Christien Lokman: "Trots vind ik een lastig woord"
Na precies 20 jaar verlaat Christien Lokman de HAN. Ze zette de master Molecular Life Sciences op en stond aan de wieg van het HAN Biocentre. Ook werd ze lector, trok eigenhandig het zwaartepunt Schoon - SEE naar een hoger plan én is medeverantwoordelijk voor de realisatie van Connectr Energy Innovation.
Christien, je hebt zoveel gedaan bij de HAN. Wat is de reden dat je na 20 jaar vertrekt?
“Het is een combinatie van dingen. Ik ben nu 60 jaar en ben gaan nadenken: wat wil ik nog? Ook is de manier van werken anders geworden: eerst door corona en daarna de introductie van flexwerken. Mijn werk bestaat onder andere uit praten en verbinden over de hele HAN heen. Nu flexwerken normaal is geworden, raak je toch wat losgezongen van de organisatie. Wie zit waar en is wanneer aanwezig? Mensen onderschatten de kracht van fysiek bij elkaar komen. Ik mis het om even iemand aan te schieten in de gang, even bijpraten bij de koffieautomaat. Door meer lege gangen en kantoren dreig je toch de verbinding wat kwijt te raken. Maar laten we niet vergeten dat ik niet voor niets 20 jaar bij de HAN ben gebleven. Ik heb er een fantastische tijd gehad en het is ook gewoon tijd voor iets nieuws.”
Hoe ben je eigenlijk bij de HAN terechtgekomen?
“Ik werkte al 17 jaar bij TNO, maar had in mijn hoofd dat ik ook ooit graag iets in het hoger onderwijs wilde doen. Dat leek me een ontzettend dynamische omgeving om in te werken. Ik solliciteerde op een vacature voor docent biochemie. Dat werd ik net niet, maar kreeg even later wel de vraag of ik de masteropleiding Molecular Life Sciences op wilde zetten. Masters waren in het hbo toen nog heel nieuw en ik had geen ervaring met onderwijsontwikkeling. Eigenlijk best bizar!”
En nogal spannend, lijkt me.
"Zeker. Ik begon in juni 2003 en in september kwamen de eerste studenten. Er moest heel veel ontgonnen en uitgedacht worden. Daarvoor hadden we een uitstekend team opgetuigd. Zo lukte het om in het eerste jaar telkens net een module vooruit te lopen op de studenten. De master moest ook door een accreditatieproces. Het was landelijk nog niet eerder gebeurd dat een hbo-master daar in één keer doorheen kwam. Dat lukte ons wel. Een geweldige mijlpaal.
Grappig is misschien ook nog dat Mark Rutte destijds staatsecretaris van onderwijs was. Ik raakte met hem aan de praat tijdens een gezamenlijke studiereis naar Duistsland. Ik had een discussie met hem over de bekostiging van hbo-masters. Hij was echt niet van plan hbo-masters in aanmerking te laten komen voor bekostiging. Ik kon deze behendige prater niet overtuigen, dat snap je wel. Maar jaren later, onder zijn premierschap, is het toch gebeurd en hebben hbo-masters echt een unieke en belangrijke plek verworven in het onderwijslandschap.
Werkend aan de masteropleiding miste ik het onderzoek en de verbinding met het bedrijfsleven, zoals ik dat bij TNO gewend was. Dat besprak ik met mijn leidinggevende en zo ontstond het idee voor het HAN Biocentre. Daar kon onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven met elkaar verbonden worden. Zo is het Biocentre in de loop der jaren geworden wat het nu is.”
Hoe zou je het Biocentre nu omschrijven? Ben je er trots op?
“Trots vind ik zo’n lastig woord. Ik kijk tevreden terug op hoe ik de kans heb gekregen het verder uit te bouwen. We werkten samen met kleine bedrijven en moesten steeds achter subsidies aanjagen. We moesten namelijk wel onze eigen broek ophouden. Op een gegeven moment haalden we een grote RAAK-subsidie binnen waarmee we, samen met het bedrijfsleven, 4 jaar lang onderzoek konden doen. Dat was een echte doorbraak en stelde ons in staat om de onderzoeksgroep verder uit te breiden. Het unieke van het Biocentre is onze prachtige fermentatiefaciliteit in combinatie met een multidisciplinair onderzoeksteam. We zijn een onafhankelijke en betrouwbare partner.”
Het unieke van het Biocentre is onze prachtige fermentatiefaciliteit in combinatie met een multidisciplinair onderzoeksteam. We zijn een onafhankelijke en betrouwbare partner.
Even terugkomend op het woordje trots: er is toch vast wel iets waar je trots op bent als je nu kijkt naar het Biocentre?
“Ik vind het mooi dat we kunnen meebewegen op de maatschappelijk grote vragen. Zo zijn we doorontwikkeld op het gebied van circulair en biobased. Ook datascience speelt een steeds grotere rol in alle projecten die we doen. We dragen bij aan de zoektocht naar duurzame grondstoffen en hoe die toe te passen in hoogwaardige producten. Als je me vraagt waar ik trots op ben, is dat bijvoorbeeld het project waarin we olie hebben weten te verkrijgen uit een gist. Die gist kan groeien op afvalstromen en de geproduceerde olie kan gebruikt worden in hele hoogwaardige toepassingen, zoals in verven en lakken. Het project heeft ondertussen ook de belangstelling gewekt van een grote farmaceut. En wat ook nog mooi is, is dat één van de collega's op dit onderwerp promoveert. We hebben daarin behalve met het bedrijfsleven, ook een mooie samenwerking met de WUR.”
Ondertussen werd je programmamanager van het zwaartepunt
“Bij de HAN wilden ze meer focus en herkenbaarheid met de zwaartepunten. Ik hou van het verbinden, kansen zien en pionieren. Bovendien motiveerde de thematiek van Schoon - Sustainable Energy and Environment me: de energietransitie en de circulaire economie. Het ging om het verbinden van de kracht van de HAN met de landelijke en regionale agenda’s. De HAN heeft veel kennis in huis. Het sterke punt van het zwaartepunt is die kennis met elkaar te verbinden. De energietransitie en groei naar een circulaire economie is niet alleen een technisch vraagstuk. Het is ook een sociaal, economisch en juridisch vraagstuk. In de afgelopen 5 jaar is het aardig goed gelukt die disciplines met elkaar te verbinden. Nu gaat het erom dat we gezamenlijk van een nog grotere betekenis voor het versnellen van de energietransitie kunnen zijn in bijvoorbeeld wijken of op bedrijventerreinen.”
En vanuit Schoon - SEE schoot je door naar je laatste wapenfeit: Connectr Energy Innovation
“Ja. Dat heeft voor mijn gevoel heel lang geduurd, al is het in feite slechts 4 jaar. Goedbeschouwd is dat helemaal niet zo lang voor het opzetten van een heel nieuw ecosysteem waar onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven elkaar zo kunnen vinden. Eind van dit jaar is het HAN-gedeelte in het Connectr Innovatielab klaar. Het wordt een inspirerende omgeving waar studenten, docenten, onze onderzoekers en lectoren samen met bedrijven de handen ineen slaan om de innovaties die nodig zijn in de energietransitie te versnellen. Het ademt een sfeer uit van: hier wil je werken, hier wil je zijn. Het wordt een heel bruisende omgeving.”
Wat is jouw aandeel in het opzetten van Connectr geweest?
“Mijn kracht ligt in volhouden, verbinden van disciplines, mensen laten wennen aan elkaars taal, maar vooral erin blijven geloven. Anders kom je natuurlijk nergens. Het samenwerken in een dergelijk ecosysteem is het onderwijs van de toekomst en gaat enorm helpen bij de versnelling van innovaties.”
Nu is Connectr bijna een feit, en dan ga je weg. Vind je dat niet zonde?
“Aan de ene kant wel, maar aan de andere kant zit mijn taak om te initiëren en aan te jagen erop. De academies moeten er nu verder invulling aan gegeven. Ik volg verdere ontwikkelingen natuurlijk op de voet en hoop op een uitnodiging bij de opening van het innovatielab.”
Naar de film "I am Greta"
Want de hamvraag is natuurlijk: wat ga je hierna doen?
“Ik blijf actief op het gebied van duurzaamheid. Het afremmen van klimaatverandering en vervuiling van onze planeet blijft mijn drive. Het fascineert me hoe wij mensen in elkaar zitten en dat we het heel moeilijk vinden om de omslag te maken naar 'minder'. Zo is de textiel- en kledingindustrie één van de meest vervuilende industrieën en krijgt ondanks dat relatief weinig aandacht. Daar wil ik op eigen wijze iets mee, vanuit m’n eigen creativiteit en door bij te dragen aan bestaande of nieuwe projecten en programma’s.”
Buiten werk om ben ik altijd bezig geweest met duurzaam textiel en mode. De textiel- en kledingindustrie is een van de meest vervuilende industrieën en krijgt ondanks dat relatief weinig aandacht. Daar wil ik op eigen wijze iets mee, vanuit m’n eigen creativiteit en door bij te dragen aan projecten en programma’s.
Toch zal dat niet meer op de HAN zijn. Wat ga je het meeste missen?
“De jonge omgeving waarin je zit! En dat ik met zoveel leuke en inspirerende mensen samen heb mogen werken, naar concrete resultaten. Ik hoop dat in mijn nieuwe activiteiten ook weer te vinden. In deze dynamische werkomgeving heb ik in veel vrijheid enorm veel geleerd. Ik hoop dat ik, op mijn manier, echt mijn steentje bij heb kunnen dragen aan duurzaamheid en de energietransitie. En ja, daar kijk ik met ontzettend veel plezier op terug.”