Samen werken aan het HAN waterstofvoertuig
Deze zomer is het eigen waterstofvoertuig van de HAN echt klaar. Studenten van de HAN werkten hiervoor samen met studenten van ROC Rijn IJssel. Eerlijk is eerlijk: dat ging niet zonder slag of stoot, maar het leverde uiteindelijk mooie resultaten op.
Binnen het SEE-project Waterstof & Mobiliteit sleutelt de HAN alweer een paar jaar aan een eigen waterstofvoertuig. Het bestaat uit twee delen: een geëlektrificeerde Fiat Doblo en een daaraan te koppelen ‘range extender’ waar een brandstofcelsysteem op waterstof in zit. Hoewel het project aanvankelijk exclusief binnen de muren van de HAN vorm kreeg, is vorige zomer toch gekozen voor een samenwerking met studenten van ROC Rijn IJssel. Waarom eigenlijk?
Met samenwerken behaal je betere resultaten
Toin Peters is projectmanager Automotive Research en verantwoordelijk voor het project. “We willen als HAN graag meer samenwerken met ROC’s. Samenwerking tussen verschillende niveau’s is in de huidige markt heel belangrijk en normaal, omdat je daardoor betere resultaten behaalt. In dit geval is een HAN-student over het algemeen beter in het ontwerpen van een systeem en het doorrekenen van een constructie, terwijl een ROC-student weer beter is in het praktisch uitvoeren van werkzaamheden als slijpen, boren en dingen maken. Als je die talenten samenvoegt, bereik je uiteindelijk meer.”
Een mooi examenproject voor het ROC
Binnen het project waren HAN-studenten onder meer verantwoordelijk voor de optimalisatie van het batterijpakket en het waterstofsysteem van de range-extender. Studenten van ROC Rijn IJssel bogen zich over de fysieke aanhanger, die bestaat uit een in tweeën gezaagde Doblo. Rogier van de Werken, docent werktuigbouwkunde op het ROC Rijn IJssel, was meteen enthousiast over de samenwerking. “Het is natuurlijk een uniek, verrassend project. 2 van onze studenten konden het meteen mooi als examenproject aanpakken. We hebben de jongens alles uit laten zoeken over regelgeving: waar moet zo’n aanhanger bijvoorbeeld aan voldoen wat betreft gewichtsklasse en kogeldruk (gewicht op de trekhaak)? Daar kwam het fysiek doormidden snijden van de Doblo nog bij. Dat is gelukt. Ze hebben echt een prestatie neergezet.”
Niet helemaal zonder slag of stoot
Prestaties of niet: de samenwerking liep niet helemaal zonder slag of stoot, geven zowel Peters als Van de Werken toe. Peters: “Dit is niet de eerste keer dat we vanuit het hbo samenwerken met het mbo, maar het staat nog in de kinderschoenen. Terugkijkend kunnen we concluderen dat we iets beter hadden mogen communiceren over verwachtingen, bijvoorbeeld waar bepaalde specificaties aan moesten voldoen. Corona heeft daar trouwens niet bij geholpen. Je wil natuurlijk het liefst samen om het voertuig heen staan en dingen bespreken. Die praktische dingen waren moeilijk om telefonisch of via beeldbellen af te stemmen. Ik zie dat niet als een probleem, maar als een leermoment.”
Nooit de moed opgeven
Zo ziet Van de Werken het ook. “Het is een lastig, ambitieus project waar je als ROC ineens in terechtkomt. Wij dachten: we hebben een Fiat Doblo, die zagen we even doormidden, en dan ben je bijna klaar. Maar de HAN had een heel futuristisch ontwerp. Het had beter ingekaderd kunnen zijn, want je hebt nu eenmaal te maken met een niveauverschil tussen hbo en mbo-studenten. Hbo-studenten kunnen sneller schakelen: voor onze jongens is dat soms lastig en frustrerend. Toch is het juist goed dat dat gebeurt, want het zijn allemaal leermomenten. In de praktijk loopt ook altijd alles anders dan verwacht. Uiteindelijk kijken we terug op een leuk en vernieuwend project, met een duidelijke leercurve. En door de moed nooit op te geven is het uiteindelijk, samen met de hbo-studenten, wel mooi gelukt.”
Een ‘kloofje in de communicatie’
Lars Peters is student Werktuigbouwkunde en projectleider binnen de groep. In de samenwerking met het ROC merkte Peters zelf ook ‘een kloofje in de communicatie’ op. “In de ontwerpfase hebben we regelmatig samen op het waterstoflab gezeten en gekeken naar berekeningen en verdelingen. We hebben ze kunnen helpen bij dingen waar ze op vastliepen. Door de lockdown werd dat lastiger. Je merkte dat wij soms iets te snel gaan met berekeningen, dan is het goed om een stapje terug te doen. Wij hebben natuurlijk ook een hoop van de ROC-studenten geleerd. Hun manier van denken is anders: zo kwamen zij met een prima oplossing voor het chassis van de huidige aanhanger die we zelf niet hadden bedacht.”
Een voorproefje op de echte wereld
Esad Bagici is een van de twee ROC-werktuigbouwkundestudenten die als examenproject aan het project hebben gewerkt. Hij ziet de niet helemaal vlekkeloze communicatie juist als iets positiefs. “We moesten veel met de HAN-studenten overleggen: iedereen had op- en aanmerkingen. En ja, dat was soms frustrerend want ons diploma hing ervan af. We hebben dit opgelost door zelf veel contact te zoeken en alle problemen op tafel neer te leggen. Daardoor hebben we een goede samenwerking neergezet. Vooral het vele, goede contact met Lars voelde uiteindelijk als een heel realistisch voorproefje op de echte wereld.”
Nog veel uitdagingen te gaan
Eind volgend semester, zo rond 1 juli, moet er een werkende waterstofauto staan. Dat wordt nog een hele uitdaging, aldus Toin Peters. “De Doblo is nog niet veilig genoeg, de aanhanger nog niet rijdbaar en het brandstofcelsysteem moet nog in de aanhanger gepast worden. We hebben onszelf zeker druk opgelegd. Niet in de laatste plaats omdat de extender multifunctioneel gaat worden. Hij moet straks niet alleen werken, we willen hem ook los gaan gebruiken voor onderzoek, trainingen en demonstraties over waterstof in het bedrijfsleven. Daardoor wordt de technische opbouw van de extender anders. Een uitdaging, dat is zeker. Daar kunnen we wel mee omgaan.”