SEECE draagt bij aan grootschalige groei van waterstofprofessionals
De HAN en SEECE bouwen een grootschalig waterstofnetwerk in Oost-Nederland. Een netwerk van mensen en organisaties, wel te verstaan. Dit gebeurt in het kader van GroenvermogenNL, een investeringsprogramma dat een slinger geeft aan de Nederlandse waterstofeconomie.
Wie het energienieuws volgt, ziet steeds vaker waterstofprojecten voorbij komen. Nieuwe pijpleidingen die landen verbinden, de Rotterdamse haven die vanaf 2030 jaarlijks 4,6 miljoen ton groene waterstof uit Spanje wil importeren, een boerencollectief dat waterstof wil produceren voor trekkers. De energiedrager neemt een vlucht en vormt straks de basis van een belangrijke tak in onze energie-economie.
Investeringsprogramma geeft waterstof een boost
Met het nieuwe investeringsprogramma GroenvermogenNL geeft de Nederlandse overheid een zwengel aan die economie. Er wordt ingezet op het opschalen van waterstofprojecten en research & development. Dat is nodig om de ambities uit het Klimaatakkoord te verwezenlijken. In 2025 moet 500 Megawatt aan elektrolysecapaciteit gerealiseerd zijn. Dat is een substantieel deel van de Europese waterstofambities: 6 gigawatt elektrolysecapaciteit in 2024.
Maar die ambities kunnen alleen gehaald worden als er voldoende mensen beschikbaar zijn om aan waterstoftoepassingen te werken. “Om deze transitie mogelijk te maken zijn goed opgeleide mensen en een sterke structuur van kennisdeling noodzakelijk”, staat te lezen op de website van GroenvermogenNL. Human capital is dan ook een belangrijke pijler onder het programma GroenvermogenNL. De Topsector Energie is een van de initiatiefnemers voor de human capital agenda in GroenvermogenNL met Marsha Wagner als een van de trekkers. In deze video gaat zij in op het belang hiervan voor de waterstofeconomie.
Ik wil partijen in de regio toe laten groeien naar de ambities van GroenvermogenNL. Dat zijn feitelijk de ambities van Nederland om de energietransitie te bespoedigen.
HAN en SEECE zetten zich in voor regio Oost
Zes hogescholen, in verschillende regio’s, trekken de human capital agenda van GroenvermogenNL. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) werd gevraagd voor regio Oost. Een aantal medewerkers van SEECE speelt hier een belangrijke rol, waaronder Jan Oosting en Jan Geurts van Kessel. Oosting is projectleider voor het landelijke project rond de ontwikkeling van learning communities. Geurts van Kessel wordt de regionale liaison officer. Hij verbindt de regionale partijen aan het grote human capital-vraagstuk rondom waterstof.
Het eerste jaar van het GroenvermogenNL-programma staat vooral in het teken van community-vorming. “De rol van de liaison officer in het eerste jaar is om de regio te mobiliseren en daarbij netwerken te gebruiken die er al zijn”, zegt Geurts van Kessel. “Ik wil partijen in de regio meer toe laten groeien naar de ambities van GroenvermogenNL. Dat zijn feitelijk de ambities van Nederland om de energietransitie te bespoedigen.”
Een regio-atlas voor human capital
Samen met partijen in de regio wordt een routekaart ontwikkeld die later dit jaar gepresenteerd wordt. “Eind 2023 plannen we een evenement, waarmee we de vormingsfase achter ons laten. Dan liggen er begrotingen en weten we bijvoorbeeld hoeveel omscholingswerkplekken we in de regio beschikbaar hebben. We groeien toe naar een soort regio-atlas voor human capital”, aldus Geurts van Kessel.
In de regio wordt gewerkt aan innovatieve onderwijsvormen, om aan de grote vraag naar energieprofessionals te voldoen. “We moeten andersoortige opleidingsconcepten ontwikkelen. Veel flexibeler en meer gefocust op de vaardigheden van een persoon. En we moeten kijken of we met een korter traject iemand naar een zinvolle baan kunnen leiden. We hebben al laten zien dat dit kan”, zegt Oosting. SEECE ontwikkelde in het verleden meerdere onderwijstrajecten voor professionals.
“De instroom van – met name technische – opleidingen komt niet eens in de buurt van het aantal professionals dat nodig is voor de energietransitie. We hebben ergens een grote boot gemist. Die is weggevaren en komt niet meer terug.”
Op grote schaal carrièreswitch stimuleren
Bedrijven en overheden zullen extra moeten investeren in het opleiden van personeel, laat Oosting weten. “Aan de bedrijvenkant hebben we plekken nodig voor mensen die nog weinig kunnen op het gebied van waterstof. Én we hebben financiële middelen nodig voor mensen van veertig met een hypotheek, zodat ze de overstap kunnen maken naar ander werk. Een soort overbruggingskrediet. Dan kunnen we serieus opschalen.”
Nieuwe energieprofessionals moeten vooral worden gezocht op de huidige arbeidsmarkt. Er zijn in Nederland veel werkenden die behoefte hebben aan een baan met maatschappelijke impact. Oosting refereert aan een artikel van De Correspondent, waarin de auteur uiteenzet hoeveel mensen werk doen dat ze niet belangrijk vinden. “Ongeveer acht procent van alle werknemers vindt de eigen baan niet zinvol. Nog eens zeventien procent twijfelt of de baan iets toevoegt aan de samenleving. Dat zijn immense aantallen!”
Reguliere opleidingen kunnen gat niet vullen
In Gelderland zijn naar schatting 15.000 mensen extra nodig voor de energietransitie. Dat aantal halen we nooit als we alleen inzetten op regulier onderwijs, laat Oosting weten. “De instroom van – met name technische – opleidingen komt niet eens in de buurt van het aantal professionals dat nodig is voor de energietransitie. We hebben ergens een grote boot gemist. Die is weggevaren en komt niet meer terug.”
Op vrijdag 9 december was de aftrap voor een gecoördineerde aanpak voor de human capital agenda energietransitie. Zes hogescholen - waaronder de HAN - presenteerden hun plan om met een liaisons-functie samen te werken met bedrijven, kennisinstellingen en andere stakeholders aan regionale roadmaps. Lees hier het verslag vanuit Topsector Energie.
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Stuur een mail naar groenvermogenNL@han.nl