De Gelderse Onderwijs Vallei: veelbelovend samen opleiden

Grote lerarentekorten, uitval en weinig animo voor de lerarenopleiding: het onderwijs worstelt. Om daar wat aan te doen, is in de regio Ede-Wageningen een nieuw partnerschap Samen Opleiden opgericht. Projectleider Yvonne van Hoeckel vertelt over de uitdagingen en opbrengsten.


Het begon allemaal in een klaslokaal van de Hogeschool Utrecht. Yvonne volgde daar de cursus Schoolopleider, net als Mirjam van Putten. De twee klasgenoten hadden een klik en doken voor hun eindwerkstuk in regionale vo-partnerschappen. Yvonne: “Die waren er in de Gelderse Vallei eenvoudigweg niet. We vonden alleen landelijk opererende partnerschappen die ook in onze regio actief zijn. Maar geen enkele scholenkoepel met een puur regionaal ‘bondje’ met een lerarenopleiding. Dus besloten we om daar verandering in te brengen.” 

Van projectplan tot partnerschap

CSG Het Streek en RSG Pantarijn, de scholen waar Yvonne en Mirjam werkten, hadden wel oren naar zo’n partnerschap. Alle locaties waren enthousiast. Andere vo-scholen in de regio besloten om nog niet in te stappen. Yvonne: “We vormden een clubje van schoolopleiders van onze twee scholen en instituutsopleiders van de HAN, de Wageningen Universiteit (WUR) en de Radboud Docenten Academie (RDA). We dienden een gezamenlijk projectplan in bij het ministerie van OC&W, werden uitgenodigd voor een audit en kregen op 1 december vorig jaar de status van aspirant-partnerschap Samen Opleiden: de Gelderse Onderwijs Vallei (GOV) was een feit.” 

portretfoto yvonne van Hoeckel

Waarom samen opleiden?

Samen opleiden is om twee redenen belangrijk, stelt Yvonne. En die twee redenen zijn met elkaar verweven: “Op de eerste plaats wil je dat studenten en starters een goede begeleiding krijgen. Dat ze thuisraken in alle facetten van het onderwijs en de theorie en de praktijk kunnen verbinden. Daar heb je én de opleiding én de stagescholen voor nodig. Als jonge (aankomend) professionals zich goed gesteund weten, kunnen zij zich ontwikkelen tot nog betere leraren, die plezier hebben in hun vak en dus behouden blijven voor het onderwijs. Hoe hard dat nodig is, weten we allemaal.” 

Wat is er al bereikt?

Het GOV-partnerschap is nog jong. Toch is er al het nodige gerealiseerd, vertelt Yvonne. “De schoolopleiders van Het Streek en Pantarijn zijn gefaciliteerd in tijd en ruimte om de studenten en werkplekbegeleiders (wpb’ers) te ondersteunen en om zichzelf te professionaliseren door samen te werken. Verder zijn er taakomschrijvingen geschreven, zodat én de schoolopleiders én de wpb’ers weten wat er precies van hen verwacht wordt.”  

Goede begeleiding is zó belangrijk in je eerste jaren als leraar.

De schoolopleiders hebben bovendien een programma met wisselende activiteiten samengesteld. Daar is tijd voor vrijgemaakt op de donderdagochtend. “De ene keer gaat het om intervisie, een andere keer gaan studenten naar de andere school om daar een kijkje in de keuken te nemen. Of we organiseren een themabijeenkomst. We zorgen dat ook starters aan bod komen; goede begeleiding is zó belangrijk in je eerste jaren als leraar.” En zo is er al meer uit de grond gestampt. Bijeenkomsten voor zittende leraren die misschien wel studenten willen gaan begeleiden. En als ze de stap dan zetten, dan is er een cursus om het ‘vak’ van wpb’er onder de knie te krijgen. Deze wordt gegeven door de HAN. 

GOV-dag

Verder wordt er driemaal per jaar een GOV-dag georganiseerd, voor alle studenten en wpb’ers. De instituutsopleiders van de HAN, RDA en de WUR zijn betrokken bij de organisatie en uitvoering van deze bijeenkomsten. Kortgeleden was de eerste, vertelt Yvonne: “Een informatief en interactief programma. Voor de studenten is het verplicht. Dat zijn er nu zo’n 50 – in verschillende fases van hun opleiding. We willen dat zij elkaar ontmoeten en in de workshops samen aan de slag gaan; dat helpt om je weg te vinden, ook naar elkaar.”  
 
Voor de wpb’ers is er deels een apart programma, passend bij hun rol: Hoe vul je formulieren in? Wat doe je bij problemen? Wat verwachten de verschillende opleiding van hun studenten, en wat betekent dat voor de begeleiding?  

Samen opleiden in praktijk

De schoolopleiders van Het Streek en Pantarijn en de instituutsopleiders van de HAN, de WUR en de RDA werken in verschillende focusgroepen met elkaar samen. “Ze willen bijvoorbeeld graag een deel van hun curricula inruimen voor een uniform thema binnen werkplekleren. Dat is een hele uitdaging!” Die uitdaging is zo groot, omdat de drie opleidingsinstituten heel verschillende programma’s hebben voor studenten die een lesbevoegdheid willen halen. De doorlooptijd varieert van 6 maanden tot 4 jaar. “Op zoek dus naar de rode lijn van gezamenlijkheid!” 

De rol van de HAN

We zoomen even in op de HAN: wat draagt die bij aan het partnerschap? Yvonne: “Op de eerste plaats sparren we regelmatig over werkplekleren, over de volle breedte. Want hoe zorgen we samen dat de theorie duidelijk (en snel) wordt verbonden aan de praktijk? Dat de studenten niet pas na een half jaar, als ze weer in de schoolbanken zitten, ontdekken: ‘Dat had ik toen anders moeten doen.’ Dat betekent dat we ook nauw samen optrekken bij curriculumherzieningen en dat de HAN zorgdraagt voor de training van de wpb’ers die HAN-studenten (gaan) begeleiden.”  
 
Maar ook op het gebied van randvoorwaarden heeft de HAN een belangrijke rol, net als de WUR en RDA. Binnen een jaar moet het gezamenlijke aantal studenten groeien van 50 naar 150. “Haast ondoenlijk, maar we gaan ervoor. Gelukkig kunnen we hierbij rekenen op de expertise van de HAN, WUR en RDA over andere partnerschappen en Samen Opleiden.”  
 
Yvonne van Hoeckel is projectleider van de Gelderse Onderwijs Vallei (GOV). Ze is daarnaast lerarenopleider aan de Wageningen Universiteit en docent biologie op CSG Het Streek in Ede. Ze studeerde gezondheidswetenschappen en startte in 2002 als zij-instromer in het primair onderwijs.  

De week van Samen opleiden

Omdat het deze week de landelijke Week van Samen Opleiden is, verschijnt er iedere dag een artikel over Samen Opleiden vanuit HAN Academie Educatie.