Cornel Tol: 'Als persoon en als zorgverlener handel ik over het algemeen vanuit sterke innerlijke motivatie om mijzelf te verbeteren en het liefste ook de mensen om mij heen.'
Lees ook:
Cornel: 'Een tijd terug las ik het boek 'Start With Why' van Simon Sinek. Over wat jouw eigen waarom is, waarom je bepaalde dingen doet. Mijn why is om mensen te inspireren het beste uit zichzelf te halen, ik geloof in een bijdrage leveren op de manier waarop ik het alleen kan.
Zelf heb ik ook een aantal mentoren, weliswaar allemaal op een ander vlak, die mij een spiegel voor kunnen houden en mij kunnen helpen in mijn ontwikkeling, en het beste uit mijzelf te halen.
De weg naar de master was niet een standaard pad, ik ben vanaf vmbo richting mbo sport en bewegen gegaan, waarna ik de bachelor Fysiotherapie gevolgd. Daarna ben ik gestart bij 2 verschillende praktijken. Ik heb eerst twee jaar gewerkt als fysiotherapeut voordat ik aan de Master Musculoskeleta Revalidatie (MMR) begon.
Regie teruggeven omarmd
Klachten in hoofd-hals gebied hebben me eigenlijk altijd al wel wat aangesproken. Er zijn een hoop klachten ´´onverklaarbaar´´. Patienten in de praktijk die ik niet kon helpen met deze klachten zijn een voorbeeld. Constant tegen je grenzen aan lopen als er mensen met hoofdpijn, duizeligheid of andere hoofdhals gerelateerde klachten kwamen.
De opleiding heb ik als zeer prikkelend ervaren op verschillende manieren. Eigenlijk was het startschot van de opleiding wel interessant, het schrijven van een essay over evidence based practice (EBP). Niet per se wat EBP inhield, maar hoe EBP de fysiotherapie verder zou kunnen helpen richting de toekomst.
In het begin vroeg ik me af waarom ik eerst een gezamenlijk jaar met de manueel therapeuten en sportfysiotherapeuten moest volgen, ik wil mijzelf verdiepen in het orofaciale gebied. Achteraf denk ik, is daar de basis gelegd van vele zaken die ik nu nog steeds toepas en gebruik.
Het tweede jaar was de echte uitdaging. Met mijn specialisatie orofaciale fysiotherapie moest ik echt alles nog leren. In je bachelor leer je hier weinig over. De inhoud sloot goed aan bij de praktijk waar ik werkzaam was. In het tweede jaar liep ik een korte stage bij Fysiotherapie MCN, waar ik eigenlijk vrij direct een baan aangeboden kreeg.
Wilfred was mijn kerndocent en mentor voor me. Ik heb regelmatig discussies met hem gehad over waar ik tegenaan liep in de praktijk. Een discussie herrinner ik mij nog goed. Ik gaf aan dat ik alleen maar aan het praten ben met mensen; uitleggen wat er speelt. Een week later komen ze terug en zeggen dat het zoveel beter gaat. Wat doe ik hier dan? Wilfred reageerde: maar als die counseling nou voldoende is voor de patiënten en jij ze de regie teruggeeft met de uitleg die je gegeven hebt. Is dat dan niet voldoende? Dat stukje van de regie teruggeven heb ik vanuit dat stuk ook omarmd.
Naar mijn idee sloot de geleerde theorie goed aan bij wat er in de praktijk toe te passen was. Ik heb mijn tijd op de HAN als prettig ervaren.
Hoofdpijntoppertje
In het tweede jaar kregen we een les waar ik al een tijd naar uitkeek over hoofdpijn. De les werd verzorgd door Hedwig van de Meer. Hoofdpijntoppertje, en inmiddels ook gepromoveerd is op dit onderwerp.
Hoofdpijn vond ik erg interessant en ik heb dan ook direct Hedwig benaderd of het mogelijk was onder haar begeleiding de thesis te schrijven als het zover zou komen. Ze was zelf actief als promovendus en ook verbonden aan het ACTA. Ik kreeg de ruimte om meer ervaring op te doen als orofaciaal fysiotherapeut door mee te draaien tijdens de intercollegiale overleggen op de woensdagen. Hier werden patient casuistieken besproken onder begeleiding van de professoren.
Hedwig liet mij de ruimte om zelf te ontdekken welke vraagstelling ik moest opstellen en hoe ik dit moest opbouwen. Dit ging met vallen en opstaan, en zij is dan ook als een soort mentor geweest op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, en nog steeds.
Het onderzoek ging uiteindelijk over de psychosociale factoren op de ervaren pijn intensiteit en beperkingen bij patienten met hoofdpijn gerelateerd aan de kaak. Psychosociale factoren zijn uberhaupt belangrijk als het gaat om fysiotherapie, dus ik was benieuwd hoe dit zat met de hoofdpijn gerelateerd aan de kaak.
Wat er duidelijk uit naar voren kwam, was dat een deel van de intensiteit van de ervaren pijn en beperkingen verklaard werd vanuit de psychosociale factoren, waarbij je kan denken aan depressie, angst, somatisatie en optimisme. Voor de praktijk betekent dat eigenlijk dat het echt wel van belang is hierop te screenen als je iemand ziet met deze klachten. Zowel diagnostische als therapeutisch.
Kan je wat vertellen over de functie bij Fysiotherapie MCN ?
In principe heb ik momenteel twee werkgevers, Fysiotherapie MCN en fysiotherapie Duin in Volendam. Bij MCN ben ik zoals eerder verteld terechtgekomen door een stage. Daarna ben ik vrij snel aan de slag gegaan bij fysiotherapie MCN en ook actief geworden op de Hoofdpijnpoli van het Boven ij ziekenhuis. Spekkie naar mijn bekkie zou mijn moeder zeggen.
Op de hoofdpijnpoli zie je samen met andere specialisten, waaronder de neuroloog, een aantal patienten met hoofdpijn en ga je gezamenlijk bekijken wat je voor deze patient zou kunnen betekenen. Mijn werkgevers, Bas en Azad, waren hier al een tijd actief.
Ze hadden nog geen orofaciale fysiotherapeut in dienst maar wel affiniteit met dit gebied. Naast de hoofdpijnpoli zie ik in de praktijk ook patienten op directe toegang of verwijzing. Tijdens mijn werkdag zie ik alleen nog patienten met klachten in het hoofdhals gebied.
Ik word vanuit de praktijk ook ondersteund in ambities over het ontwikkelen van de zorg. We discussieren vaak over welke dingen we kunnen ondernemen om het niet alleen binnen fysiotherapie MCN te verbeteren, maar ook daarbuiten. Om collega fysiotherapeuten te kunnen ondersteunen om het beste uit zichzelf halen en ze de tools te geven om dit bij hun patienten te doen.
Wat houdt het masterniveau volgens jou in?
In eerste instantie had ik altijd het idee dat er geen verschil was tussen bachelor en masterniveau. Ik dacht, je leert wat extra tools als je een masteropleiding volgt. Soms denk ik dat het verschil niet helemaal te vangen is, maar ik ga het proberen zo goed mogelijk te beschrijven.
Mijn ervaring met het verschil tussen bachelor en master is - en dit is niet per definitie de waarheid- misschien ook wel een stukje cognitieve bias. Dat masterniveau van denken veel meer gericht is op het waarom. Hoe werkt dit? Waarom werkt het zo? Waarom werkt het niet bij deze specifieke patient? Zijn er zaken die ervoor kunnen zorgen dat ik het effect kan versterken? Of zijn er zaken die ervoor zorgen dat het effect afgezwakt wordt? Breder denken, het grotere plaatje zien, kunnen beoordelen waarom iets past en niet past.
In de praktijk zie ik dit terug doordat met de opgedane kennis, de behandelingen steeds breder ingezet moeten worden. Er zijn weinig patienten die ik niet samen zie met andere collega’s of andere zorgverleners in het veld.
Wat zijn je toekomstplannen?
Momenteel ben ik druk bezig met het schrijven van een systematic review onder begeleiding van Hedwig van de Meer, Annemarie van der Wal en Corine Visscher, en staan er zeker nog 3 systematic reviews op de planning, het liefste gevolgd door hopelijk nog een cool aantal onderzoeken, maar dat komt tegen die tijd.
Daarnaast ben ik momenteel ook actief als bestuurslid bij stichting hersenschudding. Hersenschuddingen zijn een wat ondergesneeuwd klachtenbeeld, en klachten van langdurige hersenschuddingen helemaal. Met het zien van deze patienten is mijn agenda bij fysiotherapie ook flink mee gevuld momenteel. Het doel is om deze klachten meer onder de aandacht te brengen bij zorgverzekeraars, uwv instanties, maar ook onder zorgverleners. Er wordt gewoonweg niet zoveel gedaan aan kennisspreiding op dit gebied. De lotgenoten met een hersenschudding voelen zichzelf dan ook zwaar onbegrepen merk ik vanuit deze groep, wat ook wel logische is omdat het wordt afgedaan als iets kleins, wat grote gevolgen kan hebben.
Dat laatste stukje, het onder aandacht brengen bij zorgverleners ben ik momenteel druk mee bezig met mijn collega Bas. Met alle opgedane kennis hebben wij een cursus opgezet, waarvoor wij momenteel accreditatie aanvragen. De cursus gaat over wat je moet doen bij een hersenschudding: “Eerste hulp bij een hersenschudding” en moet beschikbaar worden voor zowel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners. Dat ongeacht waar deze patiënten binnenkomen, het eerste advies op maat is. Dit zorgt er namelijk voor dat de kans op langdurige klachten enorm verminderd. Naast deze cursus werken wij aan HeadClinics. Een nieuwe innovatieve manier van leren en het verbeteren van samenwerking tussen praktijken in heel Nederland. Helaas kan ik hier binnenkort pas meer over vertellen.