ELaadNL: “Samenwerking is onze levenslijn”
Nederlandse netbeheerders doen sinds 2011 onderzoek naar de impact van stekkerauto’s op het net, onder de vlag van stichting ElaadNL. Dat doen ze in nauwe samenwerking met externe partners – van autofabrikanten tot hogescholen. “Zonder samenwerking zou ElaadNL niet kunnen bestaan.”
In 2013 sloegen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en een aantal bedrijven de handen ineen, om samen te werken aan twee grote uitdagen in de energietransitie. Ten eerste: meer personeel opleiden, dat goed geëquipeerd is. Ten tweede: noodzakelijke kennis ontwikkelen en innovaties tot stand brengen. Het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) was geboren.
Noodzakelijke samenwerking
Negen jaar later is samenwerking onverminderd relevant. Maar waarom eigenlijk? Op die vraag geven key partners van SEECE antwoord in een serie artikelen. In deze vijfde editie komt Onoph Caron, directeur van ElaadNL en lid van de SEECE-regieraad, aan het woord. Hij vertelt waarom zijn stichting de impact van voertuigen op het elektriciteitsnet onderzoekt en waarom een belangrijke rol is weggelegd voor externe partners.
Tijdens de oprichting van ElaadNL zagen de wegen in Nederland er anders uit dan nu. “Toen reed er misschien een tiental elektrische voertuigen, en dat waren allemaal omgebouwde dieselauto’s”, zegt Caron. De oprichters van ElaadNL verwachtten destijds dat het aantal elektrische voertuigen rap zou toenemen. “Om te begrijpen wat de impact op het elektriciteitsnet van al die ladende auto’s in de toekomst zou zijn, werden mensen dedicated op dit onderwerp gezet.”
Elektrificatie-golf
Niet voor niets, blijkt elf jaar later. Er rijden bijna 400.000 elektrische auto’s op de Nederlandse wegen. Daarmee is de verduurzaming van vervoer een belangrijk onderdeel van de elektrificatiegolf in de energietransitie. Een golf die netbeheerders moeten opvangen. Het groeiende aantal elektrische apparaten dat aan het net gekoppeld wordt – en nieuwe markten die daaromheen ontstaan – heeft invloed op de betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de energievoorziening.
“Alle nieuwe technologie die veel impact heeft op het elektriciteitsnet heeft een warme belangstelling van de netbeheerder”, zegt Caron. Netbeheerders moeten bijvoorbeeld rekening houden met de capaciteit van het net. “Je kunt het vergelijken met de snelweg tussen Utrecht en Amsterdam. In de spits is het ongelofelijk druk en daarbuiten is niks te doen. Hoe kun je het verkeer zodanig over de dag spreiden dat je uitkomt met de capaciteit die je hebt? Dat is een ingewikkeld spel.”
"Tegenwoordig ben je afhankelijk van partijen om je heen. Bijvoorbeeld als het gaat om de invoeding van wind- en zonne-energie."
Blik op de toekomst
ElaadNL doet zijn best om de drukte op de ‘elektriciteitssnelweg’ te voorspellen. “We kijken bijvoorbeeld wat de verwachte groei van elektrische voertuigen is en wat dat betekent voor de infrastructuur.” Een lastig gegeven: de laadinfrastructuur voor auto’s ontwikkelt sneller dan het elektriciteitsnet. “Aanpassingen aan het net vragen om vergunningsprocedures. Afhankelijk van het netvak (laag- midden- of hoogspanning) duren die procedures soms wel vijf tot tien jaar. Dus wat de netbeheerder nu besluit, moet passen bij de behoefte in 2030 en verder.”
Uitbreiding van het elektriciteitsnet is overigens niet de enige manier om grootschalige elektrificatie in goede banen te leiden. ElaadNL zet ook in op slim laden. Auto’s kunnen bijvoorbeeld laden op momenten waarop energie in overvloed is, waardoor ze het elektriciteitsnet ontlasten. Maar dit soort oplossingen kunnen netbeheerders niet zelfstandig in de praktijk brengen. “Daarom werken we samen met partijen buiten de sector, zoals charge point operators en gemeenten die aanbestedingen uitschrijven.”
Onderzoek naar power quality
Intensieve samenwerking is tegenwoordig een noodzaak. “Vroeger legde de netbeheerder een kabel aan van het transformatorhuisje naar jouw woning. Dan gooide die de grond dicht en zag je elkaar nooit meer. Tegenwoordig ben je afhankelijk van partijen om je heen. Bijvoorbeeld als het gaat om de invoeding van wind- en zonne-energie. Andere partijen hebben ook belang bij samenwerking met netbeheerders, omdat er capaciteitsschaarste is. Dus je moet elkaar heel goed informeren over de ontwikkelingen, mogelijkheden, onmogelijkheden en alternatieven die er zijn.”
ElaadNL en haar partners richten zich, naast capaciteit, ook op andere uitdagingen. De stichting doet bijvoorbeeld onderzoek naar power quality. Netbeheerders zijn verantwoordelijk voor de frequentiehandhaving op het elektriciteitsnet en ladende auto’s kunnen de frequentie verstoren. “Één auto die effect heeft op de frequentie, geeft niet meteen problemen. Maar honderdduizenden mogelijk wel. Daarom onderzoeken we dat. En als we afwijkingen constateren, schakelen we rechtstreeks met autofabrikanten om samen te kijken welke oplossingen er zijn.”
Europees testcentrum
De samenwerkingsprojecten van ElaadnL worden binnenkort zichtbaar op het Industriepark Kleefse Waard (IPKW). Daar bouwt ElaadNL een testlab voor grote elektrische voertuigen. “We zien een nieuwe golf, op het gebied van logistiek. Die heeft andere infrastructuren nodig en kent een andere problematiek. Een transportbedrijf met vijftig vrachtwagens is niks bijzonder in Nederland. Als die elektrificeren, dan gaat het om vermogens die vele malen hoger zijn dan voor een personenauto. En vaak is zo’n transportbedrijf gevestigd op een bedrijventerrein waar de capaciteit niet toereikend is voor dat soort aantallen.”
Het nieuwe testlab wordt gevestigd in het gebouw van Connectr, een kenniscluster voor energie-innovatie. Via SEECE krijgen studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) toegang tot de faciliteiten van ElaadNL op het IPKW. “Ze kunnen lessen bij wijze van spreken bij ons in het testcentrum houden. En andersom: wij kunnen bijvoorbeeld terecht in het waterstoflab van de HAN, wanneer we iets over waterstof willen weten. Voor de hogeschool is het een leeromgeving, maar voor ons op een bepaalde manier ook. Ik hoop dat er een mooie wisselwerking tot stand komt.”
Structurele band met onderwijs
Die wisselwerking wordt ook gestimuleerd in leergemeenschappen van SEECE; dat zijn groepen met organisaties die kennis uitwisselen en projecten initiëren. Een van de gemeenschappen waar ElaadNL onderdeel van is, is de learning community Systeemintegratie. Een belangrijk thema, aldus Caron. “Uiteindelijk moet alles met alles verbonden zijn. Nu denken we nog best veel vanuit kolommen. Ik vanuit mobiliteit, anderen vanuit batterijen, anderen vanuit waterstof. Maar ergens moet dat een evenwicht krijgen in die systeemintegratie. Wat ik zie bij ElaadNL: waar we eerst met elektrische auto’s bezig waren, kijken we nu ook naar home energy management-systemen, thuisbatterijen, waterstof en de invoeding van duurzame energie.”
Dankzij dit soort initiatieven kunnen partijen hun pijlen gezamenlijk op een duurzame toekomst richten. Dat levert betere organisaties én betere energieprofessionals op. “We moeten als organisatie een slag maken en onderwijs moet dat ook. Volgens mij kunnen we dat het beste samen doen.”