Sociaal werkers gaan stress tijdens agressiesituaties te lijf
Sociaal werkers krijgen regelmatig te maken met zowel fysieke als verbale agressiesituaties in hun werk. Logisch dus dat ze hierop getraind worden. Maar wat blijft er van die aangeleerde vaardigheden over, als je in een dreigende situatie onder hoogspanning staat?
Blijf je helder nadenken of verlamt het je? Biedt de aangeleerde ademhalingsoefening soelaas of raak je de controle kwijt? Wat is de ervaring van sociaal werkers met dergelijke stress en op welke manier beïnvloedt dit het professioneel handelen?
Bij een aantal beroepsgroepen is hier onderzoek naar gedaan, maar voor sociaal werkers - die vaak te maken hebben met allerhande vormen van agressie - is dit relatief nieuw. Niek Maassen: "Ik wil met mijn onderzoek nieuwe kennis en inzichten krijgen en daarmee de praktijk verbeteren, zodat het voor de sociaal werker en de omgeving veiliger wordt om in te werken."
Waarom dit onderzoek?
Niek is docent bij de opleiding Social Work en had altijd het gevoel dat er iets ontbrak in de agressietraining voor sociaal werkers. “Het is algemeen bekend dat agressie voor veel sociaal werkers een spannende aangelegenheid is, waarvan ze stress ervaren. Dit noemen we acute stress. Er is de laatste jaren meer aandacht voor, maar we weten eigenlijk niet hoe deze stress het handelen van een sociaal werker beïnvloedt als hij een situatie moet de-escaleren.”
Uit onderzoek is bekend dat veel aangeleerde vaardigheden tijdens een stressvolle situaties bij sociaal werkers verloren gaan. “Hierdoor ‘vergeten’ ze wat ze geleerd hebben in een training en kunnen ze nog meer in de problemen komen. Geen prettige situatie voor jezelf - en de ander - als je de boel juist moet kalmeren. Tijd dus om te onderzoeken en wat dit voor de sociaal werker betekent.”
Verwachtingen
In de komende 4,5 jaar gaat Niek in zijn promotietraject onderzoeken en wetenschappelijk vastleggen hoe de sociaal werker dit soort acute stress ervaart en in hoeverre deze stress het handelen - negatief óf positief - beïnvloedt. Bovenal wil hij uitvinden wat je kunt doen om beter te leren omgaan met de stress die wordt ervaren in een agressiesituatie.
Niek weet: “Op dit moment creëren we zowel tijdens de opleiding als in het werkveld met alle goede bedoelingen vaak een stressarme trainingsstructuur. De agressietraining vindt dan bijvoorbeeld plaats in een leeggeruimd zaaltje.” Dat is totaal anders dan de natuurlijke omgeving van de sociaal werker. Die bevindt zich op een woongroep, in een gevangenis of kleine spreekkamer. “Ik zou de trainingscondities zo willen inrichten dat de sociaal werker aan alle kanten getriggerd wordt. Dus juist wel in hoge stresscondities trainen, zodat je de emotie realistisch mee kunt nemen naar de echte situatie.” Vooruitlopend schetst Niek: “Met virtual reality kun je bijvoorbeeld realistische scenario’s nabootsten die je stress omhoog laten gaan.”
Ik zou de trainingscondities zo willen inrichten dat de sociaal werker aan alle kanten getriggerd wordt. Dus juist wel in hoge stresscondities trainen.”
Strafschop
De politie is een beroepsgroep die al langer traint in lage- en hoge stresscondities. Voor deze beroepsgroep is veel literatuur aanwezig over trainen onder stress, maar voor de sociaal werker helemaal niet. “Behalve naar de politie kijk ik ook naar defensie en topsporters.” Niek geeft als voorbeeld: “bij penalty’s moet je ook de stress reguleren. Het betreft weliswaar een andere context, maar als topsporter ervaar je op dat moment hetzelfde: acute stress.”
Aanpak onderzoek
“In mijn 1e studie kijk ik daarom over de schutting bij andere beroepsgroepen. Zo wil ik achterhalen welke elementen uit trainingen ik kan meenemen naar sociaal werk.” In een 2e studie toetst Niek hoe sociaal werkers agressiesituaties ervaren en op welke wijze ze acute stress ervaren. Dat doet hij aan de hand van een vragenlijst. “Soms framen sociaal werkers agressie als iets wat hoort bij hun taakuitvoering. Hierdoor kan het zijn dat ze geen of juist heel veel stress ervaren maar er niet over (willen) praten. Ik ga vragen hoe ze een spannende situatie ervaren en hoe ze vinden dat ze daarop in de huidige trainingen worden voorbereid.”
In de 3e studie knoopt Niek de 2 studies aan elkaar. “In een zogenaamde observationele studie wil ik kijken wat sociaal werkers echt in een situatie doen. Ik breng daarbij de sociaal werker op spanning en kijk hoe hij reageert. Wat blijft er op zo’n moment aan vaardigheden die ze in een training hebben gekregen overeind? Ik ben benieuwd hoe de sociaal werker zijn stress kan managen voordat hij kan handelen. Dan weet je weer een stukje beter hoe een training daaraan kan bijdragen.”
The heat of the moment
“De laatste studie in mijn traject is een quasi-experiment”, vervolgt Niek. “Er komt een standaardtraining die nu in het werkveld gegeven wordt. Ook maak ik een training waar ik extra elementen in toevoeg. Die elementen stellen je mogelijk in staat beter in the heat of the moment te handelen, ondanks de ervaren stress.
De motivatie van de Promotiecommissie
Het was voor de promotiecommissie helder waarom Niek een beurs verdient voor zijn onderzoek. Voorzitter van de promotiecommissie, Annet de Lange: “Juist met een toenemende druk op de zorg is de kans op agressiesituaties groot. Het is vernieuwend dat Niek aandacht besteedt aan hoe stress het sociaal handelen beïnvloedt. Dit is natuurlijk ook interessant voor andere groepen.” De promotiecommissie is ervan overtuigd dat de inzichten die Niek ophaalt behalve de wetenschap, ook de doorontwikkelingen van sociaal werkers positief beïnvloedt. “Dat is voor het onderwijs van de HAN natuurlijk ook van toegevoegde waarde.”
Promotor: Raoul Oudejans
Co-promotor: Peter Renden
Dagelijkse begeleider: lector Bauke Koekoek
Financier: HAN promotiebeurs
Onbegrepen Gedrag, Zorg en Samenleving
Het Lectoraat Onbegrepen gedrag, Zorg en Samenleving (OZS) houdt zich bezig met de verhouding tussen mensen die zich anders (‘problematisch’, ‘vreemd’, ‘verward’) gedragen en met de samenleving, in het bijzonder vanuit de professionele werkvelden zorg en veiligheid.