Geurtsen, 2e-jaarsstudent, is een grensverkenner. Ze gaat het avontuur aan én blogt erover. Deze keer vergelijkt ze de HAN met een mierennest. Het krioelt weer, en ja, daar moet ze wel even aan wennen.
"Ik zit op een bankje. De zon schijnt. De zitplaatsen boven de fietsenstalling van Kapittelweg 33 zijn bijna allemaal bezet. Er zitten studenten van verschillende opleidingen, en elke keer barst er wel ergens gelach uit. Het is het lang geleden dat ik zo ontspannen heb zitten wachten.
Langzaam dwaal ik af naar de tegels op de grond. Mijn oog valt op een klein beestje. Meditatief volg ik een mier die van hot naar her loopt. Ik zie hoe de mier tegel voor tegel verder kruipt, zich weer omdraait en op zoek gaat naar een andere opening tussen twee stenen. Haar soortgenoten zie ik niet. Als ik de overige tegels scan op mogelijke verschijnselen van een kolonie, word ik onderbroken.
Mijn studiegenootje is weer terug en het is tijd om aan de slag te gaan. De laatste loodjes van het studiejaar. We ronden de laatste documenten af voor in ons portfolio. Wat onwennig probeer ik mij te focussen, met al dat geklets op de achtergrond. Hoe doe je dat ook alweer, jezelf afsluiten voor je omgeving? Het is echt lang geleden dat er hier zoveel mensen waren. Gek, dat ik daaraan moet wennen en dat het tegelijkertijd meteen weer vertrouwd voelt.
Hoe doe je dat ook alweer, jezelf afsluiten voor je omgeving?
We zijn buiten blijven zitten, zoals wel vaker de laatste tijd. Het gedoe in de kantine, waar maar een paar mensen in mogen, of erin en eruit lopen vanwege te weinig ruimte, is makkelijk te vermijden. Waarom zou je je tijd verdoen tussen 4 benauwde muren, als je buiten alle ruimte hebt?
Het uitzicht op het groen doet ons goed. De vogeltjes fluiten je aanmoedigend toe. De wolken die je eraan doen herinneren dat alles voorbij gaat, ook dat ene tentamen. En, als je met je zonnebril de studieboeken in duikt, zie je het studerende leven zowel letterlijk als figuurlijk door een andere bril. Iets buiten doen, geeft pas echt ruimte. Zo typ ik mijn laatste zinnen toch ineens een stuk sneller dan verwacht. Ik klap mijn laptop dicht en kijk naar beneden.
De eenzame mier is niet meer te bekennen, terwijl de HAN is veranderd in een mierennest. Het krioelt weer, eindelijk."