Hans Meerman

Wie zijn de onderzoekers van de HAN? In deze editie: Hans Meerman, onderzoeker bij het Lectoraat Balanced Energy Systems van de Academie Engineering en Automotive.
Wat is je belangrijkste onderzoeksvraag?
Wat is er nodig om mobiele apparaten, voertuigen en systemen op waterstof te laten draaien? Waterstof kan één van de energiedragers van de toekomst worden. Van tractoren tot graafmachines en van koelgeneratoren tot rioolreinigingssystemen: ze draaien allemaal op diesel. Maar dat kan dus ook op iets anders, namelijk waterstof. De ontwikkelingen zijn in volle gang, maar er zijn ook obstakels te overwinnen. Ik ben scheikundig technoloog en richt me op dit vraagstuk in het project H2-Modus. Dat doe ik samen met HAN-collega’s bij het Lectoraat Balanced Energy Systems, 30 mkb-bedrijven en andere hogescholen.

Waarom is waterstof interessant?
Veel zware machines draaien nu op diesel. Dit heeft voordelen: de motoren gaan lang mee en diesel is goedkoop. Maar het verbranden van diesel stoot CO2, stikstofoxides en roet uit. Ook is diesel een eindige brandstof. Hier moeten we dus vanaf. Een standaardoplossing vind je in batterijen. Die zorgen direct voor veel vermogen. Bij zware machines wil je echter ook dat er veel energie voor langere tijd beschikbaar is.
Hier komt waterstof in beeld, want veel energie opslaan in waterstof is een stuk gemakkelijker en goedkoper dan elektriciteit opslaan in grote batterijen. Via een brandstofcel zet je de waterstof om in elektriciteit; daarbij komt alleen water vrij als uitstoot. Dit maakt het een schone oplossing. Ook gaat het vullen van een waterstoftank veel sneller dan het laden van batterijen. Bovendien is het vervoeren van waterstof flexibeler, doordat dit via een pijpleiding én via vrachtwagens kan. Je kunt daardoor ook afgelegen gebieden bereiken. Bovendien kan er meer waterstofenergie per vrachtwagenlading mee.
Hoe onderzoek je wat de mogelijkheden zijn?
Ik kijk naar welke oplossingen goed te standaardiseren en op te schalen zijn. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat fabrikanten brandstofcelsystemen sneller en goedkoper kunnen integreren in hun machines. Modellen spelen een cruciale rol. Ik onderzoek hoe deze er het beste uit kunnen zien. Ik bekijk wat er nodig is op het gebied van veiligheid, vergunningen, logistiek, financiën en energiebeheer om de overstap naar waterstof haalbaar te maken. Samenwerken met bedrijven en instellingen is hiervoor belangrijk.
Wat betekent dit onderzoek voor de praktijk?
Door kennis te bundelen helpen we bedrijven met hun overgang naar mobiele applicaties op waterstof. Zo komt de energietransitie voor zware mobiliteit een stap dichterbij. Er zijn in de praktijk nog wel onzekerheden. Hoe moet je als boer bijvoorbeeld je tractor ombouwen en kan die daarna alles nog? Ik ontwikkel een model waarmee die boer zelf stapsgewijs kan kijken of waterstof interessant voor hem is. Dit helpt om de kosten van waterstofsystemen te vergelijken met dieselmotoren. Waterstof is nu helaas nog duur, het kost 2 keer zoveel als diesel. Maar wat als de boer door deze wijziging meer dieren kan houden, omdat zijn tractoren minder stikstofoxides uitstoten? Dit soort meeropbrengsten zijn belangrijk om de transitie naar waterstof op gang te krijgen.

Zijn er nog meer vragen rondom de overstap?
Ja, die zijn er. Hoe krijg je waterstof bijvoorbeeld op de locatie? Ik denk dat er in de toekomst een hoofdleidingennet in Nederland komt, met een netwerk van laadstations en tankwagens er omheen en bufferopslag bij gebruikers. Hier wil ik een handreiking voor maken; hoe help je bedrijven hierbij? Veiligheid is ook belangrijk binnen het onderzoek, zowel voor de gebruiker als voor de producent. Het lastige van waterstof is dat je het niet ruikt of ziet, dus bij lekkage merk je niet dat er een explosief mengsel kan ontstaan.
Goede veiligheidsmaatregelen zijn daarom noodzakelijk om waterstof veilig te houden. Hoe houd je bijvoorbeeld een tijdelijke waterstofopslag op een bouwplaats in de stad veilig? We kijken ook naar wetgeving en werken aan duidelijkheid. Als je je tractor ombouwt verlies je bijvoorbeeld de RDW-keuring. In de praktijk betekent dit dat je wel op je akker mag rijden, maar er niet via de openbare weg naartoe mag. Dit soort zaken spelen mee in beslissingen.
Betrek je ook studenten bij je onderzoek?
Ja, studenten spelen zeker een rol, bijvoorbeeld studenten van de bachelor Werktuigbouwkunde of masterstudenten Engineering Systems. Ze maken modellen van het energiesysteem voor bedrijven, pluizen wetgeving uit, maken veiligheidsrichtlijnen voor de brandweer rondom waterstof en werken mee aan de integratie van waterstof in bestaande toepassingen. Ook onderzoeken ze hoe de veroudering van brandstofcellen eruitziet. Andersom breng ik mijn opgedane kennis terug naar het onderwijs, als docent kan ik dat direct doen. Zo wil ik studenten inzicht geven in de nieuwste technologieën en ze voorbereiden op de energietransitie.
Wat is je persoonlijke drijfveer?
De energietransitie versnellen, dat is mijn missie. Daarbij richt ik me niet alleen op waterstof. Om de energietransitie te versnellen moeten we telkens kijken wat de beste energiedrager is bij de uitdagingen waar we voor staan. Of dat nu waterstof, elektriciteit, biomassa of een andere drager is. Naast dit project werk ik aan onderzoek naar bredere oplossingen voor de energiehuishouding, omdat het elektriciteitsnet overbelast raakt door de groeiende energievraag. Ik heb samengewerkt met klimaatwetenschappers en de gevolgen van klimaatverandering zijn duidelijk voor mij.
Maar er is ook hoop: we kunnen de uitstoot stoppen en de al uitgestoten CO₂ weer uit de lucht halen. Op dit moment zijn sommige duurzame opties al goedkoper dan fossiele brandstoffen. En waar fossiele brandstoffen alleen maar duurder worden, worden duurzame alternatieven alsmaar goedkoper. Ik werk aan het vergroten van kennis en het ontwikkelen van richtlijnen. Dit moet de energietransitie versnellen. Kijkend naar waterstof is er nog veel te ontdekken en te verbeteren. Het project H2-Modus eindigt in de zomer van 2025 maar het onderzoek naar waterstof niet. Waterstof kan een grote rol spelen in de energietransitie en daar blijven we samen hard aan werken.