Met alle hogeschoolneuzen dezelfde kant uit richting Brussel!

Over het nut en maatschappelijk belang van praktijkgericht onderzoek hoef je de Nederlandse hogescholen zelf natuurlijk niets meer te vertellen. Bij de beleidsmakers in Brussel mogen onze Universities of Applied Science echter wel wat meer in de spotlights komen te staan. Daarom wordt op 29 oktober officieel Universities of Applied Sciences Nederland (UASNL) gelanceerd.


UASNL is een samenwerkingsverband van 14 Nederlandse hogescholen dat sinds september 2019 een EU Office in Brussel heeft. Onder het motto ‘samen staan we sterk’ wordt zo gebouwd aan een Europees netwerk. Hiermee wordt vooral het maatschappelijk belang van Nederlands praktijkgericht onderzoek gepromoot. De hogescholen doen er niet alleen regionaal of landelijk toe: ook Europees kunnen ze het verschil maken, aldus Rob Verhofstad. Hij is de kersverse voorzitter van het College van Bestuur van de HAN en daarnaast, sinds januari 2020, voorzitter van UASNL.

Rob, het Europese samenwerkingsverband van hogescholen, UAS4EUROPE, bestaat al een paar jaar. Wat gaat precies de meerwaarde worden van UASNL?

“We willen met UASNL graag een aanvulling zijn op wat de clubs in Europa nu al doen. Er was nog geen Nederlands samenwerkingsverband. Met een aantal hogescholen in Nederland die een gezamenlijk front willen vormen, zijn we daarom vorig jaar begonnen regelmatige samen te komen. Zo willen we voet aan de grond in Brussel krijgen. We hebben gezegd: ‘wie wil, kan erbij’. Dat resulteerde uiteindelijk in de veertien hogescholen die nu in UASNL gebundeld zijn.”

Waarom is die frontvorming zo belangrijk?

“In Europa wordt ontzettend veel bepaald wat er hier in de regio gebeurt, op het gebied van politiek, beleidsmakerij en allerhande funding. Soms lijkt het echter alsof wij helemaal los van Brussel staan. Wij willen met UASNL ten eerste laten zien dat hogescholen belangrijk zijn. We leiden professionals op die met onderzoek maatschappelijke problemen op kunnen lossen. Al die belangrijke onderzoeken spelen zich juist in de regio af! Wij zijn dus belangrijk voor Brussel omdát we in de regio zitten. En andersom.” 

Hoe moet ik het opereren van UASNL nou precies in de praktijk voor me zien?

“De manier waarop we met UASNL aan de slag willen is, grof gezegd, dat we er voornamelijk startkapitaal op kunnen halen. Dat kunnen we omzetten in human capital en praktijkgericht onderzoek. Wat dat betreft valt er veel meer te halen maar dan moet je wel in Brussel passen. Daarvoor hebben alle 14 hogescholen unaniem Eelko Steenhuis aangesteld, die namens ons allemaal in Brussel op kantoor zit. Je moet namelijk wel één verhaal hebben.”

Hoe gaat hij dat daar dan precies doen?

“Eelko overziet het gehele veld. Hij is er dus om mensen uit te leggen wat we doen, maar kan ook partijen bij elkaar brengen en met voorbeelden uitleggen hóe wij precies impact maken in de regio. Dat betekent natuurlijk dat je ook succesvolle voorbeelden van hogescholen moet laten zien en daar tekst en uitleg bij moet kunnen geven. Wil je iets weten wat betreft duurzame energie? Dan heeft Eelko een hele (digitale) rolodex met lectoren die hij kan bellen. Zodoende kan hij ook leden van het Europees Parlement informeren waar zij het beste hun middelen in kunnen stoppen.”

Alle hogescholen moeten dus met hun neuzen dezelfde kant uitstaan. Is er niet nog zoiets als onderlinge concurrentie?

“Zeker op het gebied van onderzoek zijn we niet elkaars concurrenten. Natuurlijk, elke hogeschool heeft weer een eigen aanpak of terminologie. Hier staan de inhoud en het doel centraal. We zijn er allemaal bij gebaat dat alle 14 hogescholen met hun eigen mooie voorbeelden van onderzoek komen, zodat we Brussel onze gezamenlijke impact kunnen laten zien. Neem een voorbeeld als energietransitie: dat leeft niet alleen op de HAN heel sterk. Waarom zouden we niet leren van wat er op dat gebied in andere regio’s gebeurt? Dat maakt ons alleen maar sterker. Laten zien dat problemen niet op één plek opgelost hoeven worden: ook daar is UASNL voor bedoeld.”

UASNL staat nog maar aan het begin. Als je als voorzitter even mag dromen: wat is dan het ideale toekomstscenario?

“Nu breekt vooral een periode aan waarin we als bestuur een jaarplan en actieplannen maken. Waar gaan we precies op inzetten? Waarmee laten we het beste ons gezicht zien? Daarvoor moeten we ook onze gloednieuwe website goed vullen met voorbeelden en inhoud, zodat Brussel ziet wat we doen. Praten we over het ideale scenario, dan zou ik graag vóór de golf uit willen komen. Nu nemen we als hogescholen vooral kennis van wat er in de agenda van, bijvoorbeeld, Horizon 2020 (het Europese subsidieprogramma voor onderzoek en innovatie - HvL) staat. We willen straks mede-agenderend zijn. Dat kan alleen als we samenwerken en laten zien dat we een speler zijn om rekening mee te houden.”

 

Op 29 oktober wordt UASNL officieel afgetrapt middels een online webseminar. Aanmelden kan hier