HAN promotiebeurs voor onderzoeker Maarten Podt

Maarten legt uit: “Veranderingen in technologie, maatschappij en klimaat maken het werkveld van waterkeringbeheerders steeds complexer. Tegelijkertijd dealen we met een dijkversterkingsopgave van 2.000 kilometer vóór het jaar 2050; de grootste sinds de Deltawerken. Deze complexiteit heeft een punt bereikt waarop het bijna onmogelijk is om systeemoverzicht te behouden zonder geavanceerde informatiesystemen. Deze systemenvereisen echter een robuust en georganiseerd datafundament, dat in de praktijk vaak lijkt te ontbreken.”

Zijn promotieonderzoek heet Flood Defence Data Asset Management. In zijn titel laat hij zien dat data één van de belangrijkste assets van organisaties zijn. Beschikbaarheid en vindbaarheid van goede kwaliteit data zijn een succesfactor: waterkeringbeheerders moeten immers de juiste hoeveelheid data op het juiste moment hebben voor het nemen van een geïnformeerd besluit. Gelukkig zijn de waterschappen en Rijkswaterstaat al flink bezig met data science en AI. Om goed gebruik te kunnen maken van deze ontwikkeling is een sterk datafundament nodig. En die wil Maarten helpen leggen.
Zijn studie onderzoekt dus hoe waterkeringbeheerders hun datamanagement kunnen verbeteren om betrouwbaarder en effectiever assetmanagement uit te voeren op strategisch, tactisch en operationeel niveau.

Maarten is in project Taaie Dijken Klimaatrobuust nu al bezig met het bouwen van de landelijke dijkdataset. Hier komt informatie over onder andere dijkgeometrie, materiaalgebruik, constructies en ondergrond in terug. Hij traint een model om bekledingstypes van dijken te onderscheiden op basis van luchtfoto’s zodat je makkelijk kan zien waar in Nederland welke dijkbekleding voorkomt. “Dat betekent dat je het model goed moet trainen om de juiste pixels te herkennen.”

Maarten is de komend 4 à 5 jaar zoet met zijn PhD. “Ik start met het volgen van data door hun volledige levenscyclus. Die cyclus omvat het plannen van onderzoek, data inwinning, data-analyse, datadeling, archivering en hergebruik. Bij waterschappen zien we dat de cyclus vooral onderbroken wordt op de overgang van fysieke assetactiviteiten naar abstractere data-activiteiten. Dat is uitlegbaar, want waterkeringbeheer heeft altijd gefocust op de fysieke assets.”

“Door de data te ‘volgen’ kunnen we zien waar datastromen stagneren en waar datasilo’s ontstaan.” Een datasilo is een verzameling van data bij één groep die niet gemakkelijk of volledig toegankelijk is voor andere groepen binnen dezelfde organisatie. “Ik wil onderzoeken hoeveel tijd verloren gaat aan het terugvinden van data. Een eerdere studie bij Rijkswaterstaat liet bijvoorbeeld zien dat 10 tot 70% van de tijd verloren gaat aan de zoektocht naar verloren data (Kisjes, 2017). Het vaststellen van vergelijkbare verliezen bij waterschappen en het projecteren van deze kosten op het Hoogwaterbeschermingsprogramma, dat zou ontzettend waardevol zijn.”

“Naast het volgen van data in hun levenscyclus, wil ik een studie doen naar de volwassenheid van datamanagement bij alle waterschappen. Dit is een soort benchmark die gaat helpen om sterktes en zwaktes te pinpointen. Het helpt om van elkaars datapraktijk te leren. Ik hoop dat de waterschappen hieraan willen meewerken.”

“Ik ga tevens 2 tools ontwikkelen: een parametrische dijkontwerp tool op basis van de nationale dijkenatlas, en een landelijke inspectiedataset waarin we trendanalyses kunnen doen naar schades op de dijk,” vertelt hij. “Door tools te ontwikkelen ga ik daadwerkelijk aan de slag met de data. Daardoor kan ik de status van de data en datamanagement beter begrijpen.”

In de nationale dijkenatlas is straks alle feitelijke dijkinformatie te vinden. “Het droombeeld is een single point of truth voor dijkdata,” vertelt Maarten. “Er zijn nog veel stappen om dit te bereiken. Het vereist niet alleen koppelingen met de databases van waterschappen, maar een volledig nieuwe manier van samenwerken.” Hij gaat verder: “Voor het aantonen van de meerwaarde van de atlas wil ik er parametrisch ontwerp in mogelijk maken, dat aan de hand van parameters verschillende ontwerpvarianten toont. Aan de hand van toekomstscenario’s en ontwerpregels voor dijken, ontwerpt de tool de meest passende dijk.”