Onderzoeksgroep voor decentrale waterstof groeit en professionaliseert
Hogeschool Saxion en de HAN maken van Oost-Nederland een regio die vooroploopt op het gebied van decentrale waterstoftoepassingen. “We willen binnen 4 jaar toonaangevend zijn op landelijk niveau.”
Wie zich verdiept in decentrale waterstoftechnologie, kan moeilijk om Oost-Nederland heen. In deze regio worden belangrijke waterstofinnovaties geboren, en dat laten de betrokken onderzoekers steeds vaker zien. “We gingen bijvoorbeeld in gesprek met minister Rob Jetten, tijdens de World Hydrogen Summit in Rotterdam”, zegt Carolien Kattenbelt, projectleider Decentrale Waterstof SPRONG op de HAN. “We laten zien dat regio-Oost een belangrijke bijdrage aan de energietransitie levert.”
Toonaangevend kenniscentrum
De HAN en Saxion ontwikkelen een toonaangevend kenniscentrum voor decentrale waterstoftoepassingen, onder de noemer Decentrale Waterstof SPRONG. De hogescholen richten zich al jaren op een relatief kleine toepassingsschaal. Bijvoorbeeld bedrijventerreinen, waar duurzame energie wordt omgezet in waterstof en gebruikt wordt voor lokale ondernemingen. Denk aan het aandrijven van voertuigen, productie draaien of het verwarmen van gebouwen.
Een jaar geleden werd subsidie toegekend aan de HAN en Saxion, voor de ontwikkeling van een gezamenlijke onderzoeksgroep, door SIA en de Provincie Gelderland. “Hiermee professionaliseren we onderzoek en verbeteren we samenwerking. We zijn bezig om van meerdere onderzoeksgroepen één groep te maken. We hebben momenteel 20 mensen die betrokken zijn. Hoe laat je die effectief samenwerken aan dezelfde doelstellingen? Ook als het gaat om lectoraten van verschillende hogescholen en bedrijven in ons consortium.”
Waar wij goed in zijn, is het betrekken van studenten bij onderzoek. Op bachelor- én op masterniveau.
Naar landelijk niveau
Het aantal specialisten dat bij deze SPRONG-groep betrokken is, groeit. Er worden momenteel nieuwe waterstofprofessionals aangenomen. Ook worden nieuwe mensen opgeleid. Docentonderzoekers – met kennis van de energietransitie – zijn betrokken bij waterstofprojecten. Hun kennis groeit, naar mate de tijd vordert. Mede dankzij samenwerking met gerenommeerde waterstofbedrijven uit het netwerk van SEECE, zoals HyGear en Nedstack.
De onderzoeksgroep kan steeds grotere projecten oppakken. De SPRONG-groep richt zich in toenemende mate op nationaal niveau. “We bewegen weg bij de kleinere projecten”, aldus Kattenbelt. De HAN en Saxion krijgen bijvoorbeeld een rol in GroenvermogenNL, een programma dat waterstof in Nederland een boost gaat geven. “Wij krijgen als regio de verantwoordelijkheid voor een learning community op het gebied van waterstof.”
Samenwerken aan een robuust netwerk
Er zijn meer grootschalige projecten waar de SPRONG-groep mee aan de slag gaat. In de zomer werd een RAAK-mkb-voorstel goedgekeurd voor het project HYdrogen GENEration SYstem for decentral applicationS (HYGENESYS). Dat is een leer- en innovatieproject met onderzoekers, studenten en bedrijven. Er wordt onder meer een elektrolyser gebouwd. “Onderzoekers van Saxion richten zich op de procestechnologie en de HAN neemt het elektrotechnisch ontwerp voor zijn rekening.”
De SPRONG-groep gaat langdurige verbindingen aan met bedrijven en kennisinstellingen. Zo wordt er steeds structureler samengewerkt met mbo-instellingen en andere hogescholen in de regio. “Een van de vragen is: hoe zorgen we voor continuïteit? Er wordt veel opgeleverd door studenten en medewerkers. Maar hoe borg je die resultaten? Hoe zorg je dat de volgende groep niet opnieuw hoeft te beginnen? En hoe ga je op de langere termijn om met intellectueel eigendom?”
Op Europees niveau gezien worden
Als het aan Kattenbelt ligt, blijft de SPRONG-groep voorlopig groeien. Zowel in professionaliteit als in schaal. “We willen op Europees niveau gezien worden voor decentrale waterstoftoepassingen.” En dan gaat het niet alleen om onderzoeksresultaten, maar ook om hoogwaardige professionals die met waterstof aan de slag kunnen. “Waar wij goed in zijn, is het betrekken van studenten bij onderzoek. Op bachelor- en op masterniveau. Waardoor wij mensen opleiden die heel hard nodig zijn en kennis overdragen aan bedrijven.”