Zo moeder, zo dochter

Zo moeder, zo dochter?

Corine: “Ja, onze karakters lijken op elkaar. We zijn beiden extravert, vol energie, positief ingesteld maar ook een tikkeltje eigenwijs.” 
Robin: “Ja absoluut! Ik lijk heel erg op mijn moeder in doen en laten; we vinden redelijk veel dezelfde dingen leuk en kunnen heel goed met elkaar. We zijn beiden vrolijk, enthousiast en sociaal. Ik denk dat je wel kunt zeggen dat ik de jongere versie van mijn moeder ben.” 

Allebei op de HAN: toeval of vooraf bedacht? 

Robin: “Ik ging op zoek naar een opleiding die bij me past en kwam al snel uit op Bouwkunde. Ik zag dat deze opleiding goed stond aangeschreven bij de HAN, wat ook nog eens lekker dichtbij is. Op dat moment werkte mijn moeder nog niet bij de HAN.” 
Corine: “Toen Robin al 1e-jaars was bij Bouwkunde kwam eind 2020 een vacature als businesscoach bij het Centrum voor Ondernemerschap op mijn pad. Dit sloot zo goed aan bij mijn profiel, dat ik voor het eerst sinds lange tijd solliciteerde. Omdat de werklocatie in hetzelfde gebouw is als waar Robin studeert, vroeg ik haar wel even of zij dit oké vond. Zij had er geen enkele moeite mee.” 

Wat spreekt je aan bij de HAN?

Corine: “De dynamiek op school, juist om studenten - de ondernemers van de toekomst - te helpen bij hun persoonlijke ontwikkeling en hun business.” 
Robin: “Vooral de mensen. Ik kan het goed vinden met veel docenten en medestudenten. Ik ben heel graag op de HAN. Ik ga hier ook wel eens zelfstandig zitten, vanwege de fijne werksfeer en om tussendoor een praatje te maken met vrienden en docenten.” 

Volg je de ander veel?  

Robin: “Nee, dat valt wel mee. Uiteraard hebben we het weleens over de HAN, maar meestal ben ik alleen benieuwd wanneer ze met de auto naar school gaat, zodat ik mee kan liften. Haha. Verder heb ik m’n moeder misschien 2 keer op school gezien.”  
Corine: “Door corona, het thuiswerken en de stages buiten de deur kwam ik Robin op school nooit eerder spontaan tegen. Ze zocht me een keer op, op mijn werkplek, en we rijden weleens samen naar de HAN.” 

Gaan er vaak HAN-weetjes over de tong?  

Corine: “Jazeker, over de processen, namen van werknemers en nieuwtjes; die delen we volop met elkaar. Wat ook handig is: als Robin student-ondernemers tegenkomt, verwijst ze die door naar me. Ik kan ze dan ondersteuning bieden bij hun ondernemerschap.” 
Robin: “Mijn moeder is nog net iets meer betrokken bij de HAN dan ik. Dat laat ze me zeker weten. Als er weer eens iets bijzonders op Instagram verschijnt, hoor ik dat snel. Andersom vraag ik ook weleens hoe je bepaalde dingen moet regelen en wie ik hiervoor moet aanspreken.” 

Is je moeder een echte HAN-medewerker? 

Robin: “Mama past echt goed bij de HAN. Ze is ondernemend en wil graag leerlingen helpen hun doelen te bereiken. Als het moet, doet ze dit zelfs buiten haar werktijden. Ook koopt ze soms producten van oud-leerlingen die een bedrijf zijn begonnen om een steentje bij te dragen.” 
Corine: “Ik ben een verbinder. Het geeft me energie, als ik een student kan helpen in zijn ontwikkeling of met zijn onderneming.” 

Wat voor type student is je dochter? 

Corine: “Een gezellige en vrolijke student die hard werkt, maar ook geniet van het studentenleven. En waar ik zeer trots op ben! Ik vind het super knap hoe zij, ondanks corona, toch haar 1e jaar zo goed heeft voltooid met mooie cijfers en een positieve instelling.”
Robin: “Voor mij staat studeren gelijk aan combineren. Ik vind het top om elke week een of meer biertjes te drinken bij Lokaal ‘99 en van daaruit door te gaan, de stad in. Maar als het er op aankomt doe ik  - altijd last minute - heel hard mijn best om mijn tentamens te halen. Tot nu toe is dit allemaal goed gegaan en heb ik mijn P in 1 keer binnengesleept!”