Wat is volgens jou interprofessioneel leren en samenwerken?
Interprofessioneel leren en werken houdt in dat je met verschillende zorgdisciplines overleg voert over de cliënten of bewoners. Eenieder brengt zijn of haar eigen expertise in, met als doel tot een gezamenlijke visie te komen op hoe je de beste zorg kan verlenen. Je zag voorheen wel eens dat mensen vooral vanuit hun eigen perspectief kijken. Je mist dan het volledige beeld.
Hoe ziet interprofessioneel leren en werken eruit in de praktijk?
Vóór het project hadden de behandelaren en de zorg in onze organisatie ieder hun eigen overleg over de bewoners. In een zogenoemde cliëntenbespreking moest dat dan allemaal bij elkaar komen. Dat werkte niet goed. We hebben eerst geprobeerd met z’n allen samen te overleggen, maar dat werd een te grote groep. Nu zijn er vertegenwoordigers aanwezig bij elkaars overleggen.
Daarnaast worden nu meer gezamenlijk onderwerpen opgepakt. Zo is een in-service opleiding ‘neurologisch omgaan met cognitieve problemen’ gedaan met alle disciplines samen. Alle betrokken groepen waren hiervoor uitgenodigd, tot en met de klantenservice bijvoorbeeld. Ze zijn dus breder gaan kijken dan alleen de groep die direct rondom een bewoner of revalidatiecliënt staat.
Wat heeft dat opgeleverd?
Door allemaal op dezelfde manier te kijken, kun je makkelijker elkaars taken aanvullen en soms zelfs overnemen als dat nodig is. Hierdoor zijn ook de cliënten beter geïnformeerd en kun je als professional nog beter inspelen op wat de cliënt nodig heeft.
Welke uitdagingen kent interprofessioneel leren en werken?
Mensen denken vaak dat ze heel goed samenwerken, maar in de praktijk is het best lastig om goed samen te werken. Elke professional is anders opgeleid. Soms spreken ze bijna een andere taal. Je hebt dus inspanning nodig van alle partijen.
Er kan sprake zijn van een kloof tussen de behandelaren en de zorg. Je ziet soms gebeuren dat de zorg ‘ja’ zegt, maar ‘nee’ doet als een behandelaar een advies geeft waar ze niet achter staan. Dan is er toch schroom om dat ter sprake te brengen. Een veilig en gelijkwaardig klimaat is dus heel belangrijk. Ook dat vraagt om energie en inzet van alle partijen.
Wat levert interprofessioneel leren en werken op?
Ik denk dat de bewoner of cliënt meer eenduidigheid merkt. Ze weten duidelijker wat er van hen verwacht wordt, zeker bij de revalidatie. Dat hebben we overigens nog niet gemeten. Ik denk ook dat het meer kwaliteit van zorg oplevert omdat disciplines in een eerder stadium betrokken worden en je gezamenlijke doelen nastreeft.
Wat de zorgverleners er zelf van merken, hangt meer van de persoon zelf af, dan van de discipline. De meeste artsen staan heel open voor interprofessionele samenwerking, maar je hebt soms uitzonderingen. Je krijgt meer zicht op elkaars mogelijkheden en staat wat dichter bij elkaar. Daardoor groeit het onderlinge vertrouwen.
Kun je een voorbeeld geven van een mooi resultaat?
We hebben uitgebreid gesproken over onze eigen normen en waarden. Dan merk je hoe mensen verschillend in hun werk staan. Een van onze projecten ging over bewegingsgerichte zorg. Het doel hiervan is bewoners meer zelf te laten doen. Sommige medewerkers zeiden: ‘Ik ben in de zorg gegaan om mensen te helpen. Dus als mensen vragen of ik de planten water wil geven, dan doe ik dat’.
Als fysiotherapeut stimuleer ik mensen zoveel mogelijk zelf te doen. Als mensen in actie komen, stijgt hun gevoel van eigenwaarde. Met het team hebben we daar hele gesprekken over gevoerd: wat kan en wil de bewoner zelf, wat wil hij absoluut niet, ga je het gesprek met hem aan over wat hij belangrijk vindt? Hoe pak je dat aan?
Heb je tips voor teams die met interprofessioneel leren en werken willen starten?
De eerste tip die ik zou willen geven is: leer elkaar eerst heel goed kennen en verdiep je in de ander. Daar moet je echt tijd voor vrijmaken. Ga iets leuks doen met het hele team, zodat je je collega’s op een andere manier leert kennen.
De tweede tip heb ik al gegeven: zorg voor een veilig klimaat, waarin je open naar elkaar kan zijn. Wij hebben tijdens een sessie kaartjes aan elkaar uitgedeeld waarop we de – in onze ogen – sterke en minder sterke punten van de ander hadden opgeschreven. Alle disciplines deden mee, dus de arts, de zorg, ergotherapeut, logopedist, diëtist, belevingsconsulent, etc. Het was heel fijn want iedereen kreeg complimenten. Het gaf ook een stuk herkenning: ‘Oh, zij heeft dat ook!’. En iemand waar je tegenop kijkt, blijkt ook zo zijn of haar onzekerheden te hebben.
Vertel elkaar dan ook over je werk als professional. Je denkt dat je wel weet wat die ander doet, maar soms weet je te weinig waardoor je hem of haar te weinig inschakelt. Maar als je dat beter weet en je respecteert elkaar, dan ga je vanzelf meer samenwerken.