Focus Health: “Het wordt écht iets van ons allemaal”

Afgelopen jaar heeft de HAN vol ingezet op het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen. Met succes, vinden Lisbeth Verharen en Eva Verhoeven van het kernteam Health. “We hebben helder kunnen maken wat onze ambities zijn en proeven veel enthousiasme om samen de schouders eronder te zetten.”


“Het mooiste moment van het afgelopen jaar? Voor mij persoonlijk was dat het Symposium Health in juni,” vertelt Lisbeth Verharen, programmamanager Health. “Of beter nog: de dag dat het programma rond was. De samenstelling van de workshops liet zien hoeveel we als HAN eigenlijk al doen om via ons onderzoek en onderwijs sociaal-economische gezondheidsverschillen te verkleinen. Een bevestiging van het feit dat we met onze focus iets goeds in handen hebben.”

Kansen grijpen

De belangrijkste doelstelling dit jaar was bewustwording creëren. Verharen: “Maar het kwam ook aan op het samenbrengen, versterken en verder brengen van alle bestaande initiatieven.” En dat heeft het kernteam met verve gedaan. Bij het Health Valley Event. Op het symposium. Tijdens leernetwerkbijeenkomsten en matchmakingsessies. In gesprek met onderzoekers. Via leernetwerkgemeenschappen. En bij HAN unexpected x innovate. Verharen: “Steeds opnieuw hebben we de kans gegrepen om onze focus (het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen) onder de aandacht te brengen, kennis en ervaringen te delen en (onderzoeks)mogelijkheden verkennen.” 

Compassie

Eva Verhoeven van het kernteam Health: “Zo hebben we gedurende het jaar duidelijker weten te maken waar het HAN Health precies om te doen is. Of sterker nog: om wíe het te doen is. Het is bijzonder om te zien hoeveel lectoren, onderzoekers en docenten inmiddels daarop zijn aangehaakt en graag bijdragen aan de ambitie om sociaal-economische gezondheidsverschillen te verkleinen. We vóelen de compassie.”

Aanknopingspunten

Bij lectoraten die (nog) geen aanknopingspunten zien, nodigt Verharen (of haar collega-programmamanager Miranda Laurant) zichzelf uit voor een gesprek. Verharen: “Het afgelopen jaar hebben we met verschillende medewerkers verkend hoe ze het gedachtegoed kunnen vertalen naar wie ze zijn of waar ze zich mee bezig houden. Vaak is een onderzoek nét iets anders in te richten. Het includeren van mensen met een lage sociaal-economische status kan namelijk al in heel eenvoudige dingen zitten, zoals het aanpassen van vragenlijsten en vereenvoudigen van informed consent-formulieren. Of het slim plannen van de dataverzameling – niet in de zomer! – waardoor je ook mensen met een migrantenachtergrond kunt meenemen in je onderzoek.”

Kiem is gelegd

“Het belangrijkste is toch wel dat het afgelopen jaar de ogen zijn geopend en mensen in mogelijkheden zijn gaan denken”, vindt Verhoeven. “Daarmee is de kiem gelegd voor het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen.” “Precies, we hebben in 2019 een goede start gemaakt”, vult Verharen aan. “In de komende jaren pakken we door. En ja, we nemen de tijd. We hebben het immers over een weerbarstig maatschappelijk fenomeen; we kunnen niet verwachten dat we van de ene op de andere dag verschil maken.”

Toekomstplannen

Voor komend jaar verwacht het kernteam veel van de civic entrepeneurs die onlangs zijn aangesteld. Het is hun taak om kansen te zien en op te pakken, elk vanuit hun eigen academie (per 1 januari 2020 gaat de HAN over op een academiestructuur, red.). Daarnaast gaat het kernteam steviger inzetten op de 3 programmalijnen: Gezond kunnen leven, Werken aan herstel en Leven met een chronische aandoening of beperking. “Die zijn tot nu toe nog wat onderbelicht”, vindt Verharen. Verder zijn er concrete plannen om het samen leren vorm en inhoud te geven. Verhoeven: “Veel onderzoekers geven aan tegen dezelfde methodologische vraagstukken aan te lopen. Daar willen we op door.” Tot slot kijkt Verharen uit naar de gesprekken met de toekomstige academie-directeuren. “We zijn benieuwd hoe zij elk gaan bijdragen aan de focus, zodat het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen écht iets van ons allemaal wordt.”