"Mijn stotteren verdween haast meteen toen ik het accepteerde! Ongelofelijk!"
Je stotteren overwinnen, met dyslexie een boek erover schrijven én andere stotteraars daarmee helpen? HAN-student Mylan ter Vrugt (Finance & Control) heeft precies dat gedaan! In dit interview lees je over zijn verleden, zijn boek Ik stotter(de) en meer!
Een pittige middelbareschooltijd
“Ik stotterde eigenlijk al sinds ik kon praten. Maar op de middelbare school werd dat erger. Ik dacht ‘als ik niet praat kan ik ook niet stotteren’”, vertelt Mylan. Zo ontwikkelde hij allerlei copingstrategieën om zijn stotteren slim af te zijn: “ik verschuilde mij achterin de les en sloot mijzelf buiten. Juist om situaties waarin ik stotterde te vermijden. Ik had 0,0 behoefte om daarover te praten. Ik ging wel naar een logopedist, maar dat schoot niet op. Ik zei altijd dat het wel goed met mij ging, maar ik ervoer juist heel veel druk in sociaal contact.”
Waarom zou ik mijzelf überhaupt ergens druk om maken waarop ik geen invloed heb?
De overwinning
Gelukkig voor Mylan is het daar niet bij gebleven. Een halfjaar geleden kwam de omslag: “Nu heb ik het stotteren leren accepteren als onderdeel van mezelf. En toen ik dat eenmaal echt accepteerde, ging het stotteren haast meteen weg! Ongelofelijk!”, vertelt Mylan enthousiast. Daar ging wel een heel proces aan vooraf: ”voor mij was het een soort mentaal spelletje. Ik leerde positiever denken. Boeken over het bouwen aan een positieve mindset hebben mij daarbij ontzettend geholpen. Ik volgde suggesties uit de boeken op en leerde dingen te accepteren zoals ze zijn. Waarom zou ik mijzelf überhaupt ergens druk om maken waarop ik geen invloed heb?
Bovendien heb ik mezelf geleerd uit mijn comfort zone te stappen door steeds weer nieuwe uitdagingen aan te gaan. Dat ik dacht ‘van hé, laat ik die eens aanspreken’. Dag voor dag trainde ik mezelf om met mijn angsten om te gaan.”
Een boek schrijven
Mylan heeft nog meer tools toegepast: “Schrijven heeft ook ontzettend geholpen om mij bewust te maken van het stotteren. Dat schrijven begon met een dagboekje. Maar al vrij snel schreef ik het met een insteek van ‘ik wil hier uiteindelijk ook anderen mee kunnen helpen’. Toen ik het uitgewerkt had vorig jaar, ging ik flyeren in mijn dorp. Er was veel belangstelling voor het boek en ik had meteen 100 boeken verkocht na het flyeren! Even later bracht ik de boeken op m’n fiets bij iedereen persoonlijk langs.”
Hij kreeg enorm veel positieve reacties op het (aanvankelijke) boek, maar kon er ook wat hulp bij gebruiken: “Ik ben dyslectisch, dus er zaten hier en daar wat foutjes in. Iemand die het boek had ontvangen, had alle foutjes digitaal gemarkeerd. Dat was heel fijn! Echt blij met dat de mensen om mij heen mij daarmee konden helpen. Ik wilde een kort boekje schrijven. Ik dacht dat dat jongeren beter aan zou spreken dan hele boekwerken; daar had je op mijn zestiende ook niet mee aan moeten komen. Dus ik had zoiets van het moet wel minder zijn dan 100 pagina’s. Uiteindelijk is het boekje 82 pagina’s geworden. En het is nu te koop!”
Echt heel mooi hoe ik anderen hiermee kan helpen!
Ik stotter(de)
En wat staat er allemaal in het boek? “In het boek ga ik op al mijn ‘stottersituaties’ in. Ik omschrijf wat ’t allemaal met mij deed. Gaandeweg zie je mij mijn stotteren overwinnen. Dat begon dus al met mijn denken te veranderen, maar ook bijvoorbeeld het gebruik van stopwoordjes te vermijden. Die stopwoordjes gebruikte ik dan om van het stotteren af te komen, bijvoorbeeld een hele lange ‘euh’ te laten vallen. Nu ben ik zover dat het mentale stuk voor mij wel klaar is. Ik heb het geaccepteerd voor wat het is, en ik kijk vooral hoe ik nu anderen ermee kan helpen.”
Mylan doet er een hoop naast! “Nu begeleid ik allerlei mensen met hun stotteren. Sommigen lopen een leven lang rond met die klachten! Wel beetje apart soms dat bijvoorbeeld een 40-jarige mij om hulp vraagt met zijn stotteren, maar het voelt ook wel weer goed. Ik praat regelmatig over mijn ervaringen bij de stottervereniging. Echt heel mooi hoe ik anderen hiermee kan helpen! Ik weet nog niet of ik hier later iets mee wil doen, maar ik vind het al fijn dat ik betekenisvol kan zijn voor andere stotteraars in het overwinnen van hun stotteren!”