Hoe voorkom of vervang je duurdere paramedische zorg?
Fysiotherapie inzetten bij schouderklachten. Ergotherapie voor mensen met dementie. Paramedische zorg bij ondervoeding. Wat is er nodig om dit soort behandelingen uit de (duurdere) 2e lijn te houden? Voor patiënten zorg dichtbij huis te organiseren?
Het PAREL-S project werkt aan een routekaart met antwoorden.
Samenwerking voor meer impact
Het PAREL-S project startte in mei 2023 en is een samenwerkingsverband tussen instellingen als de HAN, het Radboudumc, de Haagse Hogeschool, Hanzehogeschool Groningen en paramedische beroepsverenigingen. De afkorting PAREL-S staat voor: PARamedische EersteLijns Substitutie. Vanuit de HAN zijn Suzan Mooren (coördinator van de Master Musculoskeletale Revalidatie en senior onderzoeker bij het Lectoraat Werkzame Factoren in de Beweegzorg) en Emmelyne Vaassen (senior onderzoeker bij het Lectoraat Voeding, Diëtetiek & Leefstijl) betrokken bij het project. Suzan benadrukt het sociale aspect van het PAREL-S project. Het project is gericht op het voorkomen en verplaatsen van paramedische zorg, ook wel het preventie- en substitutiepotentieel in vaktermen. "We doen dit in samenwerking met huisartsen(verenigingen), (kennis)instellingen, zorgverzekeraars & beleidmakers. Door dit project leren deze partners samen”, vertelt Suzan.
“Het voorkomen, verplaatsen en vervangen van (duurdere) zorg bij schouderklachten. Hoe doe je dat?”
Voorkomen of vervangen van duurdere zorg
De inzet van 1e-lijns paramedische zorg, kan duurdere zorg in de 2e of 3e lijn voorkomen of vervangen. Daarbij ontvang je bijvoorbeeld hulp van een fysiotherapeut in de wijk voor je schouderklachten en hoef je niet naar een regionaal revalidatiecentrum. Het is niet alleen minder duur, maar ook prettiger voor de patiënt om zorg dicht bij huis te ontvangen. Binnen dit project onderzoekt het team wat er nodig is om paramedische interventies (behandelingen) in te zetten, waarmee je die 2e-lijns zorg niet nodig hebt. Suzan vertelt: “Ik breng daarbij informatie in over het voorkomen, verplaatsen en vervangen van (duurdere) zorg bij schouderklachten.” Haar HAN-collega Emmelyne onderzoekt binnen dit project de interprofessionele samenwerking bij ondervoeding.
Praktische inzetbare routekaart
Naast het perspectief van Suzan en Emmelyne is er nog een laatste interventie die het team onderzoekt: ergotherapie bij thuiswonende mensen met dementie. Een routekaart om deze 3 interventies te onderbouwen, op te schalen en te implementeren moet zorgen voor een praktische uitrol van de resultaten. Bij het evalueren van de routekaart staan de ervaren gezondheid en tevredenheid van patiënten, kwaliteit van zorg, kosten van zorg en werkplezier van zorgverleners centraal.
Uitdagingen en benadering
Paramedici, (netwerk)zorgorganisaties en beleidsmedewerkers lopen tegen een aantal uitdagingen aan als ze interventies willen inzetten, die 2e-lijns zorg voorkomen of vervangen. Het opbouwen van samenwerkingsverbanden bijvoorbeeld en het motiveren van betrokkenen. De belangrijkste uitdagingen komen in de routekaart terug, als onderwerp om aan te werken tijdens het traject. "De routekaart biedt een gestructureerde benadering, waarbij alle betrokkenen weten waar ze aan toe zijn," legt Emmelyne uit. “Het is cruciaal om een gemeenschappelijk begrip te hebben van kwaliteitsnormen en samen te werken aan het behouden van motivatie."
Aantonen dat de routekaart van meerwaarde is tijdens een substitutietraject, dat is het belangrijkste doel”
Evaluatie en toekomstperspectief
Het PAREL-S project legt de nadruk op de evaluatie van meetbare resultaten van de routekaart. Emmelyne licht toe: "Het belangrijkste doel is aantonen dat de routekaart van meerwaarde is tijdens een substitutietraject, waarbij je duurdere zorg dus vervangt. We gebruiken korte vragenlijsten om de haalbaarheid te meten."
Op langere termijn verwacht ze dat het project een algemene routekaart oplevert, die paramedici in staat stelt om zelf trajecten te organiseren. De routekaart biedt gestructureerde begeleiding, betrekt alle relevante partijen en houdt rekening met allerlei overwegingen. “Dit kunnen dus ook andere interventies zijn dan de 3 paramedische interventies die wij tijdens het PAREL-S project als test gebruiken”, zegt Emmelyne.
Duurzame verbindingen
“Voor PAREL-S werken we samen met een stuurgroep van diverse hoogleraren, lectoren en bestuurders uit verschillende instellingen. Vanuit de HAN zitten lectoren Marian de van de Schueren en Bart Staal in de stuurgroep. Daarnaast werken we met een adviesgroep waarin verschillende professionals, verenigingen en beleidsmakers zitten, allemaal gericht op paramedische zorg”, zegt Suzan Mooren. Deze duurzame verbindingen met de zorgsector zijn waardevol voor de HAN. Ook heeft het project invloed op het onderwijs, laat ze weten. “Studenten en docenten komen in aanraking met dit project en leren hiervan. Studenten kunnen ook deelopdrachten uitvoeren als basis voor hun afstuderen."