HAN Changemaker Podcast - Ga mee op Supermarktsafari

Presentator: Welkom bij HAN Changemakers, de podcast van de HAN University of Applied Sciences. Over slimme, schone en sociale oplossingen voor de wereld van morgen.

Presentator: In deze aflevering gaan we in gesprek over voeding. Een gezond dieet is niet voor iedereen weggelegd, met alle gezondheidsproblemen van dien. Hoe dat komt, daar gaan we het vandaag over hebben.

Presentator: Maar eerst ga ik in gesprek met Celine Huissen en Habir Ahmed, studenten Voeding en Diëtetiek op de HAN. Ze werken namelijk aan een project dat een gezond dieet stimuleert. En ik mag een kijkje in de keuken nemen. Of eigenlijk een kijkje in de supermarkt.

MUZIEK: Leader Changemakers-podcast

Presentator: Waar staan we precies?

Celine: We staan in de supermarkt. Daar hebben we onze supermarkt safari uitgevoerd.

Presentator: Ja, we staan hier tussen de ingeblikte bonen en groenten en pizza pakketten en olijfolie. Dit is inderdaad de plek waar jullie een project hebben uitgevoerd de afgelopen maanden.

Habir: Ja, klopt. We hebben hier gewoon een rondleiding gehad met een aantal deelnemers van het AZC in Nijmegen. En we hebben gewoon uitgelegd hoe je goedkoop maar ook gezond producten kan halen van de supermarkt.

Presentator: En hoe ging dat?

Habir: Het ging goed. Het was leuk en de deelnemers waren enthousiast.

Presentator: Kunnen jullie mij even meenemen naar een product. Stel, ik heb niet veel te besteden. Ik wil toch gezond eten. Waar moet ik dan naartoe?

Habir: Wij zeggen altijd begin vanuit vers, dan ga naar diepvries. Want diepvries is eigenlijk best wel vergelijkbaar met vers. Bij de oogst halen ze de groente uit de grond, gaan ze deze wassen en dan vriezen ze de groente in. Dus je verliest niet heel veel. De laatste stap is kijken naar blikvoeding en voorverpakte voeding. En dan vooral het etiket lezen: wat zit er in die voeding? Want als je begrijpt wat er in die voeding zit, dan is het eigenlijk in principe gewoon normaal om te gebruiken.

Presentator: Ja, we staan hier naast een schap met allerlei, vooral potten eigenlijk, met groenten en dergelijke. Misschien kunnen we er iets uitpakken. Waar moet ik op letten?

Habir: Als je bijvoorbeeld kijkt naar deze sperziebonen van HAK. Je leest het etiket. Daar staat eigenlijk op sperziebonen, water en natuurlijke aroma, dus er zit geen zout in en suiker. Het is een prima product om te gebruiken. En het is een stuk goedkoper dan bijvoorbeeld verse sperziebonen uit het groenteschap.

Presentator: Mooi. Jullie hadden het ook over diepvriesvoeding. Zullen we daar heel even naartoe lopen? Kijken wat we daar vinden.

Presentator: We staan bij de vis. Hier zie ik zeebaarsfilet, doradefilet, kabeljauw, van alles en nog wat.

Celine: Nou, we hebben bij dit schap eigenlijk vooral gekeken naar wat is nou een gezondere keuze om te maken. Zoals je ziet bij de lekkerbekjes zit er een krokant laagje op, wat eigenlijk niet heel gezond is om toe te voegen. Dan zou je beter voor iets kunnen gaan zonder een krokant jasje, zoals de kabeljauwfilet, waar niet veel aan toegevoegd is.

Presentator: En de zaken die jullie hebben uitgelegd tijdens de supermarktsafari, was dat echt nieuws voor mensen? Of hadden ze stiekem al best wel veel kennis op dat gebied?

Habir: De mensen zelf hadden niet veel kennis als het gaat om wat gezond is. Ze wisten wel veel over voeding, want ze kopen ook natuurlijk boodschappen. Maar als je begint met het kijken, bijvoorbeeld zoals Celine net heeft uitgelegd, naar diepvriesproducten, naar blikvoeding. Dat was allemaal wel nieuwe informatie voor hen. Uiteindelijk hebben we ook begrepen dat het waardevol was. Deelnemers gingen meteen naar huis met de goedkope producten. Dat is ook fijn voor het budget.

Presentator: Dit soort adviezen en projecten zijn ontzettend belangrijk voor de volksgezondheid. Laten we daar in de studio over verder praten, want daar zit een extra gast op ons te wachten.

Presentator: We zijn inmiddels aangeschoven in de studio. Daar zit ook Mirjam Jager. Mirjam is onderzoeker bij de HAN en de Radboud Universiteit. Ze is themacoördinator gezonde voeding, groen, gezond en in beweging. Ze is ook docent aan de HAN. Vergeet ik nog iets belangrijks?

Mirjam: Nee, dat vat het goed samen.

Presentator: Mooi zo. Je hebt een PhD gedaan. Kun je daar eens over vertellen?

Mirjam: Ja, ik heb een PhD bijna afgerond. Ik ben met de laatste loodjes bezig van het opschrijven. Dat ging over cultuur sensitieve dieetbegeleiding. Dat was een project waarbij ik eerst heb gekeken bij de patiënten van diëtisten. Mensen met diabetes die naar een diëtist gingen om voedingsadvies te krijgen, om daar begeleid te worden. Ik heb gevraagd wat zij verstaan onder gezonde voeding en ook hoe zij die begeleiding ervaren. Ik heb de diëtisten geïnterviewd en ik heb ook een camera aangezet op gesprekken, om te kijken hoe de diëtisten zich gedroegen in zo'n gesprek. Met het idee om te kijken: wat is culturele competentie voor een diëtist? Wat moet een diëtist kunnen om goede zorg te kunnen leveren aan mensen met een migratieachtergrond? Dat alles heb ik verwerkt tot een training. Er zat ook nog een review in, een grote literatuurstudie. Het eindproduct was een post-HBO-scholing.

Presentator: Ja, interessant. Dan heb je een mooie blik op diëtetiek en de dieetbegeleiding bij migranten. Laten we het eerst even hebben over het vraagstuk rondom jouw PhD. Waarom is voeding en diëtetiek überhaupt een belangrijk issue? Laten we daar beginnen.

Mirjam: Voeding en diëtetiek in algemene zin of voeding en diëtetiek bij mensen met een migratieachtergrond?

Presentator: Nou, laten we hem afkaderen. Bij mensen met een migratieachtergrond.

Mirjam: We weten dat mensen met een migratieachtergrond meer gezondheidsproblemen hebben. Diabetes is er eentje van, maar er zijn eigenlijk veel chronische ziekten die vaker voorkomen bij mensen met een migratieachtergrond. De groep in Nederland is heel groot en wordt steeds groter. Ongeveer 25% van onze bevolking heeft een migratieachtergrond. Die mensen hebben dus vaker gezondheidsproblemen en komen ook daardoor vaker bij een diëtist. En we weten ook uit ander onderzoek dat die uitkomsten van zorg slechter zijn. Ze hebben bijvoorbeeld vaker complicaties. Als ze diabetes hebben, krijgen ze slechtere uitkomsten daarvan. We weten niet precies hoe dat komt. Een van de factoren waar we denken dat er een invloed zit, is de culturele competentie van de mensen die ze tegenkomen in de zorg.

Presentator: Celine en Habir, zijn dit bekende vraagstukken voor jullie?

Habir: Voor mijzelf wel, want ik ben zelf iemand uit een migratieachtergrond. En ik heb voor mijn opleiding wat meegemaakt rondom dit onderwerp. Dan zie je wel dat, omdat er bepaalde kennis mist, soms de zorg niet goed past bij de hulpvraag. Daarom denk ik dat zulke projecten mooi zijn om de mensen daarmee te helpen eigenlijk.

Presentator: Interessant, heb je daar een concreet voorbeeld van, vanuit persoonlijke kring?

Habir: Ja, bijvoorbeeld vroeger. Ik heb een vluchtelingenachtergrond, en dan kom je hier en dan is alles best wel lastig. Je spreekt de taal niet. Ik merk dat ook bij mijn ouders. Dan moeten ze ook naar een diëtist of bijvoorbeeld naar de dokter en dan probeer je uitleg te krijgen, maar dat is niet altijd makkelijk. Soms hadden ze ook bepaalde hulp gekregen, maar die paste niet helemaal bij hen. Dan kost het heel veel tijd totdat ze naar die zorg gingen die zij nodig hadden.

Mirjam: Wat Habir beschrijft is ook eigenlijk wat ik tegen ben gekomen in de verhalen van mensen. Het taalprobleem is eigenlijk één van de belangrijkste dingen die vervolgens heel veel andere lastige dingen met zich meebrengt, maar de taal is een hele belangrijke factor.

Presentator: Wat zijn dat voor lastige dingen?

Mirjam: Nou, bijvoorbeeld het lukt gewoon eigenlijk niet zo goed om degene die tegenover je zit te leren kennen. Daarvoor is taal natuurlijk een hele belangrijke factor. Ik heb gezien dat het heel moeilijk is om bijvoorbeeld een gesprek te voeren met een tolk erbij. Een professionele tolk wordt in veel diëtistenpraktijken niet vergoed. Zie dan maar eens te weten te komen: wie zit er tegenover mij en hoe kan ik die persoon optimaal helpen? Taal is daar een belangrijke factor in, maar ook de verwachtingen van mensen die ze hebben van de zorg. Ze komen uit een land met misschien wel een hele andere cultuur in de zorg en dat maakt dat soms het advies van een zorgprofessional niet helemaal goed aansluit. Dat is wat ik jou eigenlijk hoor zeggen.

Habir: Ja, ja, precies.

Presentator: Wat zijn de maatschappelijke gevolgen hiervan? Wat gebeurt er als gevolg van die slechtere begeleiding?

Mirjam: Nou, je ziet dus dat de complicaties van ziekte vaker optreden. Aan het einde van de rit zie je dat mensen met lage opleidingsniveaus zes jaar korter leven dan mensen met hoge opleidingsniveaus en ze leven vijftien jaar minder in goede gezondheid.

Presentator: Vijftien jaar minder in goede gezondheid? Dat is flink...

Mirjam: Ja. Culturele diversiteit is daar een onderdeel van, maar dat zal voor een groot deel van de mensen met een migratieachtergrond ook gelden.

Habir: Ja. Je moet ook niet vergeten dat de zorgkosten omhoog gaan. Als we dit probleem zo veel mogelijk kunnen beperken, dan is dat ook fijn. Voor de mensen zelf, maar ook voor die zorg dan in het algemeen. Daarvoor heb je heel veel kennis nodig over de verschillende culturen. En nu is er wel kennis. Er zijn veel dingen die overlappen, maar niet voldoende om iedereen erin mee te nemen, zeg maar.

Presentator: Wat zijn de belangrijke dingen die nog missen volgens jou?

Habir: Er zijn verschillende soorten culturen in Nederland. Waar het meest bekend over is, zijn Turken, Marokkanen, Hindoestaanse mensen en Surinamers. Maar je hebt ook de nieuwe vluchtelingen die aankomen. Je hebt mensen uit Somalië, uit Iran, uit Syrië en die hebben dan net een andere cultuur. Er zijn dingen die wel overlappen, maar er zijn ook verschillen. Als we daar kennis over hebben, denk ik wel dat wij op kunnen spelen. Zeker als diëtisten in de toekomst, maar ook andere disciplines die hiermee bezig zullen zijn.

Presentator: Celine, wat zijn drempels? Drempels die jij bent tegengekomen in dit vraagstuk, die overwonnen moeten worden. Wat zijn belangrijke punten hierin?

Celine: Nou, dat het budget heel erg een vraag is bij hun. Dat ze echt heel erg kijken naar de prijs. Dat ze eigenlijk heel snel gaan voor een goedkoper product, omdat het dan makkelijker is om dat te kopen.

Omdat ze met een beperkt budget zitten, dat ze dan toch voor een ongezondere keuze gaan.

Dat ze gewoon te weinig geld hebben om gezondere keuzes te kunnen maken. Dat vond ik wel zorgwerkend eigenlijk.

Presentator: Is dat herkenbaar, Mirjam?

Mirjam: Ja, een van de factoren die we veel zien inderdaad, is dat armoede een rol speelt in het maken van gezondere keuzes. En soms is het een gebrek aan kennis, want je kunt ook met weinig budget wel leren hoe je gezond boodschappen kan doen in de supermarkt. Maar voor een deel is het ook waar.

Er zijn heel veel gezonde levensmiddelen gewoon inderdaad ook duur en dus misschien wel niet bereikbaar voor een groep mensen.

Presentator: Laten we even teruggrijpen op jouw PhD-onderzoek. Wat zijn de belangrijkste uitkomsten daarvan?

Mirjam: Nou, bijvoorbeeld bij de patiënten kwam er uit dat een deel van de patiënten best wel ontevreden was over de zorg die ze kregen, best wel ontevreden was over het proces van die dieetbegeleiding. Bijvoorbeeld omdat ze verwacht hadden dat een diëtist echt metingen zou doen aan hun lichaam en ook dat ze verwachten dat ze een streng dieet zouden volgen. Terwijl de gebruikelijke manier van werken voor diëtisten is dat ze een advies geven wat heel dicht ligt bij hun gebruikelijke voeding. Wat ze normaal al eten en dan kleine stapjes maken om dat gezonder te maken, omdat we hopen dat mensen het dan langer kunnen volhouden. Dat concept leek voor sommige mensen heel raar. Dan vertel ik wat ik eet en dan krijg ik een advies van wat ik al eet. Hoe kan ik dan afvallen en hoe kan ik dan beter worden? Dat was bij een paar mensen dus wat ze teruggaven. Ik heb ook gehoord dat heel veel mensen wel een aantal dingen wisten over wat gezonde voeding was, dus er was best wel wat kennis. En ook wel wat dingen die we niet per se wisten dat speelden, bijvoorbeeld dat mensen zelf producten hadden die ze dachten dat goed waren voor hun bloedsuiker. Bittere groenten bijvoorbeeld werden genoemd als goed voor de bloedsuiker. En er was zelfs een man, die heb ik zelf geïnterviewd, die maakte een drankje van knoflook en limoen. Dat ging hij dan koken en dat zou goed zijn voor zijn bloedsuiker.

Presentator: Hoe komen mensen aan die kennis dan? Waar halen ze die informatie vandaan?

Mirjam: Dat heb ik nog niet gevraagd, maar ik denk dat dat komt uit een soort voedingscultuur en wat mensen samen ook bespreken wat goed voor je is. Dus ik denk dat dat een cultuurverschil is. Ik heb het ook gezien in andere studies dat er voedingsmiddelen waren die gezond voor je zijn. Ik denk dat dat niet alleen bij mensen met een migratieachtergrond is, maar ook bij Nederlandse mensen. Ik verwacht ook wel dat ze hun eigen ideeën hebben over wat goed voor je is, wat niet altijd per se is wat de diëtiste zal vertellen. Maar dat is wel belangrijk om te weten. Want als iemand zelf gedachten heeft over wat gezond is en het wordt niet besproken als je bij de diëtist zit, dan kan het zijn dat je gewoon elkaar niet helemaal vindt en dat mensen toch dingen gaan doen waarvan ze denken: 'Ja, maar ik doe al wat, wat goed is voor mijn bloedsuiker.’

Presentator: Ja, dus het is ook heel belangrijk om vragen te stellen over het huidige dieet van iemand. En dat is ook heel belangrijk om vragen door te vragen.

Mirjam: Precies. Wat uit de observaties kwam van de gesprekken die ik heb gezien, was juist dat gedeelte wat jij nu noemt, om het te hebben over wat iemand eet, dat bleek heel moeilijk te zijn. Het was vooral door een taalbarrière, maar ook omdat soms de patiënt en de diëtist elkaar niet helemaal goed begrepen, kwam dat gesprek gewoon niet helemaal goed uit de verf. Er waren ook een aantal dingen die diëtisten niet goed uitvroegen, bijvoorbeeld hoe maak je die gerechten waar ze dan over hadden, hoe maak je dat dan klaar? Dat kwam juist niet helemaal goed uit de verf. En dat is heel jammer, want dan heb je vervolgens eigenlijk geen goede basis om iemand te kunnen helpen. Dus dat is een belangrijke uitkomst eigenlijk van die studies.

Presentator: Nu heb je die waardevolle kennis, hoe zet je die kennis nu in om de situatie te verbeteren?

Mirjam: Nou, we hebben dat omgezet in een training. Al die punten die ik had besproken met de patiënten, met de diëtisten, want de diëtisten zeiden zelf natuurlijk ook dingen waarvan ze zeiden: dat vind ik lastig. Taal was daar een belangrijke ook in. Dat heb ik omgezet naar een training, die staat nu in het post-HBO aanbod. Die hebben diëtisten dus al kunnen doen. En één van de dingen is dus: hoe ga je effectief om als je een gesprek hebt met een tolk? En hoe voer je dan ook zo'n gesprek over, wij noemen dat de voedingsanamnese, dus wat eten mensen? Hoe voer je dat gesprek effectiever? Bijvoorbeeld met plaatjes, misschien moeten mensen bijvoorbeeld wel foto's maken van wat ze overdag hebben gegeten in plaats van dat ze dat moeten vertellen. Dat zijn elementen in de training.

Presentator: Habir en Celine, jullie hebben in het kader van de supermarktsafari ook veel gesprekken gevoerd over voeding. Hoe hebben jullie die ervaren? Hoe gingen die gesprekken? Was het lastig om die te voeren? En herkennen jullie wat van die punten die Mirjam noemt?

Habir: Jazeker, we hebben drie focusgroepen gehad. Dat houdt in dat je dan in een groepje met mensen zit en dan ga je al die mensen eigenlijk interviewen. Dan zorg je ervoor dat er een gesprek komt tussen die mensen. Dat zij soort van discussiepuntjes kunnen hebben, zodat je zoveel mogelijk informatie kan verzamelen. Wij hebben dit deels in het Arabisch gedaan. De vragen hebben Celine en ik samen in het Nederlands bedacht. Daarna heb ik deze in het Arabisch vertaald en heb ik deze meegenomen naar de mensen. Om gewoon zoveel mogelijk een leidraad te hebben van hoe moet ik dit aanpakken. Vanuit de mensen zelf zijn wij gaan kijken van oké in hoeverre kan ik bijvoorbeeld bepaalde vragen verder uitvragen en in hoeverre kan ik sommige terug laten dringen. Zoals Mirjam zei, de taalbarrière is iets. Maar de kennis die ze hebben, daar zit veel meer in dan alleen één interviewvraag, er zit heel veel verdieping in. Ik meen me te herinneren bij één van die vragen, die ging over groenten.

Dan vraag je bijvoorbeeld: zijn groenten gezond? En dan krijg je een antwoord van: ja, maar grote groenten zijn minder gezond dan kleine groenten, omdat daar hormonen zijn gespoten. En dan moet je dus heel verdiepend met die mensen in gesprek gaan om te begrijpen, waar ligt het probleem om dan dat op te pakken. Dat is vooral wat we hebben gemerkt.

Presentator: En zelf ook heel veel kennis hebben dan, neem ik aan. Ook over voeding. Tenminste, als je iets wil kunnen weerleggen. Als het gaat om bestrijdingsmiddelen, dan moet je best wel wat kennis per raad hebben, kan ik me voorstellen.

Habir: Ja, en wij hebben daarvoor dus onderzoek gedaan. We hebben gewoon heel veel informatie verzameld. Na die focusroep wisten wij eigenlijk wat de mensen nodig hadden, wat de wensen en behoeften waren. In gesprek met Mirjam zijn we dus heel veel literatuur gaan we gaan zoeken en hebben wij een beeld gevormd van hoe wij die uiteindelijke supermarktsafari in elkaar konden zetten.

Presentator: Ja, precies. En Mirjam, hoe past dit project in het grotere plaatje wat je net geschetst hebt en het maatschappelijke vraagstuk wat we geschetst hebben?

Mirjam: Ja, ik denk dat het een mooi stukje is voor de groep vluchtelingen. Ik kan me het ook zo goed voorstellen. Dat als je hier in Nederland komt. Ik heb dan ook gelezen wat er werd gezegd in die gesprekken. En in hun thuisland ging dat gewoon heel anders. Daar was de supermarkt niet zoals je die hier ziet. Als je dan hier komt met een beperkt budget, dat was een van de grote knelpunten die ze noemden. Dan moet je wel weten: hoe werkt dat in de supermarkt? En hoe kan ik dan met een klein budget gezonde voeding kopen? En hopelijk als je dat nu vroeg in hun tijd hier in Nederland bij kan brengen of daar in ieder geval bij kan helpen, dan hoop je dat dat later zijn vruchten zal afwerpen.

Presentator: Wordt dat ook gemeten of is er nog een manier om de effectiviteit ervan te meten?

Mirjam: Ja nou ik heb toevallig gisteren een gesprek gehad met de volgende twee studenten, want Celine en Habir zijn klaar met hun opdracht. Zij hebben eigenlijk het voorwerk gedaan. De supermarkt safari bestond al, maar niet specifiek voor vluchtelingen. Zij hebben eigenlijk nu onderzocht: hoe moet die eruit zien, wat willen vluchtelingen dan vooral weten en wat zijn hun behoeften? En nu heb ik twee studenten, die gaan hem ook opnieuw uitvoeren. Op een andere plek waarschijnlijk, bij een ander AZC. En die gaan dan dus inderdaad kijken: wat vinden zij ervan en wat zijn de ervaringen van de mensen die deelnemen aan de supermarkt safari? En waarschijnlijk gaan zij ook kijken naar het effect op bijvoorbeeld de kennis. Er zit natuurlijk een stukje kennis wat je bijbrengt in de safari en wij willen weten: werkt dat? Kunnen mensen inderdaad de juiste dingen eruit oppikken?

Presentator: Dit was dus niet een eenmalig project. Het is echt een lopend project met verschillende studentengroepen die ermee aan de slag gaan.

Mirjam: Ja, dat hoop ik. Dat is in ieder geval het idee. Dat zou ik mooi vinden.

Presentator: Zijn er meer van dit soort studentprojecten?

Mirjam: Ja, we waren eigenlijk een mooi team afgelopen semester. Celine en Habir waren twee van de vijf, zes studenten die mee hebben gewerkt aan verschillende thema’s op het gebied van gezondheidsverschillen. Dit was dan een vluchtelingen supermarktsafari. Er was een ander koppel dat heeft gewerkt aan wat zijn de wensen en behoeften van mensen in Nijmegen als het gaat over gezondheidsinterventies? Als voorlichting over gezondheid. Zitten ze daarop te wachten en zo ja, welke onderwerpen zouden ze dan aan bod willen laten komen? Er was ook nog een student die heeft gekeken naar een knelpunt bij de Voedselbank. De Voedselbank heeft voedselpakketten, daar stoppen ze groenten en fruit in. De ervaring daarmee was dat het niet altijd goed aansloot bij wat mensen wilden. Het lukt niet om daar wat mee te maken, omdat ze misschien niet wisten wat ze ermee moesten of het niet gewend waren om daarmee te koken.

Presentator: En dan is het een blik knakworst uit een doos en dan denk je: wat moet ik hier nou mee?

Mirjam: Het ging dan bijvoorbeeld over die groenten en fruit die ze er dan instoppen. Bij een bijeenkomst werd er bijvoorbeeld door een ervaringsdeskundige gezegd: dan zitten er bieten in de doos, ik eet eigenlijk nooit bieten, ik kook nooit bieten zo vanaf rauw. Ik heb geen idee wat ik daarmee moet, ik heb ook genoeg aan mijn hoofd om dat dan weer vervolgens uit te gaan zoeken. Dan liggen die bieten in de koelkasten dan eigenlijk verpieteren ze en doe ik er niks mee. Dat is natuurlijk niet het idee van het verstrekken van groenten en fruit. Je wil dat mensen daar wat mee kunnen maken en daar lekker eten mee kunnen koken. We hadden toen een bijeenkomst met verschillende mensen in Nijmegen die iets doen met armoede en gezondheid. Daar ontstond het idee om te kijken of we misschien wel gerechten kunnen gaan maken van die groenten en fruit. Gezonde gerechten. Deze student heeft gekeken bij mensen die abonnementen hadden bij de Voedselbank of ze dat zouden zien zitten en wat voor gerecht dat dan moest zijn. Dat werd een soep. Ze heeft een aantal soepen gekookt en getest of dit in de smaak zou vallen. Zou je dit willen in het voedselpakket? Dat was heel positief, dus wij gaan daarop door. We hebben een subsidie aanvraag gedaan en die is gehonoreerd gelukkig. Dus we gaan nu vanaf september een project inzetten dat we gaan gezonde soepen koken voor de Voedselbank. Dat wordt dan in plaats van een deel van die groenten die in dat pakket zitten. We gaan dan ook evalueren hoe dat werkt en of mensen dat inderdaad beter waarderen dan losse groenten.

Presentator: Er komen nog veel mooie projecten aan rondom dit thema. Hoe zien jullie dit vraagstuk in de toekomst? We hebben het aan het begin van het gesprek gehad over de gevolgen van slechte dieetbegeleiding. Denken jullie dat er verbetering in komt de komende jaren?

Habir: Ik denk van wel. Ik denk gewoon zo lang er maar meer kennis wordt gewonnen over deze doelgroep, dat er straks veel betere zorg aan hen geboden kan worden. Dat kan door die mooie projecten die Mirjam heeft benoemd. Maar er zullen ook zeker meer projecten in de toekomst komen.

Celine: Ja, ooral dat die handvaten worden gegeven, dat je daarop kan inspelen. Dat er wel veel meer informatie over is en dat je er makkelijk bij kan om dat ook toe te kunnen passen zelf in je eigen werkveld. Ik denk wel dat dat mooi is om dat te doen.

Presentator: Hoe kijk jij daarnaar, Mirjam?

Mirjam: Mijn wens voor de nabije toekomst is om dit veel beter in het onderwijs te kunnen implementeren. Daar gaan we ook mee aan de slag. We zijn bezig met een curriculum herziening bij onze opleiding waar omgaan met diversiteit ook een belangrijk thema gaat worden. Een risico van als je alleen maar kennis aanbiedt in het onderwijs, is dat je dan misschien gaat aannemen van ik weet van mensen met een Marokkaanse achtergrond wat ze eten. Terwijl er zulke grote verschillen tussen personen zijn, dat je elke keer weer heel goed moet kijken: wie ben jij? En wat ben jij gewend? Hoe kan ik jou het beste helpen? Dus het gaat om een deel kennis, het gaat om een deel oefenen, gespreksvaardigheden oefenen, tools kennen die je kunt gebruiken in een gesprek. Dat gaan we beter in het onderwijs implementeren. De post-HBO-scholing die ik heb ontwikkeld is nu voor diëtisten, maar we hebben gesprekken om dat wat uit te breiden, zodat er ook andere zorgprofessionals of misschien wel buurtsportcoaches of praktijkondersteuners in opgeleid kunnen worden.

Presentator: Dat klinkt heel praktisch. Mensen echt tools aanreiken die ze kunnen gebruiken om bijvoorbeeld een gesprek beter te kunnen voeren. Hoe zit het met bewustwording? Zijn mensen zich wel bewust van het probleem? En zo niet, wat gaan jullie daarmee doen?

Mirjam: Ik denk het wel, want uit de gesprekken die ik met diëtisten heb gevoerd, bleek wel dat zij het allemaal een beetje zagen als een soort worsteling. Ze noemden het allemaal als heel moeilijk en ze noemden veel van die worsteling die zij hadden in het gesprek. Dus het is ook geen onwil.

Ze willen heel graag goede zorg leveren aan migranten, maar het lukt gewoon niet altijd goed. Ik hoop dat we daar de studenten beter in kunnen voorbereiden voordat ze het werkveld ingaan. Dat ze al een rugzak hebben met die tools.

Presentator: Dat leek me een mooie afsluiter voor dit gesprek. Mirjam, Celine en Habir, hartelijk dank. En beste luisteraar, bedankt voor het luisteren naar HAN Changemakers. Een podcast waarin we op zoek gaan naar slimme, schone en sociale oplossingen voor de wereld van morgen. Mis geen enkele aflevering en abonneer je op de podcast in je favoriete podcast app.