Assessment ontwikkeld binnen onderzoek Flexibele werkinstructies
Effectieve werkinstructies helpen mkb-werknemers de assemblage goed uit te (blijven) voeren in een omgeving met variëteit. In het project Flexibele werkinstructies willen verschillende HAN-lectoraten onderzoeken hoe werkinstructies contextgevoelig en flexibel gemaakt en gebruikt kunnen worden.
Doel van dit onderzoek
In dit project onderzoeken we aan de hand van een aantal casussen de bedrijfscontext voor werkinstructies, ontwerpen we (generieke) werkinstructies en leveren we een algemeen bruikbaar proces voor opstellen (en als het kan automatisch genereren) en beheren van werkinstructies. Als dat op orde is, kan de vervolgstap gezet worden van bijvoorbeeld digitale pdf’s naar nieuwe(re) technologieën, zoals Augmented Reality (AR). Centraal staat het aanbieden aan het mkb van een toolbox voor ondersteuning van flexibele werkinstructies.
We delen in deze nieuwsupdate de meest recente ontwikkelingen binnen het onderzoek. Zo zijn in de afgelopen periode een assessment ontwikkeld en meerdere experimenten uitgevoerd die mooie inzichten geven.
Assessment ontwikkeld
Docent/onderzoeker Frank Vaneker, verbonden aan het Lectoraat Lean/World Class Performance heeft een assessment ontwikkeld dat bedrijven inzicht geeft in het effect van hun keuzes op het gebied van werkinstructies op de assemblageperformance (snelheid, kwaliteit, kosten). Dit inzicht helpt om na te denken over mogelijke maatregelen. Het assessment is uitgevoerd bij 8 bedrijven en leverde direct waardevolle inzichten op.
Experimenten rond opstellen werkinstructies
Een student van de HAN Master Engineering Systems, Yuliang Hue heeft experimenten uitgevoerd op de HAN om te achterhalen wat de performance is van verschillende werkinstructies (voor hetzelfde product) en of het uitmaakt of de werknemer eigen werkinstructies maakt of dat gebruik gemaakt worden van werkinstructies die anderen gemaakt hebben. Hiervoor heeft hij 2 experimenten uitgevoerd.
In het eerste experiment hebben 8 studenten een werkinstructie gemaakt van een enigszins complex product. Het bleek dat verschillende studenten verschillende principes hebben toegepast: sommige studenten zochten de meest optimale werkinstructie (zo weinig mogelijk wisselen van kleur), andere studenten zochten de meest gemakkelijke werkinstructies. Ook gebruikten sommigen schema’s (tekeningen) terwijl anderen foto’s maakten. Na het maken van de werkinstructies gingen de studenten het product 8 maal assembleren. Het bleek dat het gebruik van foto’s de snelste manier van werkinstructies-maken was. Ook bleek dat resultaten (tijd nodig voor maken van het product) behoorlijk verschilden per werkinstructie, vooral inleertijden waren verschillend.
In een tweede experiment hebben 10 studenten, verdeeld in 3 groepen, gebruik gemaakt van 3 verschillende werkinstructies die in het eerste experiment werden gemaakt. Ook hieruit bleek dat het gebruik van foto’s te prefereren is. Blijkbaar vraagt een tekening, hoe goed ook, om een grotere vertaalslag naar de werkelijkheid. Ook is, uit beide experimenten, de indruk ontstaan dat het leerproces sneller is bij zelfgemaakte werkinstructies. Het project werd begeleid door Jannes Slomp en Daniel Harmsen.
Meer informatie
Bedrijven die geïnteresseerd zijn in het bovengenoemde assessment en/of het RAAK-onderzoek over werkinstructies kunnen contact opnemen met Jannes Slomp.