“Japan is een snoepwinkel”
4e-jaarsstudenten Bouwkunde Ilse van der Meijden en Patrick Berisa doen hun vrije minor in Japan. Patrick beschrijft het land als een snoepwinkel: “Het is een smaak die je denkt te herkennen, maar die je nog nooit hebt geproefd.”
Ilse probeert het bijzondere gevoel dat ze met Patrick deelt uit te leggen: “Gebouwen lijken Europeaans, maar door de sfeer die om de gebouwen hangt, voelt het totaal anders aan.” Patrick schetst: “Je denkt een baksteen te zien, maar als je eraan voelt, zijn ze veel gladder en heeft het meer weg van keramiek.”
Vergelijking
Vanaf begin november zitten Ilse en Patrick in Tokio. Ze vergelijken 3 maanden lang de ontwerpfase tussen de Nederlandse en de Japanse woningbouw. In Nederland hebben ze al 5 architectenbureaus bezocht en architecten geïnterviewd. Dezelfde exercitie voeren ze uit in Japan.
Droom wordt werkelijkheid
Al in hun 1e jaar bespraken Ilse en Patrick om ooit naar Japan te gaan. Patrick was toen al fan van de architecten Kengo Kuma en Tadao Ando die een grote rol spelen in de lessen bij Bouwkunde. De gebouwen van deze iconen wilde hij ooit in het echt zien. Voor Patrick kwam deze droom vorige maand uit.
“Voor een opdracht gebruikte ik 3 jaar geleden een voorbeeld van een houtconstructiegebouw van Kuma. Hij gebruikt ontelbaar veel houten liggers met hapjes eruit om aan 2 kanten de verbindingen te maken. In Japen noemen ze dat de ‘duivelsverbinding’. Dat gebouw heb ik eindelijk in het echt gezien. Ben zelfs naar binnen gegaan. Zo gaaf!"
Japanse cultuur
Ilse is van huis uit reislustig en wilde vooral cultuur snuiven in het land van de rijzende zon. “Als dit dan te combineren is met je studie, waarom niet?” Ze redeneert: “Hoe verder je van huis bent, hoe groter de impact en hoe interessanter het onderzoek.” Ilse voelt zich erg comfortabel in de Japanse cultuur. “Ik ben stil en terughoudend. De rust en het respect hier is daarom voor mij zeer prettig. Als het mogelijk is, wil ik hier blijven.” Patrick vult aan: “Het is inderdaad heel relaxt hier, maar niet op het station hoor. Daar is het ieder voor zich om een plekje te bemachtigen.”
Het onderzoek
Waar ze in Nederland gemakkelijk bij 5 architectenbureaus binnen konden kijken, gaat dat in Japan iets lastiger. “In Nederland waren we overal welkom en mochten we een interview houden. Áls je in Japan al binnenkomt bij een bureau, dan mag je even snel binnen kijken en daarna vragen ze je om de vragen toe te sturen. Ze zijn heel voorzichtig,” merkt Patrick. De aanhouder wint meestal, en dus hebben ze inmiddels 1 vooraanstaand bureau bezocht: Kengo Kuma & Associates.
Bouwbesluit
Veel verschillen zien de studenten met eigen ogen in het straatbeeld. Patrick schetst: “Ze gebruiken hier heel veel hout en de voordeur draait altijd naar buiten. Wat ook opvalt is dat de deurposten laag zijn. Ik stoot hier met mijn 1,78 meter regelmatig mijn hoofd.”
De woonkamer is in Japan vaak het centrum van de woning waar deuren naar een andere ruimte aan grenzen. Je moet dus altijd door de woonkamer om van ruimte te wisselen. “Deze is volledig af te sluiten van de buitenwereld, zonder daglicht." Ilse vult aan: “Geen gang en geen daglicht in een woning, dat zijn nou typisch zaken die in Nederland niet mogelijk zijn vanwege het Bouwbesluit.”
Twee halve oplossingen
De studenten hebben in elk geval mooie voorbeelden gezien waarin hout zich heeft bewezen. “Het materiaalgebruik dat we hier ervaren, kan een aanvulling zijn voor Nederland. We hopen vanuit de architecten die we nog gaan bezoeken meer te horen.” Patrick vermoedt dat ze nog wel tegen iets aanlopen wat zowel in Nederland als in Japan beter kan. “Twee halve oplossingen waar wij er één van maken.”
Japanse vrienden maken
Ondanks dat Ilse en Patrick geen lessen volgen, hebben ze Japanse vrienden weten te maken. “Zo was ik mijn OV-kaart kwijt en kwam een jongen die Engels sprak me te hulp. Met hem gaan we nu op stap. Hij is fan van Max Verstappen en wil op de Universiteit Utrecht komen studeren,” aldus Patrick.
Ook aan het bezoek van docent Bouwkunde, Dort Spierings, hebben ze contacten overgehouden. “Hij nam ons mee naar 3 universiteiten, Toyo Universiteit, Kyushu Universiteit en de Shibaura Universiteit." Met Japanners is een goed feestje te bouwen, merkten Ilse en Patrick. “Ze lijken voor het weekend te leven en pakken het groots aan. Wij moeten ze af en toe terugfluiten om wat geld in de zakken te houden.”
Doorstuderen tot architect
Deze reislustige studenten willen allebei de titel architect dragen, dus als ze begin januari (na 3 maanden) terug naar Nederland komen, gaan ze (nadat ze de stage jaar 3 hebben ingehaald) hun afstudeeropdracht doen en verder studeren. Patrick misschien wel deeltijd. Nu Ilse de Japanse scholen van binnen heeft gezien, overweegt ze een master in Japan.
Open armen ontvangen
Het is geweldig in Japan, maar het is niet het makkelijkste land. Patrick tipt: “Kies wat je zelf kunt observeren. Anders ben je afhankelijk en Japanse bedrijven zijn niet zo toeschietelijk als in Nederland.” Ilse vult aan: “We hebben nu vooral contact met bedrijven die ooit al eerder geïnterviewd zijn door andere buitenlandse studenten of het zijn contacten van Dort. Ook bedrijven waar internationaler gewerkt wordt, staan meer voor ons open, gelukkig.”
Wat Patrick betreft mag dat opener. “Als wij hier in de toekomst zouden werken dan ontvangen we HAN-studenten met open armen. Sterker nog: we mailen ze dat ze hierheen moeten komen. Het is goed dat er binnen de HAN zoveel aandacht is om internationaal bezig te kunnen zijn.”