Interactieve kunst om ontmoeting te stimuleren

HAN-onderzoekers werken samen met bewoners, woningbouwcorporaties, zorginstellingen en andere kennisinstellingen om te ontdekken hoe mensen het liefst willen wonen in de toekomst. Dat doen ze in livinglabs, dus in de praktijk.

Een sjabloon dat hoort bij het spel interactieve kunst die sociale interactie tussen wijkbewoners stimuleert
  • Slim
  • Schoon
  • Sociaal

Tijdens het 5e DEEL-Congres ‘Het Nieuwe Wonen’ dat in september plaatsvond werd nogmaals benadrukt dat er steeds meer mensen met dementie zullen zijn de komende jaren. Een doelgroep die steeds langer thuis woont, waardoor vereenzaming op de loer ligt.

It takes a village to grow old

Andere mensen treffen in je wijk is belangrijk. Kortstondige ontmoetingen in de wijk leiden ertoe dat ouderen de buren (beter) leren kennen waardoor ze zich veiliger voelen. In het livinglab ‘It takes a village to grow old’ onderzoeken bewoners, het Lectoraat Architecture in Health en de TU/Eindhoven en andere partijen samen hoe interactieve kunst deze ontmoetingen kan stimuleren.
 

Creatief aan de slag

Tijdens de workshop ‘Interactieve kunst om ontmoeting te stimuleren’ gingen deelnemers van het DEEL-Congres zelf creatief aan de slag om met elkaar een interactief kunstwerk te bedenken. En dat is leuker en waardevoller dan je misschien denkt. Zeker met hulpkaartjes zoals ‘horen’, ‘proeven’, ‘zien’, ‘ruiken’, ‘ruimte’ en ‘activiteit’.

Interactieve kunst om ons heen

De workshop startte met voorbeelden van interactieve kunst om ons heen. En dat is er best veel als je erop let. Bijvoorbeeld het lampenplafond op Schiphol dat aankomst en vertrek symboliseert, de ballenwand met gekleurde ballen in Londen die geluid maakt als je een bal beweegt, of een gebouw verdeeld in de gekleurde vlakken van een rubiks kubus die je op afstand kunt bedienen zodat kleuren verspringen. Nu is het de kunst om tijdens de workshop zelf iets te verzinnen wat geschikt zou kunnen zijn voor mensen die dementerend zijn. Aan de slag!

Aaibare kunst

Binnen 10 minuten heeft de groep van 7 mensen al een idee in de stijgers staan. Al snel stelt een student Bouwkunde voor dat het kunstwerk iets met muziek zou kunnen zijn. Een onderzoeker vult aan: “Kunst dat je mag aanraken, dus aaibare kunst”. Een verzorgende: “Via een beweging, kunnen ze iets in gang zetten.” Een medewerker van een woningbouwvereniging wil ook wel iets met licht. Na een kwartier is het volgende bedacht: ‘Grote pianotoetsen op de vloer die geluid maken als je erover heen loopt. Wie niet kan lopen, trekt aan touwen die op snaren van een gitaar lijken of slaat de trom. Bij de verschillende toonhoogtes die vrijkomen, spuit gekleurd water omhoog’. Zo creëert de groep in een half uurtje een bandje. 

Jam-sessie

Iemand van een bewonersvereniging schetst: “De oudere wordt getriggerd mee te doen, want in een band heb je elkaar nodig. Je hoort de muziek al van verre, dus wilde je alleen thuisblijven, heb je een goede aanleiding om tóch te gaan.” Wil of kan iemand niet meedoen, dan is het leuk om te komen luisteren of kijken. Een student besluit: “In de zomer is het een openluchtband en kan de bewoner naast het podium bramen, aardbeien of bosbessen plukken om daarna jam te maken.” Het concept is af en krijgt na een half uur de naam ‘jam-sessie’.