Samen strijden tegen energiearmoede
De energierekening wordt alsmaar hoger. Irritant voor de een, maar een ramp voor de ander. Energiearmoede treft al zo’n 600.000 Nederlanders. Hoe zorg je dat ook zij hun rekening kunnen betalen?
Hoe pak je die energietransitie nu het beste aan, ook voor kwetsbare huishoudens? Het project SCEPA is, mede aangejaagd door de HAN, opgezet om precies dat te doen.
SCEPA (Scaling up the Energy Poverty Approach) is een Europees project, met de gemeente Arnhem als trekker. Verschillende overheden en partners slaan de handen ineen om te kijken hoe energiearmoede in hun land, gemeente, stad of wijk het slimst kan worden benaderd. De HAN is als kennisinstelling bij het project betrokken. Wat de HAN in het project doet, vroegen we Erik Jansen, HAN-lector Sociale Duurzame Praktijken en Marijn Siebel, onderzoeker bij lectoraat Data & Knowledge Engineering.
Waarom is een project als SCEPA precies nodig?
“Energiearmoede is een complexe zaak. Het gaat eigenlijk over alles dat met armoede en energie te maken heeft. Met de stijgende energieprijzen heeft de een wat anders nodig dan de ander. Dat hangt van veel factoren af: wat zijn de sociaaleconomische omstandigheden van een huishouden? Woon je in een appartement of in een rijtjeshuis? Ben je digitaal vaardig om subsidies uit te pluizen? Hoe voert jouw gemeente beleid uit? Overheden passen ieder hun eigen oplossingen op die problemen toe, maar er is behoefte aan goede ontwerpcriteria voor een integrale aanpak. Een overzicht van al die verschillende aanpakken mist. Niemand weet welke combinatie van maatregelen nu echt werkt in welke omstandigheden. Misschien heeft de een wel hele goede oplossingen waar de ander niets van weet.”
Hoe past de HAN in dat plaatje?
“Als hogeschool zijn wij goed in verbinden van vakgebieden. Wij zijn er dus om die samenhang in de aanpak toe te passen. Wij vinden niet de heilige graal uit, maar het is juist andersom: wij analyseren al die verschillende aanpakken en kijken of er manieren zijn om in de combinaties iets beter te laten werken. Eigenlijk gaat het erover hoe je goede strategieën kan ontwikkelen om energiearmoede aan te pakken. Energiearmoede is verstrengeld met allerlei problemen: van verschillende sociale dimensies tot beleidskaders, technische en praktische expertise en urban planning. Onze taak is om van die losse ingrediënten één goede soep te maken.”
Klinkt als nogal een opgave…
“Dat is het ook. Daarom duiken we eerst goed de literatuur in. Daarnaast gaan we ook bij de partners ophalen wat zij aan inzichten en expertise in huis hebben. Elke gemeente heeft eigen methodes en manieren hoe zij energiearmoede aan willen pakken. Binnen het project voert elke partner een pilot uit. Zo hebben we een Waalse partner die de Bricobus heeft ontwikkeld: een klusbus die langs kwetsbare huishoudens gaat om bijvoorbeeld huizen te isoleren. Ook is er een plan voor een thermodrone, die over wijken kan vliegen om bijvoorbeeld in kaart te brengen welke huizen veel energie verliezen.”
Klinkt goed. Waarom eigenlijk niet één overkoepelende aanpak in plaats van al die verschillende?
“Je bent altijd afhankelijk van context. Overal in Europa is de regelgeving anders, en dus ook de energiesystemen. Frankrijk heeft kernenergie, in Nederland hebben we steeds meer weersafhankelijke energie. Een woning uit 1880 benader je anders dan één uit 1980. Spouwmuren zijn soms een betere oplossing dan het dak isoleren. En hoe is het gedrag van mensen? Soms zit het hem er al in hoe vaak ze een wasje draaien. Wat wij als HAN willen is dat in kaart brengen en met partners van elkaar leren: wat past waar nou goed als oplossing, wat zou ergens anders óók kunnen werken, en waar kun je weer betere aanpakken combineren?”
Menselijk gedrag lijkt me in dit project essentieel. Hoe bereik je bewoners?
“Ook daarin zal samenwerking straks heel belangrijk zijn. Als je echt wil weten waar het knelt qua energie, zul je verschillende dingen in moeten zetten. Je hebt namelijk data nodig over mensen en hun energiegebruik. Vorige week waren we nog in Klarendal, dan moet je achter de voordeur komen om die data te verzamelen. Daar heb je weer buurtcoaches nodig om vertrouwen te winnen. Ergens anders zijn mensen nodig om bewoners te informeren over bepaalde mogelijkheden, bijvoorbeeld energiesubsidies voor huiseigenaren. Hoe bewoners meegenomen kunnen worden in de energietransitie verschilt van mens tot mens.”
Data en AI worden ook belangrijk binnen dit project...
“Ja. Wij willen bij de partners en hun pilots gaan kijken hoe zij ondersteund kunnen worden met een data en AI-aanpak. Niet om ze technologie op te dringen, maar om iets te bouwen rond de realiteit en ervaringen van de professionals die zich inzetten tegen energiearmoede. Daarvoor moeten we eerst kwalitatieve data ophalen: hoe werken ze, hoe kijken ze tegen energiearmoede aan, wat zouden wij voor ze kunnen vergemakkelijken? Met deze informatie kunnen we modellen bouwen die de realiteit van deze professionals weerspiegelen. Hiermee kunnen we de verschillende aanpakken tegen energiearmoede, in hun context, met elkaar vergelijken: wat zijn ieders successen en problemen? Hoe meer je weet, hoe makkelijker het voor iedereen wordt.”
Wat is nog een voorbeeld van de nuttigheid van AI?
“Dit multidisciplinaire project is enorm. We beschikken als HAN over alle expertises, maar je kunt dit niet aanpakken op alleen traditionele manieren. Het automatiseren van processen en methodes kan helpen om de complexiteit te tackelen. Wij kunnen bijvoorbeeld modellen bouwen waarmee je heel makkelijk de informatie op kunt zoeken die je nodig hebt. Wat voor vragen stellen mensen over energie? Wat voor redeneringen gebruiken ze daarbij? Daar kan dat model vervolgens weer van leren, en zo kunnen wij het weer verbeteren.”
SCEPA moet in 2027 klaar zijn. Wat betekent klaar in dit geval precies?
“Dan willen we een goed onderbouwd, inhoudelijk kader hebben over hoe je naar energiearmoede kan kijken. Welke instrumenten hebben we daarbij nodig, welke instrumenten op AI en datavlak, en hoe werk je met verschillende partijen samen? Het platform dat wij bouwen moet echt gebruikt worden door projectpartners en doorontwikkeld worden. Het overkoepelende doel is: hoe helpt het project ervoor zorgen dat mensen in hun alledaagse leven beter in staat zijn om een waardevol leven vorm te geven? Dat is veelomvattend. Daarom moet het een continu dynamisch project blijven. We willen de expertise van álle partners meenemen, en echt een zwaan kleef aan effect creëren. Er worden daarom verschillende informatiebijeenkomsten over SCEPA opgezet: hoe meer geïnteresseerde partijen zich willen aansluiten, hoe beter.”
Samen schoon
Het leefbaar houden van onze wereld vraagt om het terugdringen van de CO2-uitstoot. Dat kan groot, maar ook klein – in onze regio. We werken samen aan alternatieve, schonere energiebronnen en een economie waarin we veel meer hergebruiken. Daarvoor is samenwerking nodig en dat is een kern van focus Schoon - Sustainable Energy en Environment (SEE). Een grote, brede uitdaging die ons en de regio voorbereidt op een duurzame economie met toekomstbestendige professionals.