Behoud ook de kwetsbare zorgprofessionals voor de zorg
De arbeidsmarktkrapte in zorg en welzijn is nog lang niet verholpen. Niet alleen omdat de instroom tekortschiet, ook omdat de uitstroom te hoog is. Vooral 50+’ers en mensen die laag opgeleid zijn of naast hun werk ook mantelzorgtaken hebben, hangen hun baan als zorgverlener nogal eens aan de wilgen.
Meer aandacht voor de duurzame inzetbaarheid van deze sociaal-economisch kwetsbare groep zorgprofessionals kan hen voor de zorg behouden. Annet de Lange, lector Human Resource Management, geeft een inkijkje in onderzoek dat wordt gedaan.
De Lange: ‘Gerichtere aandacht voor zelfmanagement is een belangrijke sleutel, zoveel is duidelijk: zelf en samen met je werkgever kijken wat nodig is om gezond en met plezier naar je werk te blijven gaan. Dat gaat om de balans tussen werk en privé, om professionele ontwikkeling en bijvoorbeeld om lichamelijke gezondheid. Je kunt daar op tal van manieren mee aan de slag, het aanbod is breed. Maar het sluit vaak niet aan bij zorgverleners die ouder zijn dan 50, die naast hun werk ook mantelzorgtaken hebben of die laaggeletterd zijn.’
Missers in aanbod
Sportactiviteiten of cursussen voor de versterking van zelfmanagement worden nogal eens buiten werktijd aangeboden. De Lange: ‘Zorgverleners met mantelzorgtaken zijn in hun ‘vrije’ tijd echter druk bezet en kunnen dan dus niet aanhaken.’ Misschien eerst een cursus timemanagement dan? ‘Ook dat is vaak een lastige voor mensen die sociaal-economisch op achterstand staan: als je een laag taalniveau hebt, struikel je al bij de eerste vragen of tips. Het huidige aanbod versterkt voor deze zorgverleners dus vaak niet hun zelfmanagement. En dat is toch echt nodig om grip te krijgen op de uitdagingen op hun professionele en persoonlijke pad. Om iedereen te bereiken, moeten de middelen dus meer op maat.’
Onderzoek naar passende middelen
De onderzoeksgroep waar De Lange samen met Sarah Detaille, Nathan Hutting, Mirthe Pijnappels, Eghe Osagie, Josephine Engels en Yvonne Heerkens deel van uitmaakt, onderzoekt wat dan wél werkt voor deze specifieke groep. ‘We doen dat vanuit verschillende invalshoeken - hrm, psychologie, bedrijfskunde, zorg en sport - en in cocreatie met de zorgverleners om wie het gaat én hun werkgevers. Alleen zo kunnen we tenslotte oplossingen vinden die echt passen. Misschien is dat een online platform of een WhatsApp-groep waar je kennis kunt halen en delen. Het kan ook zijn dat het antwoord ligt in middelen die al bestaan, maar dan met meer aandacht voor de ‘openingstijden’ of bijvoorbeeld voor het woordgebruik in teksten. Hoe dan ook: er moet een oplossing komen voor deze groep om zo de sociaal-economische gezondheidsverschillen te verkleinen.’