Hoger opgeleide rent en fietst vaker

Hoger opgeleide mensen rennen en fietsen meer door corona, terwijl de lager opgeleide meer thuiszit. En waar veel wordt gesport, zijn de zorgkosten lager. Dat toont recent onderzoek van Atlas voor Gemeenten aan.


HAN-docent en gezondheidseconoom Willem de Boer kwam eerder al tot deze conclusie met eigen onderzoek op wijkniveau. Sporten via een vereniging kwam door de lockdown in maart en april bijna tot stilstand, terwijl wielrennen, hardlopen of thuis oefeningen fors toenamen. “Die sportvormen worden minder gebruikt door lager opgeleiden,” zegt gezondheidseconoom Willem de Boer tegen de NOS. 

In maart daalde de sportdeelname van lager opgeleiden van 55 naar 37 procent, terwijl die van hoger opgeleiden slechts zakte van 73 naar 62 procent. In de cijfers van oktober is dezelfde tweedeling te zien. 

Meer waarde aan gezondheid

"We weten dat hoger opgeleiden meer waarde hechten aan hun gezondheid, dus die zoeken meer naar mogelijkheden om hun vrijgekomen tijd in te vullen met andere manieren van sporten. Bij lager opgeleiden speelt dat minder." Ook kan geld een reden zijn om niet over te stappen naar een andere sport. "Voor wielrennen zijn bijvoorbeeld een fiets en pakje nodig en dan ben je al snel duizend euro kwijt."

Nijmegen in top 5

De Boer werkte ook mee aan de Atlas voor Gemeenten, waarin de 50 grootste gemeenten zijn vergeleken op het gebied van sport. Daaruit blijkt dat in gemeenten en wijken met een lager sociaal-economisch niveau gemiddeld minder wordt gesport. Ook zijn daar de zorgkosten hoger. De top 5 van best presterende gemeenten bestaat uit Amersfoort, Utrecht, Breda, Nijmegen en Leiden.

Schade

Volgens de sporteconoom leidt het minder sporten ook tot gezondheidsschade. Na de eerste coronagolf berekende hij bijna 350 miljoen euro aan extra zorgkosten. Ook zijn er 11.600 gezonde levensjaren verloren gegaan en economisch kun je daar een verlies van 580 miljoen euro aan hangen. Naar de economische gevolgen van de 2e golf loopt nog een onderzoek.
 

Afgehaakte sporters kunnen weer verleid worden om in actie te komen door ook tijdens de gedeeltelijke lockdown sportbegeleiding in de buurt aan te bieden. "In sommige wijken met dezelfde sociaal-economische situatie zijn er toch grote verschillen in hoeveel er wordt gesport. En dat komt vaak doordat er een sportveld of -zaal in de buurt is", besluit Willem de Boer.