“Veel alleenstaande ouderen hebben een hoog voedingsrisico”
Ondervoeding bij ouderen betekent niet dat ze met bolle buikjes zitten zoals we dat kennen van kindjes in Afrika. “Veel 65-plussers hebben een serieus energie- en eiwittekort. Dit zorgt voor onherstelbare spierafbraak waardoor de zelfstandigheid in het gedrang komt,” vertelt onderzoeker Jos Borkent die afgelopen week op dit onderwerp promoveerde.
Jos heeft voor zijn promotie meerdere onderzoeken gedaan naar dit onderwerp. Hij vertelt: “Bestaande onderzoeken richten zich vaak op het herstel van ondervoede mensen. Ik vind het belangrijker hoe we ondervoeding kunnen voorkómen, want de spieren die ouderen verliezen, komen moeilijk terug.”
Verhoogd risico op ondervoeding
Jos keek tijdens zijn promotieonderzoek welke groepen ouderen een verhoogd risico hebben om in de toekomst ondervoed te raken. Welke risicofactoren komen voor? Hebben 65-plussers bijvoorbeeld problemen met boodschappen doen, met koken of misschien met kauwen. “Studenten van de opleiding Voeding en Diëtetiek hebben tal van ouderen bevraagd om de risicofactoren in kaart te brengen die mogelijk leiden tot ondervoeding."
Kant-en-klaar maaltijden
“Grootste eyeopener vind ik dat ouderen die alleen wonen praktisch altijd een hoog voedingsrisico hebben. Vaak is in die situaties een partner overleden en dan zie je dat mannen niet altijd hebben leren koken en dat vrouwen niet snel voor zichzelf koken en liever een boterhammetje pakken.”
Jos onderzocht tevens het gebruik van kant-en-klaar maaltijden want deze lijken in veel gevallen een goede oplossing bij ondervoeding. “Hier is vaker onderzoek naar gedaan, maar nooit naar de abrupte overstap op kant-en-klaar maaltijden. Het blijkt dat de juiste keuze van de maaltijden erg van belang is omdat er anders juist een lagere voedingsinname op kan treden."
Broodnodige eiwitten
“Ik had gedacht dat de eiwitinname omhoog zou gaan bij een eiwitrijke kant-en-klaar maaltijd uit de supermarkt. In plaats daarvan bleef de inname gelijk. In de groep die standaard kant-en-klaar maaltijden kreeg, ging de inname juist met 10-15% omlaag. Dit komt doordat ouderen de maaltijd vaak niet helemaal opeten. Omdat ze deze niet lekker vinden of omdat het te veel is. Als ze de helft van de maaltijd bewaren voor een dag later, verdelen ze ook de broodnodige eiwitinname over 2 dagen."
Vergelijking met het buitenland
Jos vergeleek de ondervoeding bij ouderen in Nederland met de situatie in het buitenland. Ouderen hebben overal een even hoog risico op ondervoeding, maar de risicofactoren wisselen. In Nederland hebben ouderen minder problemen met boodschappen doen dan bijvoorbeeld in Canada, maar daar eten ouderen vaker grote stukken vlees die rijk aan eiwitten zijn. In Nederland zit het kunstgebit in het basispakket van de verzekering waardoor er minder kauwproblemen zijn dan bijvoorbeeld in Ierland. Kortom: ieder land heeft z’n eigen problemen, maar gemiddeld speelt de ondervoeding in het buitenland net zoveel als in Nederland.
Ik had gedacht dat de eiwitinname omhoog zou gaan bij een eiwitrijke kant-en-klaar maaltijd uit de supermarkt. In plaats daarvan bleef de inname gelijk.
Ondervoeding binnen het verpleeghuis
Jos keek behalve naar ondervoeding in de thuissituatie ook naar ondervoeding in verpleeghuizen. “Eerdere onderzoeken kijken naar de ondervoeding van mensen in verpleeghuizen, maar niemand weet of de ondervoeding al aanwezig was vóór opname. Ik onderzocht hoe ouderen binnenkomen en wat er vervolgens binnen het verpleeghuis gebeurt.” De uitslag was schokkend volgens Jos: “Een groot deel van de ouderen komt flink ondervoed binnen. Meer dan een kwart had een laag BMI, dus de kans is groot dat ze in de laatste jaren thuis veel gewicht hebben verloren.”
Jos ontdekte dat als ouderen eenmaal in het verpleeghuis wonen, 15% ongewenst gewichtsverlies oploopt. “Hoe meer gezondheidsproblemen ouderen hebben, hoe meer gewicht ze verliezen. Elke ziekte erbij vergroot het risico op ondervoeding met 8%,” weet Jos.
voeding of ethiek?
“Het moeilijkste van mijn promotieonderzoek vind ik dat het eigenlijk niet alleen met voeding te maken heeft, het gaat ook over ethiek. Ouderen in een verpleeghuis verdienen een heerlijke maaltijd gekookt door een topkok. Ook extra handjes zijn nodig om de mensen te helpen eten, maar dit is financieel onhaalbaar.” Ook al bestaat zijn onderzoek uit veel theorie en data, Jos weet als geen ander hoe het er bij verpleeghuizen aan toe gaat. Zijn vrouw is manager bij een verpleeghuis en zelf is hij er vrijwilliger.
Ideale voedingszorg
“Ik wilde tijdens mijn onderzoek in het verpleeghuis niet alleen kijken hoeveel mensen eten en welke groepen het goed doen en welke wat minder. Maar het verschil met wat ze eten en zouden moeten eten, is zo groot, dat de ene groep het hooguit minder slecht doet dan de andere. Dit maakt de behandeling lastig, want met alleen een extra plak kaas komen we er niet.” Daarom is Jos blij bij het Lectoraat Voeding, Diëtetiek en Leefstijl als postdoc onderzoeker verder onderzoek kan doen hoe de ideale voedingszorg eruitziet.
Koppeling onderzoek en onderwijs
“Wij doen binnen het lectoraat kwalitatief op een heel hoog niveau praktijkgericht onderzoek. Dat is mogelijk dankzij de studenten. We hebben aan de ene kant veel kennis in het lectoraat en aan de andere kant de menskracht van studenten.” Jos is er duidelijk over: “Als onderzoeker kun je niet zonder studenten. 20 studenten bekeken 3 dagen lang bij 186 mensen in verpleeghuizen de voedingsinname ouderen.” Om de vertaalslag naar het onderwijs zoveel mogelijk in te bedden, deelde Jos kort voor zijn promotie de resultaten met studenten. “Bijna alle onderzoekers bij de HAN zijn docent, dus daar worden praktijksituaties gedeeld. Met dit soort onderwerpen is de vertaalslag naar de praktijk groot.”
Jos Borkent
In 2016 startte Jos met de master Health Science aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij stortte zich op de complexe gezondheidsuitdagingen van de toekomst. Tijdens z’n stage kwam hij bij de HAN terecht waar hij lector Marian van der Schueren leerde kennen. Zij werkte toen zowel op de VU als op de HAN. Jos vervulde tijdelijke de docentfunctie Statistiek bij Hogeschool InHolland totdat lector Marian hem vroeg of hij als onderzoeker aan de slag wilde bij haar Lectoraat Voeding, Diëtetiek en Leefstijl. Marian is inmidddels professor in Wageningen en was zijn promotor bij zijn promotieonderzoek.