Opleiden van wendbare professionals: wat werkt?
Professionals hebben in hun werk steeds vaker te maken met nieuwe, onverwachte en complexe (maatschappelijke) uitdagingen. Dat vraagt om wendbaarheid. Hoe ontwikkel je die al in het hoger onderwijs? Onderzoek leverde nieuwe kennis en producten op.
Werk en samenleving veranderen snel. Daarom wil de HAN wendbare, maatschappelijk betrokken wereldburgers opleiden die bijdragen aan een slimme, schone en sociale wereld. De resultaten van het recent afgeronde onderzoeksproject Adapt at work helpen daarbij, vertelt Wietske Kuijer. Zij is lector Responsief Beroepsonderwijs bij de HAN en één van de projectleiders van het door NRO gefinancierde onderzoeksproject.
Professionals moeten ánders doen' dan ze altijd deden en eerder leerden
Wietske legt kort uit waarom onderzoek nodig was: “Professionals krijgen te maken met nieuwe, onverwachte en complexe situaties. Ze moeten daarin ‘anders doen’ dan ze altijd deden en eerder leerden. Soms in hun eentje, maar meestal samen met anderen. Wie dat kan, beschikt over adaptieve expertise (wendbaarheid). En weet dus in te spelen op nieuw, onverwacht en complex.”
De onderzoeksvraag
De ontwikkeling van adaptieve expertise gaat echter niet vanzelf. Dat vraagt om gerichte inspanning van het hoger onderwijs, waar leer-werkomgevingen goede mogelijkheden bieden om adaptieve expertise te ontwikkelen. Maar hoe precies? Dat is wat vijf universiteiten en zes hogescholen, waaronder de HAN, onderzochten. De vraag die ze stelden: Wat werkt, voor wie, onder welke omstandigheden en hoe in de ontwikkeling van adaptieve expertise in werk-gerelateerde contexten in het hoger onderwijs?
De uitkomsten
De onderzoekers ontwikkelden wetenschappelijk onderbouwde inzichten voor het ontwerpen van effectieve leer-werkomgevingen en voor passende begeleiding in de ontwikkeling van adaptieve expertise bij studenten. De resultaten laten zes dimensies zien. Die geven in samenhang richting aan ontwerpkeuzes voor leer-werkomgevingen, zodat adaptieve expertise ontwikkeling gestimuleerd kan worden.
De dimensies bieden onderwijsontwikkelaars op zes vlakken houvast:
- Hoe rekening te houden met bepaalde kenmerken van de lerenden;
- Inzicht krijgen in en bepalen van passende kenmerken van taken voor studenten;
- Bepalen van beoogde interactie en samenwerking met andere disciplines en belanghebbenden;
- Creëren van een leer- en werkklimaat waarin studenten als professionals worden gezien, verantwoordelijkheid nemen en zich veilig voelen;
- Vormgeven van begeleiding bij kritische reflectie;
- Vormgeven van begeleiding van studenten bij het werken aan de taken.
Tanja Tankink, onderwijskundige bij de HAN en lid van het onderzoeksteam: “Het is duidelijk dat er geen one-size-fits-all is. Er moeten ontwerpkeuzes worden gemaakt die passen bij de specifieke onderwijscontext en de kenmerken van de lerenden.”
Gesprekskaart en handreiking
De onderzoekers ontwikkelden verschillende producten voor de ontwikkeling van adaptieve expertise, waaronder een gesprekskaart en een handreiking. Tanja: “De gesprekskaart helpt studenten, docenten en andere betrokkenen zich bewust te worden van het bestaan van adaptieve expertise, het belang ervan in hun toekomstig werk en waar zij staan in hun ontwikkeling.” Voor verdieping kan er geluisterd worden naar podcasts van gesprekken met professionals uit de zorg, bestuur en consultancy, hoger onderwijs, engineering, politie en de training van astronauten.
De gesprekskaart is ook bruikbaar voor docenten, begeleiders en onderwijsontwikkelaars om een gezamenlijk beeld te vormen van de waarde van adaptieve expertise ontwikkeling in de eigen opleiding(en). Dat beeld is nodig om gericht tot ontwerp- en inrichtingskeuzes te komen.
Met de gesprekskaart en de handreiking voor de ontwikkeling van adaptieve expertise kun je gericht aan de slag
Een andere opbrengst van het onderzoek is de handreiking. Daarmee kunnen onderwijsontwikkelaars en begeleiders van leer-werkomgevingen gericht aan de slag met het stimuleren van adaptieve expertise ontwikkeling in het eigen onderwijs. Tanja: “Ze kunnen daarbij bovendien inspiratie halen uit het themanummer Adaptieve Expertise van het tijdschrift Onderzoek en Onderwijs. Daarin staan de verhalen rondom de elf leer-werkomgevingen die Adapt at Work onderzocht.”
Hoe nu verder?
De HAN zet – in lijn met het haar Koersbeeld – in op Smart learning. Wietske: “In het nieuwe door de HAN gefinancierde project ‘versterking responsief beroepsonderwijs’ worden de resultaten van Adapt at Work meegenomen in de doorontwikkeling van het onderwijs binnen de HAN. Tevens krijgt het een plek in de learning community Open eind leren. Verder zal de HAN bij NRO een aanvraag indienen voor een Comenius Leadership-subsidie. Daarmee wordt beoogd - met gebruik van de uitkomsten van Adapt at Work - te komen tot verdere HAN-brede onderwijsinnovatie.”
Meer weten?
Kijk op de website van Adapt at Work of neem contact op met onderwijskundige Tanja.Tankink@han.nl of lector Wietske.Kuijer@han.nl.
De onderwijsinstellingen die naast de HAN en het Radboudumc deelnamen aan het onderzoek zijn: Avans, Fontys, Hanze hogeschool, Saxion, Hogeschool Utrecht en de universiteiten van Maastricht, Twente, Utrecht en Wageningen. De projectleiding bestond naast Wietske uit Loek Nieuwenhuis (emeritus lector Beroepspedagogiek bij de HAN) en Lia Fluit (emeritus hoogleraar Innovatief en persoonsgericht leren en opleiden in de zorg (Radboudumc)).