De WijkGGZ: op zoek naar werkzame factoren
In Nijmegen Dukenburg en in Tiel zijn sinds 2019 twee teams WijkGGZ gestart voor een pilotfase van twee jaar. De twee gemeenten en de instellingen Pro Persona, Iriszorg, Pluryn en RIWB Nijmegen en Rivierenland hebben een multidisciplinair team afgevaardigd van professionals en ervaringsdeskundigen.
Deze teams ondersteunen mensen met een psychische kwetsbaarheid. Onderdeel van de pilot was een evaluatief onderzoek door het lectoraat Onbegrepen gedrag, Zorg en Samenleving van de HAN.
Aanleiding
Mensen met een psychische kwetsbaarheid hebben vaak hulpvragen op veel verschillende gebieden, zoals financiën, wonen, werken en sociale interacties. De ondersteuning daarbij is nog regelmatig versnipperd en wordt door verschillende hulpverleners en teams aangeboden. In de pilot WijkGGZ in Nijmegen Dukenburg en Tiel wordt een laagdrempelige en integrale aanpak in de wijk aangeboden, dicht bij de burger. Op deze manier willen de teams bereiken dat psychische kwetsbaarheid bij wijkbewoners vroegtijdig herkend wordt én de juiste interventies op de verschillende leefgebieden snel kunnen worden ingezet.
De teams WijkGGZ bestaan uit ervaringsdeskundigen, ambulant begeleiders en sociaal psychiatrisch verpleegkundigen met verschillende expertise. Zij vormen sinds 2019 de pilotteams en werken nauw samen met het sociaal netwerk, wijkbewoners en betrokken partners in de wijk. Zodoende wordt er ondersteuning geboden op het gebied van wonen, welzijn, financiën, arbeid, zorg en veiligheid.
Doel en uitvoering
De pilotteams hebben in co-creatie met elkaar de werkwijze van de WijkGGZ vormgegeven, waarbij innovatief handelen en reflectie een centrale rol innemen. De hoofdvraag van dit project luidde:
Wat gebeurt er in de WijkGGZ en wat is de waarde van de aanpak van de WijkGGZ volgens betrokkenen, zowel op het niveau van de individuele cliënt (= bewoner), de samenwerking rond de bewoner (= proces), als in en rond het zorgsysteem (= systeem)?
Het onderzoek werd uitgevoerd tussen september 2020 en mei 2021. Het voorgenomen plan van aanpak voor dit onderzoek moest worden bijgesteld, aangezien gedurende de pilotperiode WijkGGZ weinig tot geen kwantitatieve data was bijgehouden door de teams. Hierdoor was er onvoldoende basis om zicht te krijgen op bv. tevredenheid van bewoners, aantallen aanmeldingen, duur van begeleiding, type hulpvragen en doorverwijzingen. Bijstelling resulteerde in een kwalitatief onderzoek onder betrokken partijen WijkGGZ (bewoners, teamleden, bestuurders, ketenpartners) door middel van individuele interviews, observaties, literatuurstudie, casusbeschrijvingen en focusgroepen om zicht te krijgen op het bewoner-, proces- en systeemniveau.
Resultaten
De betrokken partijen op alle niveau’s delen enthousiasme over de aanpak. Deze aanpak staat echter nog in de kinderschoenen. Om de doelstellingen waar te maken, is professionalisering over de gehele linie noodzakelijk.
Oprichting en visie
Bij de oprichting van WijkGGZ-teams is actiegericht gestart, waarbij de samenstelling van de WijkGGZ-teams vanuit pragmatische overwegingen tot stand kwam. Voorafgaand werden geen functieprofielen opgesteld of besluitvormingsprocessen in de teams, en tussen de teams en aansturende laag, beschreven. Gaandeweg zijn deze zaken organisch tot stand gekomen. Een overkoepelende visie is vooraf, en tijdens de pilot, niet geformuleerd. Betrokkenen refereren in interviews wel aan de visie, maar zijn niet eenduidig in wat deze concreet inhoudt.
Laagdrempelig en vraaggericht
Doordat WijkGGZ DBC- en beschikkingsvrij werkt, ervaren teamleden de ruimte om flexibel en vraaggericht te handelen in het behandelen en begeleiden van wijkbewoners. Ketenpartners waarderen het eenvoudig kunnen aanmelden van bewoners bij de teams, zonder hiervoor vele administratieve handelingen te hoeven verrichten. Daarnaast is het werken zonder wachtlijst van meerwaarde. Hierdoor kunnen wijkbewoners geholpen worden op het moment dat hun vraag urgent is. De verwachting van betrokkenen is dat dit snelle ingrijpen verergering van klachten kan voorkomen en doorverwijzingen naar de tweede lijn kan verminderen.
Methodisch handelen
Het methodisch handelen in de praktijk wijkt amper af van hoe teamleden gewend zijn te werken, of van anderssoortig wijkgericht GGZ-aanbod. De teams WijkGGZ kunnen snel en laagdrempelig in actie komen, waarbij het vraaggerichte werken bij complexere casussen zowel door teamleden, gesproken bewoners en ketenpartners als waardevol wordt gezien. Er wordt ingegaan op het verhaal en de behoeften van bewoners, waardoor gelijkwaardigheid in het contact versterkt lijkt te worden. Het ervaringsdeskundig perspectief heeft waarde in het leggen van contacten. De duur, de inhoud en de intensiteit van de begeleiding door WijkGGZ wordt organisch afgestemd op de wensen van de bewoner.
De combinatie van herstelondersteunende kennismaking, het gebruik van de actieleercyclus tijdens casuïstiekbesprekingen, het bieden van zowel behandeling als begeleiding en het “in the lead” plaatsen van ervaringsdeskundigen zijn minder geijkte elementen die WijkGGZ in Tiel en Nijmegen onderscheidt van ander wijkgericht GGZ-aanbod. Daarbij verdient de inbedding van deze elementen nog wel aandacht. De agenda’s van de aanwezige ervaringsdeskudigen stromen bijvoorbeeld snel vol, waardoor deze niet altijd betrokken kunnen worden bij (het eerste contact in) casuïstiek.
Het is voor verwijzende instanties nog niet helder welke in- en exclusiecriteria gehanteerd worden voor verwijzing naar WijkGGZ. De teams noemen diverse criteria; nadere uitwerking hiervan, en overeenstemming hierover, zou kunnen leiden tot een duidelijkere positionering van WijkGGZ binnen het bestaande (wijk-, begeleidings- en zorg-)aanbod. De matching tussen teamlid en bewoner ontstaat vanuit verschillende criteria. Ruimte in de agenda is daarbij belangrijk, naast het hebben van een klik.
Preventie
Aandacht voor universele en selectieve preventie sluit aan bij de doelen van WijkGGZ. De teams hebben ideeën hiervoor, maar deze zullen nog nader uitgewerkt moeten worden. Het consequent inbedden van preventie in het takenpakket van teamleden is van belang om een continue preventieve inzet te realiseren.
Samenwerkingsprocessen
De samenwerking tussen teamleden onderling kan worden gekenschetst als informeel en gelijkwaardig. Daarbij zijn samenwerkingswerkprocessen organisch tot stand gekomen. Aanmeldingen bij WijkGGZ verlopen grotendeels via (dezelfde) ketenpartners; bewoners lijken WijkGGZ nog niet zelf te vinden en het netwerk van doorverwijzende ketenpartners mag nog uitgebreid worden. De korte lijnen tussen WijkGGZ-teamleden en ketenpartners worden beiderzijds gewaardeerd, en dit leidt tot betere samenwerking. Teamleden ervaren afstand tot de aansturende laag (projectgroep), bestuurders omschrijven de samenwerking met de teams juist als bottom-up en met korte lijnen.
Professionalisering
Duidelijke samenwerkingsafspraken met ketenpartners en een grotere bekendheid van het aanbod, met professionele communicatiemiddelen als een website, een algemeen telefoonnummer en professioneel mailadres, kunnen bijdragen aan de professionalisering van WijkGGZ. Daarbij is ook het hebben van een elektronisch rapportagesysteem (patiëntendossier), een belangrijk gemis geweest tijdens de pilotfase. In het primaire proces is er hierdoor sprake van een kwetsbare situatie, doordat bewonergegevens niet voor alle teamleden te raadplegen zijn op één centrale plek. Dit leidt daarnaast tot het missen van kerngegevens ten behoeve van monitoring. Aandachtspunt is wel dat het vergroten van de registratielast ten koste zou kunnen gaan van de beschikbare tijd en aandacht voor het primaire proces richting bewoners. Dat wordt door zowel teamleden als bestuurders erkend, en over hoe en hoeveel te registreren zouden in onderlinge dialoog afspraken gemaakt kunnen worden.
Bij de uitbreiding van teams WijkGGZ is het waarborgen van het flexibel en vraaggericht werken zonder wachtlijst en met ruimte voor preventieve activiteiten van belang. Het risico bestaat dat, indien deze karakteristieke elementen niet zeker gesteld worden, het onderscheidend karakter van WijkGGZ op termijn beperkt zal zijn.
Aandachtspunten
- DBC-/beschikkingsvrij werken creërt de ruimte om in het primaire proces flexibel aan te sluiten bij de hulpvragen van bewoners. Indien DBC-/beschikkingsvrij werken niet geborgd kan worden, is het de vraag of het onderscheidend vermogen van WijkGGZ ten opzichte van andere wijkgerichte GGZ-initiatieven behouden blijft.
- De werving en samenwerking met ketenpartners is weinig planmatig vorm gegeven.
- Er is geen duidelijk (functie)profiel opgesteld waar een WijkGGZ-professional aan zou moeten voldoen.
- De beschikbaarheid van voldoende ervaringsdeskundigen blijkt problematisch.
- De teams en de projectgroep ervaren de aansturing en onderlinge samenwerking verschillend.
- De projectgroep heeft veel wisselingen in samenstelling gehad, en betrokken bestuurders hebben niet altijd dezelfde ideeën over de voortgang, omvang en koers van WijkGGZ.
- De gezamenlijke visie heeft zich nog niet vertaald naar een concrete beschrijving van werkwijze, organisatie en inhoud van het aanbod van WijkGGZ, die overgedragen kan worden aan nieuw op te starten teams.
- Er is – mede door de COVID-19-uitbraak - weinig ruimte geweest voor teamontwikkeling.
Aanbevelingen
- Duidelijker definiëren van in- en exclusiecriteria.
- Uitvoeren van een wijkanalyse (populatiegrootte, problematieken, zorg- en welzijnsaanbod) voorafgaand aan oprichting nieuwe WijkGGZ teams.
- Hanteren van een elektronisch rapportagesysteem (patiëntendossier) voor bewonergegevens.
- Opzetten van een (registratie)systeem waarin de contacten met ketenpartners, inclusief contactpersonen overdraagbaar en inzichtelijk worden gemaakt.
- Concretiseren welke interventies gericht zijn op het bieden van behandeling, evenals duidelijker uitwerken welke vormen van behandeling wél, maar ook welke niet worden uitgevoerd.
- Het hebben van een gedeelde visie, die voldoende geconcretiseerd is naar het handelen op de werkvloer.
- Binnen de teams mag er meer aandacht zijn voor een werkwijze om tijdens de teamoverleggen casuïstiek gestructureerd te bespreken.
- Duidelijke afspraken maken met ketenpartners over terugkoppeling voorafgaand, gedurende en na afloop van begeleiding door WijkGGZ.
- Het goed uitwerken van teamdoelstelling en bijbehorend aanbod op het gebied van preventie.
Methodische kanttekeningen
Het huidige onderzoek dient met enige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. Op het niveau van de bewoner konden er (mede door de COVID-19-maatregelen) slechts twee interviews met bewoners afgenomen worden. Daarnaast is er mogelijk sprake van selectiebias van respondenten. Tot slot hebben parallelle processen, zoals opschaling van het aantal WijkGGZ-teams, mogelijk antwoorden van betrokkenen gekleurd.
Lees de rapportage
Meer informatie over het project vind je in de rapportage: Voorbij de Proeftuin Rapportage onderzoek WijkGGZ
Publicaties
Er zijn publicaties verschenen over dit project vanuit het lectoraat. Bekijk het overzicht van deze publicaties.
Nieuws en artikelen
Wat is de invloed van acute stress op je handelen?
Je ademhaling versnelt, je beweegt en denkt niet meer zoals je dat wil. Hoe handel je in situaties waarin je acute stress ervaart? Wat gebeurt er precies en hoe kan je tóch blijven presteren? En bijvoorbeeld als hulpverlener de situatie de-escaleren? Promovendus Niek Maassen zoekt naar antwoorden.
“Niet in een hokje plaatsen, maar beter begrijpen”
Wil jij aan de slag en jezelf uitdagen? Ben jij een student die onderzoekend is en situaties of mensen niet snel gek vindt, of dat je juist hierover meer wil leren? Dan is de minor Omgaan met Onbegrepen Gedrag iets voor jou!
Bauke Koekkoek in Tweede Kamer over uitdagingen en perspectieven
Eind mei sprak Bauke Koekkoek, lector Onbegrepen Gedrag, Zorg en Samenleving, tijdens een belangrijk rondetafelgesprek in de vaste Tweede Kamer-commissie Justitie & Veiligheid. Het onderwerp van dit gesprek was verward en onbegrepen gedrag, het centrale thema van het lectoraat.
Beter omgaan met onbegrepen gedrag door politie
“Het vraagstuk rond verward en onbegrepen gedrag is complex en dat blijft het ook”, vertelt Lector Bauke Koekkoek tijdens zijn inauguratie als lector Onbegrepen Gedrag en Samenleving aan de Politieacademie.
Lectorale redes Bauke Koekkoek en Teun Meurs
Op dinsdag 31 oktober spreken zowel Bauke Koekkoek als Teun Meurs hun lectorale redes uit. Bauke Koekkoek is lector Onbegrepen gedrag, Zorg en Samenleving aan de HAN in samenwerking met de Politieacademie. De 2 lectoren werken samen in het Kenniscentrum Lokaal Politiewerk.
“We willen allemaal het beste voor de client”
Dat verbindt de deelnemers van de Leergemeenschap Onbegrepen Gedrag. Hoe werkten professionals samen in de leergemeenschap? Met als doel om gedreven professionals aan elkaar te verbinden, en samen tot inzichten te komen over hoe kennis en vaardigheid te versterken.
Psychische problematiek: lector Bauke Koekkoek pleit in Tweede Kamer voor gedegen analyse
De enorme stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis. Zo heette het rondetafelgesprek van VWS in de Tweede Kamer. Lector Bauke Koekkoek was uitgenodigd: “De stijging zegt niets over de oorzaak van de problematiek. Het is belangrijk dat er een gedegen analyse wordt gedaan.”
Unieke inkijk in de gelaagde zorg
Wat speelt er in de zorg? Aannames zijn te vaak leidend. Bijvoorbeeld: de zorgtechneut kan toveren en lapt je zo weer op. Het boek van HAN-lector Bauke Koekkoek Helpen is moeilijk geeft je een unieke inkijk. Persoonlijke columns & essays over hoe we ‘helpen’ in Nederland hebben geregeld.
‘Je bent als hulpverlener je eigen instrument’ | Interview door Movisie
In een hulpverleningsrelatie is sprake van machtsongelijkheid tussen de hulpverlener en de cliënt. Niet iedere hulpverlener is zich daarvan bewust. Jessy Berkvens en Bertine Rosink coachen en begeleiden professionals meer en diepgaander te reflecteren op die samenwerking en interactie.
Nieuw politiehandboek voor onbegrepen gedrag: “Inlevingsvermogen is cruciaal”
Ben je handhaver of hulpverlener? Dat is een grote vraag voor politieagenten als zij te maken krijgen met mensen die verward gedrag vertonen. Bauke Koekkoek, lector Onbegrepen gedrag, Zorg en Samenleving bij de HAN en lector bij de Politieacademie én crisisdienstverpleegkundige, schreef een nieuw handboek voor de politie. “Ik hoop dat agenten en mensen uit het sociaal domein elkaar steeds beter vinden, ondanks dat ze verschillende talen spreken.”