Frits Schultheiss, Academie Built Environment

Toekomstbestendig maken verandert de gebouwde wereld fundamenteel

Frits Schultheiss
  • Slim
  • Schoon
  • Sociaal
  • Slim
  • Schoon
  • Sociaal

Door het toekomstbestendig maken van de gebouwde omgeving verschuiven parameters waarmee we waarde toekennen aan gebouwen. Circulair ontwerp, duurzaam materiaalgebruik en gebouwenbeheer, woon-, leef-, werkcomfort worden uitgangspunten.

Frits Schultheiss ziet in integrale samenwerking rond duurzaamheid en circulariteit het handvat om deze transitie te realiseren.

Frits Schultheiss studeerde Bouwkunde aan de HTS Arnhem en Architectuur aan de TU Delft, waar hij later ook promoveerde. Inmiddels is hij, naast architect, 17 jaar verbonden aan de HAN als hoofddocent aan de Academie Built Environment, waar hij onderwijs verzorgt in architectuur en afstudeerders begeleidt. Daarnaast is Schultheiss onderzoeker bij Lectoraat Architecture in Health, hier onderzoekt hij projecten in de onderzoekslijn Smart Healthy Environments.

"Mijn grote interesse gaat uit naar interdisciplinaire samenwerking om te komen tot een gezonde, klimaatadaptieve (groene) en circulaire leefomgeving. En dan met name gericht op de energietransitie", opent Schultheiss. "Bij Sustainable Energy & Environment (SEE) initiëren we onderzoeksprojecten op het gebied van gezonde leefomgeving in relatie tot Wijkgerichte Energietransitie (SEE-WE)." 

Frits Schultheiss in de hal van de Academie Built Environment
Frits Schultheiss: “Integrale samenwerking rond duurzaamheid en circulariteit is het handvat om deze transitie te realiseren.”

Geen handleiding

"Het toekomstbestendig maken van de Nederlandse woningvoorraad is een megaklus. En er is geen handleiding. We zullen samen al doende en lerende onze weg moeten vinden", schetst Schultheiss. "Daarom werken we als HAN, de gemeente Arnhem en SEE samen in een zogenoemde learning community, een middel om leren, werken en innoveren te verbinden. Een praktisch voorbeeld hiervan is het aardgasvrij maken van de woonwijk Elderveld Noord."

Casus Elderveld Noord

De casus Elderveld Noord is exemplarisch voor wat ook elders speelt bij het toekomstbestendig maken van bestaande woningen. Schultheiss: "Iedere verduurzaming kent overeenkomstige praktische aspecten. Bij het gasloos maken van een woning of woonwijk krijg je te maken met vragen over renovatie, energiebesparing en warmtelevering. En meteen doemt de vraag op; kunnen we dan niet even goed meteen de ondergrondse kabelinfrastructuur opnieuw inrichten? En als we dat doen, is het dan niet slim ook de omgeving mee te nemen, waaronder het groen? Kortom, voor je het weet ben je een woonwijk volledig aan het herinrichten." En dan heeft Schultheiss het nog niet eens over de intermenselijke aspecten, want een woonwijk is ook een sociale biotoop.

Verduurzaming van de woningvoorraad blijkt verdraaid ingewikkeld. Schultheiss spreekt zelfs van een  wicked problem . "Alles is met elkaar verknoopt en er zijn tegengestelde belangen en visies; tussen huurders, huizenbezitters, woningcorporaties en aannemers. Tel daarbij de technische, infrastructurele en wettelijke mogelijkheden en beperkingen. De kunst is de knopen te ontwarren en vervolgens planmatig adequaat te handelen. Dat kan alleen in goede onderlinge samenwerking, waarbij mensen vertrouwen hebben in elkaars expertise, kwaliteiten en beweegredenen."

Nieuwe norm

Een mens zou er moedeloos van worden, Frits Schultheiss krijgt er energie van. "Ja, er moeten nog bergen werk verzet worden, maar op tal van terreinen krijgt duurzaamheid steeds meer aandacht. Elke transitie kampt aanvankelijk met scepsis, wint langzaam terrein en bereikt een omslagpunt waarna de transitiegedachte en de -praktijk de nieuwe norm worden." Schultheiss is ervan overtuigd: "Duurzaamheid, circulariteit, flexibiliteit in omvang en gebruik van ruimte, sociale wensen. Ze worden net als financiering maatgevend voor hoe we straks ontwerpen, bouwen, renoveren en beheren."

Er staan in Nederland miljoenen koop- en huurhuizen en bedrijfspanden die nog niet toekomstbestendig zijn. "In de huursector zijn veruit de meeste huizen in het bezit van corporaties. Dat is een voordeel", vindt Schultheiss. "Woningcorporaties hebben een langetermijnvisie en kunnen hun middelen gefaseerd inzetten voor verduurzaming. In de praktijk gaat het dan in 1e instantie om het beperken van het energieverbruik door isolatie van de  schil ; dak, muren, glas en vloeren. Volgende stap is een energiezuinige technische installatie (verwarming/ koeling). Op deze manier maak je substanti le duurzaamheidswinst binnen de woningen. Voor particuliere verhuurders en huiseigenaren betekent verduurzaming een serieuze investering. Afhankelijk van de situatie en de motivatie worden duurzame maatregelen gefaseerd doorgevoerd of uitgesteld. Daarnaast is grote winst te behalen door het duurzaam omgaan met energie en drinkwater door bewoners. In die fase bevinden we ons nu globaal."

Toekomstbestendigheid is meer dan de energietransitie

Klimaatadaptie

"Toekomstbestendigheid is meer dan de energietransitie", zegt Schultheiss. "Ook klimaatadaptatie is er onlosmakelijk mee verbonden en dan heb je het over de woon-, werk- en leefomgeving als geheel. Denk aan hittestress in de zomer, het gebruik en de berging van water, de infrastructuur omtrent wonen, werken en recre ren (wegen, verkeerstromen). Daarnaast heb je te maken met de leeftijdsopbouw van de bevolking. Die verandert sterk door de vergrijzing, waardoor woonwensen en -mogelijkheden verschuiven. Bijkomend; door de elektrificatie van de energievoorziening kampen bedrijven en huishoudens toenemend met tekorten en storingen."

"In het beste geval koppelen we de energetische aanpak aan de klimaatadaptatie en de omgeving van gebouwen. Een mooie eerste aanzet hiertoe is het Programma Klimaatadaptatie, ge nitieerd door de provincie Gelderland. Hierbij doen Gelderse bedrijven, woningcorporaties, bewoners en studenten van de HAN en Saxion Hogeschool onderzoek doen naar hittestress. Onze studenten analyseren data omtrent het type woningen en de periode waarin de hittestress wordt ervaren en bedenken bouwkundige en omgevingsoplossingen (vergroening) voor het probleem. Het is er een voorbeeld van hoe onze academies en studenten met anderen samenwerken om het probleem in kaart te brengen en te tackelen."

Interdisciplinaire samenwerking is cruciaal

"Interdisciplinaire samenwerking is cruciaal om tot werkbare oplossingen te komen. Door vanuit verschillende expertises en perspectieven te kijken voorkom je beslissingen waar je later op terug moet komen. Zo werken studenten bouwkunde samen met studenten van economische-, sociale- en zorgopleidingen. Gezamenlijk verkennen ze hoe je een toekomstbestendige omgeving bouwkundig en sociaal inricht, zodat er een omgeving ontstaat waarin mensen in verschillende levensfasen met elkaar kunnen samenleven en elkaar ontmoeten."

"Ontwerpers, projectontwikkelaars, bouwers, corporaties, eigenaren, huurders; we krijgen allemaal te maken met steeds meer wetten en regels rond duurzaamheid. Onze gebouwde omgeving toekomstbestendig maken is een zaak van lange adem met de inzet van innovatieve werkprocessen en slimme technieken", vat Schultheiss samen.

Onze afstudeerders en studenten zijn en worden opgeleid om te denken en handelen binnen duurzame kaders

"Het is een grote taak voor de professionals van nu en straks. Een deel van die professionals hebben bij de HAN gestudeerd of doen dat nu. Op onze Academie Built Environment volgen ruim 1.100 studenten een voltijd- of deeltijdopleiding in de bouw en infra. Zij zijn experts op hun terrein maar ook in staat over de grenzen van hun eigen vakgebied heen te kijken en interdisciplinair samen te werken; wij leiden CHANGEMAKERS op. Onze afstudeerders en studenten zijn en worden opgeleid aan de HAN University of Applied Sciences om te denken en handelen binnen duurzame kaders op basis van de 3 zwaartepunten Slim, Schoon en Sociaal: niet omdat die in de mode zijn, maar omdat ze uitgaan van de draagkracht van het ecosysteem waarin wij nu eenmaal leven." 

Dit artikel verscheen eerder in Het Ondernemersbelang.

Tekst: Huub Luijten
Fotografie: Rob Gieling