Formatief handelen: hoe zet je het effectief in?
Steeds meer scholen en leraren ontdekken de kracht van formatief handelen. Formatief handelen wordt ingezet om het onderwijs effectiever te maken en het leren van leerlingen beter te kunnen ondersteunen. Toch blijkt het in de praktijk niet altijd makkelijk om de gewenste impact te bereiken.

Formatief handelen is een continu proces met meerdere strategieën
Formatief handelen wordt ook wel formatief evalueren of toetsen met een formatieve functie genoemd. Een veelgemaakte misvatting is dat formatief handelen bestaat uit één of meerder losse activiteiten, zoals ‘geen of minder cijfers geven’, ‘feedback geven’ of ‘werken met wisbordjes en exit tickets’.
In werkelijkheid draait het echter om een continu proces bestaand uit vijf samenhangende strategieën die samen de volgende vragen beantwoorden:
1. Waar werken we naartoe?
2. Hoe zorg ik ervoor dat mijn leerlingen dat ook weten?
3. Hoe weet ik tussentijds waar mijn leerlingen staan?
4. Hoe weten mijn leerlingen waar ze staan?
5. Hoe sluiten we hierop aan en wat zijn de beste vervolgstappen?

1. Waar werken we naartoe?
Duidelijke leerdoelen en succescriteria zijn de basis van formatief handelen. Wat moeten leerlingen kennen, begrijpen en kunnen? En wat moeten leerlingen laten zien om aan te tonen dat ze een leerdoel beheersen? Als leraar moet je deze doelen en succescriteria scherp voor ogen hebben in het ontwerpen en uitvoeren van je onderwijs.
2. Hoe zorg ik ervoor dat mijn leerlingen dat ook weten?
Leerlingen leren effectiever als ze weten wát ze leren en waarom. Simpelweg een leerdoel op het bord schrijven is vaak niet genoeg. Help hen actief nadenken over hoe succes eruitziet: laat voorbeeldwerk zien, bespreek succescriteria en geef leerlingen de kans om zelf te beoordelen wat goed werk is.
3. Hoe weet ik tussentijds waar mijn leerlingen staan?
Tussentijds checken hoe je leerlingen ervoor staan is cruciaal. Wat beheersen ze al? Welke misconcepties hebben ze nog? Dit hoeft niet altijd met aparte toetsen of instrumenten – vaak kun je deze inzichten al halen uit interactie in de les, werkvormen en oefeningen.
4. Hoe weten mijn leerlingen waar ze staan?
Leerlingen hebben baat bij heldere, gerichte feedback op basis van de informatie die je hebt opgehaald. Maar let op: feedback werkt alleen als ze er daarna ook echt iets mee kunnen gaan doen. Zorg dus dat er ruimte is om bij te sturen en verder te oefenen met behulp van de gegeven feedback. Geen tijd om ermee aan de slag te gaan? Dan heeft feedback geven op dat moment weinig zin.
5. Hoe sluiten we hierop aan?
De inzichten die je verzamelt bij de tussentijdse checks, vormen de basis voor je vervolgacties. Wat hebben je leerlingen nu nodig? Hoe pas je je les hierop aan? Formatief handelen draait om bewust schakelen tussen waar je leerlingen staan en waar je naartoe wilt.
De sleutel tot succes
De sleutel tot succes? Bewaak de samenhang in formatief handelen door de leerdoelen en succescriteria centraal te stellen. Feedback en tussentijdse checks moeten bijvoorbeeld direct aansluiten op deze doelen. Alleen als je de samenhang bewaakt, kun je formatief handelen écht effectief inzetten. Begin daarom bij wat je nu al doet: beantwoord je alle vijf vragen? En zo ja, gebeurt dat in samenhang?
Mocht je hiermee verder willen en hierbij begeleid willen worden bekijk dan ook eens ons incompany-aanbod gericht op formatief handelen.
Of neem contact op met Janneke van der Steen (senior onderzoeker Lectoraat-Eigentijds beoordelen en beslissen via onderzoek-educatie@han.nl en ontdek de mogelijkheden!