Interview Saxion-lector

“In Oost-Nederland zijn we uniek in het bouwen van decentrale waterstofsystemen”

Portret Saxion-lector Richard van Leeuwen

De HAN en Saxion gaan intenstief samenwerken in het project Decentrale Waterstof Sprong. Vooruitlopend op het project vertelt Saxion-Lector Richard van Leeuwen wat zijn hogeschool nu al doet met waterstof én hoe de expertise van Saxion aansluit op die van de HAN.

Op een steenworp afstand van de IJssel staat de Deventerse Gasfabriek. Deze werd in 1910 gebouwd voor de productie van stadsgas. Een functie die na de vondst van grote aardgasvelden overbodig werd. Maar nu Nederland weer van het aardgas af wil, wordt de functie in ere hersteld. 112 jaar na de bouw van de fabriek, wordt er weer gas geproduceerd. Duurzaam gas, wel te verstaan: partners binnen het project GROHW bouwen een elektrolyseopstelling, waarmee elektriciteit omgezet wordt in groene waterstof.

De elektrolyser in de Gasfabriek is een van de vele waterstofactiviteiten waar Saxion bij betrokken is. De hogeschool verdiept zich in decentrale waterstofsystemen, met oog voor inpassing in het bestaande energiesysteem. Saxion-lector Richard van Leeuwen: “Hoe kun je waterstofconversie inzetten binnen een energiesysteem dat uit zijn jasje puilt? Aan de ene kant heb je een grote hoeveelheid elektriciteitsgebruikers en aan de andere kant een grote hoeveelheid opwek van duurzame energie.”

Het net ontlasten

“Als ik kijk naar ons werkgebied – Oost-Nederland – dan zie ik veel initiatieven met grootschalige opwekking van energie. Daar komen vraagstukken bij kijken, zoals netcongestie,” aldus Van Leeuwen. Elektriciteitsnetten hebben niet altijd de capaciteit om grote hoeveelheden zonne- en windenergie te distribueren. Het net kan ontlast worden door waterstof te maken tijdens energiepieken.

Wat gebeurt er vervolgens met die waterstof? “We kijken ook naar de ontwikkeling van de waterstofafzetmarkt van bedrijven die serieus overwegen om op deze energiedrager over te stappen. Dat zijn bijvoorbeeld bedrijven die technologie willen ontwikkelen voor de opwekking of afname van waterstof. Denk aan VDL Energy Systems of bedrijven die nu nog aardgas gebruiken, zoals Neutenboom of Bolletje.”

"We hebben een brede onderzoeksgroep binnen Saxion, waar - naast technische - ook bedrijfseconomische en bestuurlijk onderzoekers in zitten."

Van waterstof naar warmte

Waterstof kan ook gebruikt worden voor het verwarmen van gebouwen. Het bedrijf COOLL werkt aan een warmtepomp op waterstof. “Deze warmtepomp is niet op het elektriciteitsnet aangesloten en vormt daar dus ook geen belasting. Maar de waterstof moet natuurlijk wel eerst gemaakt worden, vanuit duurzame elektriciteit. Dus eigenlijk verplaats je het gebruik van elektriciteit naar een periode waarin je het overvloedig ter beschikking hebt.”

Niet alleen de waterstof kan slim benut worden. H2 Hub Twente - een initiatief in Almelo dat fungeert als waterstof-innovatiecentrum, wil de zuurstof die vrijkomt bij het elektrolyseproces gebruiken voor de naastgelegen rioolwaterzuivering om water te zuiveren. “De zuurstof voedt de aerobe zuivering, voor de afbraak van afvalstoffen in het water.”

Lokale toepassingen

“In dat gereinigde water zijn bedrijven ook geïnteresseerd. Die willen het zodanig zuiveren dat je via elektrolyse waterstof kunt maken. Dat is best een kunst, want water moet extreem zuiver zijn wil je het kunnen splitsen. Elke verontreiniging zorgt voor beschadiging of vervuiling van de elektrolyser.” Dit project laat zien dat de mogelijkheden voor waterstofsystemen per locatie verschillen. Decentrale waterstofsystemen – en de businessmodellen eromheen – worden gevormd naar hun omgeving.

De onderzoeken kennen niet alleen techno-economische aspecten. “We hebben een vrij brede onderzoeksgroep binnen Saxion, waar - naast technische - ook bedrijfseconomische en bestuurlijk onderzoekers in zitten. Die kijken naar de manier waarop je de marktordening zou moeten inrichten en wat je kunt aanreiken aan bijvoorbeeld gemeentes. Want hoe ga je hier op een eerlijke manier mee om? Daarnaast richten we ons op veiligheidsvraagstukken die een rol gaan spelen. Daarvoor hebben we in Twente de Safety Campus.”

Samenwerking met de HAN

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) richt zich ook op lokale, multidisciplinaire waterstof-vraagstukken. Onder andere in het H2Lab in Connectr Energy innovation, waarvoor de Provincie Gelderland subsidie beschikbaar stelde. Daarmee is de HAN een logische partner voor Saxion. "In Oost-Nederland zijn we redelijk uniek met onze decentrale waterstofsystemen en het ontwikkelen van proposities hiervoor. Wij zetten in op de schaal van een halve MW tot 5 MW.” Die schaal past voorlopig bij de lokale vraagstukken die de hogescholen aanpakken, legt Van Leeuwen uit.

De achtergronden van de onderzoekers op de HAN en Saxion vullen elkaar aan, laat de lector weten. Zo heeft de HAN veel kennis over voertuigtechniek (via het lectoraat Automotive Research) en stationaire waterstoftoepassingen (via het lectoraat Meet- en Regeltechniek). “Bij ons ligt het meer aan de kant van de chemie en systeemintegratie. Hoe krijg je chemisch-technologische processen optimaal werkend?” Saxion doet al langere tijd onderzoek naar biogas en biochemie.

SPRONG-subsidie

Vorig jaar zegde Regieorgaan SIA een SPRONG-subsidie van 1 miljoen euro toe aan beide hogescholen, voor de komende vier jaar. Hiermee vormen ze één onderzoeksgroep, genaamd Decentrale Waterstof Sprong (DWS). Samen met bedrijven en overheden geven ze de ontwikkeling van waterstof-kennis in Oost-Nederland een boost. De samenwerking tussen de HAN en Saxion richt zich overigens niet alleen op onderzoek. Ook onderwijs speelt een belangrijke rol. “Voor de komende generatie proberen we de kennis steeds te actualiseren in het onderwijs. Met de HAN zie ik daar mooie kansen liggen.”