Dit is je studie

Je doet als begeleidingskundige ervaring op in de praktijk. De transitieprocessen die je begeleidt worden steeds complexer. In jaar 1 begin je met begeleiden van het individu, in jaar 2 begeleid je teams en organisaties. Je oefent met de begeleidingsvormen supervisie, coaching en organisatiebegeleiding. In de lessen leer je de theorie die je vervolgens meeneemt naar jouw eigen praktijk. Vragen uit jouw beroepspraktijk kun je weer inbrengen in de lessen.

In deze leerlijn houd je je bezig met de theorie van begeleidingskundig onderzoek. Jaar 1 gaat over Handelend Onderzoeken op individueel niveau, jaar 2 over Handelend Onderzoeken op team- en organisatieniveau. Elk jaar voer je een onderzoek uit, in een steeds breder perspectief en rond een steeds complexer vraagstuk. In jaar 1 doe je een fenomenologisch onderzoek naar een eigen ervaring uit de begeleidingspraktijk die dan centraal staat. In jaar 2 doe je een praktijkgericht onderzoek op teamniveau. In de afstudeerfase doe je een breed, praktijkwetenschappelijk handelingsonderzoek. 

Je leert jezelf profileren binnen een organisatie en binnen het werkveld. Je legt je eigen ontwikkeling en persoonlijke groei vast in een portfolio. 

In de afstudeerfase doe je een begeleidingskundig onderzoek (zie Leerlijn Handelend Onderzoeken) en schrijf je een persoonlijk manifest. Het thema voor je onderzoek, de meesterproef, bepaal je samen met je begeleider of werkgever.