sleutel in slot van huis

Sjoerd: Welkom bij HAN Changemakers, de podcast van de HAN University of Applied Sciences over slimme, schone en sociale oplossingen voor de wereld van morgen. In deze aflevering duiken we in het woningtekort, of beter gezegd, oplossingen hiervoor. 

MUZIEK: Leader Changemakers-podcast 

Sjoerd: De Rijksoverheid wil tot en met 2030 900.000 woningen bijbouwen in Nederland. Maar waar moeten die komen? En wat moet er eigenlijk gebeuren als er in een gebied nieuwe mensen komen wonen? Mijn naam is Sjoerd en ik ben in Nijmegen. Ik sta op een hele bijzondere plek. En naast mij staat Paul Goedknegt. Hij is Strategisch Stedenbouwkundige bij de gemeente Nijmegen. Hallo Paul.  

Paul: Hallo.  

Sjoerd: Waar staan we precies? 

Paul: Ja, op het voormalige dakterras van La Place. Als onderdeel van het V&D-complex midden in de stad aan de Grote Markt. 

Sjoerd: Ja, we staan behoorlijk hoog, want we hebben mooi uitzicht hier. Ik zie de Waal. Ik kijk over de gebouwen heen waar de befaamde terrassen aan liggen op de Grote Markt in Nijmegen. Laten we bij het begin beginnen. Wat gaat er gebeuren op dit gebouw? 

Paul: Nou, eigenlijk, weet je, met het vertrek van V&D is het warenhuistijdperk afgesloten. En zijn we naarstig op zoek gegaan naar hoe krijgen we het allemaal gevuld? Want er was natuurlijk heel veel winkelvloer op het vlak, maar ook heel veel opslag. En dat stond nu allemaal leeg op een gegeven moment. Nou, we hebben een aantal winkels bereid gevonden om op de begaande grond te vullen. Maar wat doen we dan met de rest van het gebouw? En gelukkig is er een ontwikkelaar, eigenaar gekomen en die wilde daar zijn nek uitsteken om daar ook woning aan toe te voegen. En wij als stad hebben dat ook omarmd, omdat we dachten interessant zo'n zogenaamde mixed use gebouw te maken. Dat betekent een menging van functies. Dus naast winkels ook ruimte te geven voor andere commerciële ruimtes. Werk, vloeroppervlak. Dus dat je units maakt waar mensen kunnen inloggen en woningen toe te voegen. Waar de stad ook om schreeuwt. Bij jouw introductie was al duidelijk: Nijmegen heeft ook een aandeel in het realiseren van die hoeveelheid woningen. 

Sjoerd: Dus op het gebouw waar we nu staan, daar worden woningen aan gerealiseerd? 

Paul: Correct. Ja, kijk, dit is eigenlijk een soort voormalig daklandschap met installaties van de voormalige V&D. Nou, die zijn al weggehaald voor een belangrijk deel. En nu gaan we dus doorpakken met woningen toe te voegen. Maar dat doen we dan zodanig dat zowel die mensen, dus de terrassen of nou de ondernemers of degene die op het terras gaan zitten, niet gestoord worden in hun ondergaande zon. Want dat is belangrijk op de Grote Markt. Dat mensen na een werkdag kunnen borrelen en het zonnetje nog mee kunnen pakken. Dus de nieuwbouw die wordt wel enigszins teruggelegd ten opzichte van de gevel aan de Grote Markt. Zodat het beeld zo min mogelijk wordt verstoord en dat de terrassen met rust worden gelaten. En daarbij wordt het gebouw uitvoerig bestudeerd om te kijken of het dat ook die hoeveelheid wonen kan dragen. En dat is met houtskeletbouw, een hele lichte vorm van constructie, die wordt opgebracht. En daar worden ruim 180 woningen omheen gedrapeerd. 

Sjoerd: 180 woningen, dat is behoorlijk. 

Paul: Behoorlijk, ja. 

Sjoerd: Neem me even mee een klein stukje in de toekomst. We staan hier op een plat dak met een prachtig uitzicht. Wat zien we straks concreet als we hier staan? 

Paul: Eigenlijk een groen aangelegd park met een heel laag paviljoen, horecabestemd. En dan heb je hier dit zicht naar de overkant. Dus je kunt de Waal zien, Spiegelwaal en de Waalsprong. Dus eigenlijk het nieuwe Nijmegen aan de overkant. En hier zit je op een historische plek. De nieuwbouw voor de woningen, die gaat veel meer richting Plein ’44. Het zicht op de Sint-Stevenskerk wordt ook verbeterd ten opzichte van wat er nu staat aan installaties en toch wel achterhaalde vormgeving qua dak. Daar gaan we dus op vooruit. Dat klinkt misschien typisch, maar we gaan het opschonen zodat eigenlijk iedereen er beter op wordt. 

Sjoerd: Ik ben heel benieuwd hoe dat verder in zijn werk gaat en welke implicaties er nog meer zijn als je woningen gaat toevoegen ergens in de binnenstad. Laten we er verder over praten in de studio, want er zit een extra gast op ons te wachten. 

Sjoerd: We zijn inmiddels aangeschoven in de studio en in de studio zit ook Frank Croes van het Centrum een Meervoudige Waardecreatie op de HAN. Dit centrum helpt organisaties in de regio bij hun omslag naar toekomstbestendigheid. Welkom Frank. 

Frank: Dankjewel. 

Sjoerd: Kun je mij vertellen wat meervoudige waardecreatie is? 

Frank: Ja, dat is een lastig begrip, maar daar kan ik wel kort en bondig een definitie van geven. Als je kijkt naar waardecreatie in het verleden lag vaak het accent op de economische waarde van iets. En wat meervoudige waardecreatie doet is dat je probeert die economische waarde niet zozeer als uitgangspunt te nemen, maar veel meer kijkt van waartoe maken we iets? Doen we iets in de planvorming? Wat is het sociale nut ervan? Hoe kan dat vervolgens op een duurzame manier gebeuren waardoor het niet voor de korte termijn van waarde is maar op de lange termijn ook waarde houdt? En hoe kan het uiteindelijk onderaan de streep ook economisch interessant en rendement genereren? Waarbij dus sociale waarde, ecologische waarde en economische waarde elkaar op een hele mooie manier raken en versterken. En wat ik mooi vind is dat we in Nijmegen op tal van plaatsen met projecten bezig zijn, onder andere het pand van V&D waarin je ziet hoe een woonfunctie, waar een grote behoefte aan is in de samenleving, een sociale functie, op een hele mooie manier duurzaam invulling krijgt met houtbouw, CO2-gebonden materiaal, modulair, waardoor het dus ook nog een keer bijdraagt aan het terugdringen van CO2-emissie in de atmosfeer. En onderaan de streep groen wordt, waardoor groen, wonen en de economische waarde van nieuwe bewoners in de stad elkaar op een hele mooie manier gaan raken en versterken 

Sjoerd: Ja, dat is een fantastisch project. Daar komen we net vandaan. Daar heb ik net over gesproken met Paul Goedknegt. En Paul zit ook bij ons aan tafel. Paul, jij kijkt ook met een holistische blik naar dit soort ontwikkelingen. Klopt dat? 

Paul: Ja, klopt. Als Strategisch Stedenbouwkundige bij de gemeente Nijmegen ben je constant de stadsplattegrond aan het monitoren van waar kan je op in gaan spelen, nieuwe trends, toekomstbestendig denken. 

Sjoerd: Daar gaan we straks nog verder op in. We steken deze podcast in via het onderwerp woningbouw. Er is een enorm woningtekort en de overheid wil enorme hoeveelheden woningen bijbouwen in Nederland. Is dat een onderwerp waar jullie veel mee bezig zijn? 

Frank: Ja, daar zijn we zeer zeker mee bezig, want we hebben in Nederland een grote uitdaging. Hoe gaan we om met de schaarse ruimte? En hoe zorgen we ervoor dat wonen, werken, natuur, recreëren allemaal op een prettige manier mogelijk blijven in de toekomst? Dat vereist anders denken over hoe je dingen goed kunt laten samengaan, hoe je met die schaarse ruimte een maximaal rendement kunt behalen. Rendement klinkt misschien als een economische term, maar het gaat ook om rendement als het gaat om natuurwaarde en cultuurwaarde. Je moet echt het begrip rendement veel breder definiëren. 

Sjoerd: Laten we het even hebben over de aantallen. Paul, waar hebben we het eigenlijk over met die opgave? Want in Nederland komen er 900.000 woningen bij tot 2030. Wat betekent dat voor een stad als Nijmegen? 

Paul: Dat wij er 12.000 tot 2030 moeten gaan realiseren. Dat is een behoorlijke opgave. Het is ook goed zoeken, wat Frank aankaart, om de stad efficiënt te gebruiken. We hebben ons uitgesproken om te gaan voor een compacte stadsgedachte. We willen heel nadrukkelijk gebruikmaken van bestaande woningen. Deze optoppen, lagen toevoegen, maar soms ook herbestemmen. Je moet eigenlijk goed bekijken waar je op in wil zetten. Je kunt gebruikmaken van bestaande voorzieningen en infrastructuur. Dus niet rücksichtslos overal maar in paniek woningen bijmaken, maar goed nadenken over waar en hoe.  

Sjoerd: Gebeurt dat over het algemeen goed in Nederland? Als je kijkt naar het uitbreiden van het aantal woningen. Ik kijk even Frank aan. 

Frank: Nou, misschien is het goed om daar wat historische feiten bij te halen. Als je een eeuw terugkijkt, was de gemiddelde samenstelling van een huishouden bijna vijf personen. Nu is dat nog geen twee. Dat betekent als je kijkt naar het gebruik van ruimte, dat het aantal vierkante meters vloeroppervlak per persoon in gebruik enorm is toegenomen. Dat is natuurlijk een teken van luxe en weelde, maar dat is ook een gevolg van de veranderende huishoudsamenstelling. Veel meer eenpersoonshuishoudens. We hebben natuurlijk te maken met vergrijzing, dus gezinnen van vroeger zijn nu twee oudere senioren die samenwonen. Dat betekent heel veel voor het ruimtebeslag en de capaciteitsbenutting op dit moment. Dus door te kijken hoe kun je binnen de contouren van de bestaande gebouwde omgeving weer meer gebruikswaarde creëren, denk ik dat je daar een hele mooie kans kunt benutten. Het voorbeeld in Nijmegen van optoppen vind ik mooi, maar je kunt ook kijken naar mogelijkheden om oude gebouwen te splitsen in meerdere appartementen.  

Sjoerd: Wat zijn de belangrijkste zaken waar je naar moet kijken als er op een plek ineens meer mensen komen wonen? 

Paul: Ik denk met name de mobiliteitstransitie en energietransitie, die worden niet voor niets zoveel genoemd. Dat is eigenlijk het eerste dat je op orde moet hebben als je toekomstbestendig moet nadenken over Nijmegen, in dit geval de binnenstad. De eerste vraag is heb je je raamwerk, de infrastructuur, goed op orde? Is die bestand voor de komende tien, twintig, dertig jaar? Dan kom je voor de binnenstad al gauw uit op het fenomeen autobezit/autogebruik. Dat is ook waarom we in de gebiedsvisie, die is vastgesteld door het college, ingezet hebben om de auto anders te gaan benaderen. Het is een ruimtevreter, hij vervuilt, maar het is ook een fijn, comfortabel vervoersmiddel. Dus het ligt uitermate gevoelig, maar we hebben toch in het proces het voor elkaar gekregen om in overleg begrip te kweken om daar anders mee om te gaan. Het resultaat is dat we ruimte gaan maken, ten koste van de auto, voor de voetganger en fietser. Dat er een leefbaar en fijn verblijfsklimaat ontstaat de komende jaren. Dan moet je toch iets gaan doen. Die ruimte die vrijkomt, die gaan we inzetten voor de voetganger en fietser, maar vooral ook de vergroening. Dat is niet meer een cosmetische luxe. Groen blijkt heel belangrijk te zijn. 

Sjoerd: Om even bij die fietser en voetganger te blijven. Als ik straks een nieuwe woning huur in het centrum van Nijmegen aan de Grote Markt, dan kan ik geen auto voor de deur parkeren, neem ik aan.  

Paul: Nee, correct. Als je daar gaat wonen, dan weet je dat. Het is heel belangrijk om dat goed en tijdig te communiceren. Als je in de binnenstad gaat wonen, dat zal toch het imago hebben van dichtbij de voorzieningen, maar niet die auto altijd beschikbaar. Dus je zult moeten nadenken over alternatieven, zoals deelmobiliteit, voor alle vormen van vervoer. Om ervoor te zorgen dat er een alternatief is voor autobezit/autogebruik.  

Frank: Nu denk ik ook dat het een bijna vanzelfsprekende gedachte is voor veel toekomstige bewoners. Als ik me verplaats in een stad als Londen, nu wil ik niet zeggen dat de schaalgrootte van Londen gelijk is aan die van Nijmegen, maar het zou niet in mijn hoofd opkomen om in Londen een auto te nemen. Je weet dat je of in de file staat of dat je geen parkeerplaats hebt dan wel ook nog een keer zwaar belast wordt voor parkeren en het mogen rijden in die stad. Op het moment dat je toegang hebt tot een goed openbaar vervoernetwerk, dat je heb je bijvoorbeeld op een centrumlocatie. En je kunt makkelijk van A naar B, dan is de auto een onding om te hebben. 

Sjoerd: Als ik jou goed begrijp, Frank, dan wordt het ook gewoon de norm op een gegeven moment. Een mooie, groene stad waar je niet met de auto in komt. En als je daar een woning koopt of huurt, dan weet je al ik ga geen auto kopen, want het heeft helemaal geen zin. 

Frank: Nee, het wordt de norm. Deels omdat je nu beleidsmatig andere doelen stelt, anderzijds omdat het een natuurlijk gedrag wordt van mensen. Wat misschien wel een punt van aandacht is, is dat een centrum van oudsher een belangrijke retailfunctie had en ook een magneet vormde voor bezoekers van ver uit de regio. Dat heeft ook consequenties voor het type winkelaanbod. Op het moment dat je die bereikbaarheid met auto’s minder vanzelfsprekend maakt, betekent dat ook wat voor bepaalde type retail. Dat zie je al in de afgelopen 40 jaar. Dat meubelzaken die vroeger ook in het centrum van Nijmegen zaten, die zijn daar allang vertrokken omdat niemand daar nog kan komen. Dat geldt natuurlijk voor meer typen retail. Wat je ziet is dat veel meer retail een verzorgend karakter zal krijgen voor de lokale bewoners en wat minder die magneetfunctie heeft voor mensen van ver uit de regio. 

Sjoerd: Hoe zie jij dat, Paul? 

Paul: Het is een trend die gaande is al vanaf 2000. Dat het niet alleen maar de place to buy is, maar een place to meet. Het is de huiskamer van de binnenstad. Toen we als ambtenaren een notitie maakten over centrum 2000, was dat een eerste stap. Dat was niet alleen in Nijmegen, dat was in heel gemeenteland zo. Als je de consument wil behouden, moet je niet overal die auto kunnen parkeren. Dat was de tijd dat je nog op de Grote Markt kon parkeren, Plein ’44, Kelfkensbos, you name it. En toen is ingegrepen. Dat zijn hele markante plekken als verblijfsgebied, die moeten we als zodanig gaan inrichten. Daarmee is eigenlijk al een trend gezet. Wat we nu doen is die doorzetten, alleen actualiseren naar de agenda van vandaag. Dat houdt ook in dat we veel meer met klimaatadaptatie en energietransitie bezig zijn. Dat was begin 2000 niet zo. Dat zijn de thema’s die we nu op moeten pakken. Eigenlijk is het een heel consistente koers die je met de binnenstad vaart. De ene binnenstad zal daar harder aan trekken dan de ander. Ik ben nu bijvoorbeeld uitgenodigd om naar gemeente Bergen op Zoom te komen om te praten hoe wij het in Nijmegen hebben gedaan. Je moet ook wel bedenken dat in het proces, we hebben het nu veel over inhoud en thema’s, het zo belangrijk is hoe je dit aanpakt. Dat je al je stakeholders betrekt, iedereen heeft wat in de melk te brokkelen. Die moet je allemaal de ruimte geven. Die stadsgesprekken zijn van groot belang geweest. Ze vinden het best wel interessant om die stip op de horizon te horen, maar wat ze vooral bezighoudt is de thematiek van nu. Hoe schoon en veilig is de binnenstad? Ze hebben veel complimenten uitgedragen naar de DAR, die vinden ze fantastisch. Het is een hell of a job om de stad schoon te houden. Vanochtend nog op weg naar het station om naar jullie te gaan, om half 8. Alle vuilniszakken liggen op straat verspreid, dat is heel anders dan in een gemiddelde woonwijk. Die urgentie om die ruimte goed met z’n allen te delen is er. Bij elke stakeholder is dat besef er. 

Sjoerd: Ik wil even een uitstapje maken naar de HAN en de projecten waar jullie mee bezig zijn. We hebben het nu over woningbouw en alle elementen die erbij komen kijken. Van veiligheid tot duurzaamheid tot groen en noem maar op. Wat voor projecten draaien jullie om dit allemaal in goede banen te leiden? Kun je daar iets over vertellen, Frank? 

Frank: Wat wij doen, is dat we helpen met onderzoek om vaak deelproblemen bij de kop te pakken en te kijken naar oplossingen. Als het gaat om de bereikbaarheid van de bestaande retailondernemers in de binnenstad, dan is dat een issue. Als je zegt, we willen de stad autoluw maken, we willen het aantal parkeerplaatsen terugbrengen of meer aan de rand van de stad onderbrengen. Dan betekent het vaak dat retailondernemers bang zijn voor de klandizie, en terecht. De vraag is dan: hoe kan je dat samen, op basis van onderzoek onder verschillende stakeholders, monitoren en hoe kun je komen tot oplossingen waarbij je en het een en het ander realiseert? Dus klandizie, een goede bereikbaarheid, aantrekkelijkheid, parkeergelegenheid, maar ook groen. Dat zijn geen makkelijke uitdagingen. Je voelt de spanning op alle snijvlakken. 

Sjoerd: Heb je daar een concreet voorbeeld van, van een bepaald gebied waar jullie bezig zijn? Wie werken daar dan aan vanuit de HAN? 

Frank: We doen heel veel onderzoek. We doen ook onderzoek op bedrijventerreinen, ook in Nijmegen. Wat Paul zegt is interessant als je praat over de uitbreiding van het centrum naar de westelijke kant, stroomafwaarts langs de Waal. Dat was van oudsher een industrieterrein met zelfs zware industrie. Nu zie je dat dat getransformeerd wordt tot een broedplaats voor innovatieve bedrijvigheid met mogelijk ook meer cultuuractiviteiten. Dan zie je dat bedrijvigheid en cultuur elkaar kunnen raken, maar dan speelt ook een project rond ecologie een rol. Hoe kun je de stad weer terugbrengen waarbij rewilding een belangrijke rol speelt? Waardoor er ook ruimte komt voor de natuur. Als je dus praat over het NYMA-terrein, dan gaat het vooral juist bij de planvorming nu om hoe kun je tot een mooie hybride oplossing komen waarbij groen, innovatie, werkgelegenheid, cultuur, bedrijvigheid en wonen elkaar vinden en versterken. Daar doen we met onderzoek een heleboel voor. 

Sjoerd: Zijn er ook studenten betrokken bij de projecten die jullie draaien? 

Frank: Absoluut. Je ziet dat hier zowel formele als informele kaders een rol spelen. Belangrijk is de wetgeving in Europa. We praten dan over de Green Deal en de daaruit voortvloeiende wetgeving op het gebied van rapportageplicht. Bedrijven zijn verplicht te rapporteren over alles dat ze doen, ook wat ze bijvoorbeeld doen om natuurwaarde te versterken en de sociale verantwoordelijkheid te nemen. Je ziet in Nijmegen aan de westkant dat er prachtige initiatieven ontstaan door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt op te nemen in het arbeidsproces, meer werk te maken van de vergroening van terreinen, maar ook te blijven investeren in economische vitaliteit en innovatie. Op al die dossiers proberen we vanuit de samenhang met onderzoek, ondernemers en overheden te helpen. 

Paul: Ik vind ook dat wij als gemeente gewoon verplicht zijn om heel veel met het onderwijs op te trekken. Zo’n buitenkans, een instituut als de HAN en de Radboud Universiteit. 

Sjoerd: Waarom is dat belangrijk? 
 
Paul: Daar zit natuurlijk ook kennis. Zij boren hele andere bronnen aan dan wij. Je bent allemaal in de waan van de dag bezig, maar je hebt momenten van bezinning nodig. Als je elkaar opzoekt, dan gebeuren die dingen. Het is heel simpel om de kennis die er is te combineren. Een symbiose-effect brengt het vaak te weeg, dat is mijn ervaring.  

Frank: Wat hierin ook interessant is, is dat contacten die zowel wij als de gemeente met stakeholders hebben elkaar kunnen versterken. We hebben bijvoorbeeld voor ProRail projecten gedaan om te kijken hoe je emplacementsterreinen die vroeger alleen een distributiefunctie hadden, hoe je die ook zou kunnen aanwenden voor energie opwekken of biodiversiteitsherstel. Als je in Nijmegen kijkt, praat je aan de rand van het centrum ook over een groot emplacement waar je veel meer waarde meer kan creëren dan alleen die opstelfunctie van treinen die aan het einde van de rit moeten overnachten. Door dus vanuit die verschillende stakeholders ook samen te gaan kijken wat zou je voor plannen kunnen bedenken zodat je meerwaarde creëert vanuit meervoudige waardecreatie zie je dat dat ook een mooie dynamiek tot gevolg heeft. 

Sjoerd: Dat lijkt me een mooie afsluiter voor dit gesprek, dankjulliewel heren. En beste luisteraar, bedankt voor het luisteren naar HAN Changemakers, een podcast waarin we op zoek gaan naar slimme, schone en sociale oplossingen voor de wereld van morgen. Mis geen een enkele aflevering en abonneer je op de podcast in je favoriete podcast-app.