Syl Slatman

Wie zijn de onderzoekers van de HAN? In deze editie: Syl Slatman, docentonderzoeker bij het lectoraat Werkzame Factoren in de Beweegzorg. Het gebruik van virtual reality (VR) in de fysiotherapie bij de bestrijding van chronische pijn is zijn specialisme.
Wat is je belangrijkste onderzoeksvraag?
“Complexe chronische lage rugpijn is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van chronische pijn. In Nederland heeft ongeveer 1 op de 5 mensen last van chronische pijn. Ik onderzoek of fysiotherapie met therapeutische virtual reality (VR) effectief is bij deze groep patiënten.”

Hoe ben je bij dit onderwerp gekomen?
“De fysiotherapeut van vandaag heeft het niet gemakkelijk”, stelt Slatman vast. Hij werkte na zijn studie zelf korte tijd als fysiotherapeut, voornamelijk in de avonduren. “Veel fysiotherapeuten stoppen, omdat de tarieven laag zijn en de administratieve druk blijft stijgen. Inmiddels is mijn BIG-registratie verlopen, dus ik noem me ook geen fysiotherapeut meer. Ik was sowieso altijd al meer geïnteresseerd in de theoretische achtergronden dan in de praktijk. Daarom ben ik na mijn opleiding tot fysiotherapeut, psychologie gaan studeren. Tijdens mijn Master Health Psychology & Technology kwam ik erachter dat mijn interesse vooral ligt in het nadenken over hoe we de fysiotherapie beter kunnen laten functioneren. Bij patiënten met chronische pijn krijgen fysiotherapeuten steeds meer een coachende rol. De nadruk komt bijvoorbeeld meer te liggen op zelfmanagement van de patiënt.”
Patiënten zijn vaak erg tevreden over de behandeling door een fysiotherapeut, maar er is onduidelijkheid over de (kosten)effectiviteit. Slatman: “Er is vaak sprake van een vertrouwensband en de behandelaar wordt erg gewaardeerd. Maar als je dan kijkt naar de fysieke klachten, dan zien we niet altijd de gewenste effecten.”
Waarom onderzoek je dit?
De zorgsector verwacht verbeteringen door nieuwe technologieën in te zetten, zegt Slatman. “Het is echt een catchy onderwerp. VR wordt in de gezondheidszorg al met succes gebruikt, bijvoorbeeld ter afleiding bij brandwondentherapie. Beleidsmakers zijn vooral geïnteresseerd in de financiële kant: kan de inzet van VR ertoe leiden dat er minder consulten nodig zijn? En fysiotherapeuten zijn geïnteresseerd omdat ze op zoek zijn naar nieuw bestaansrecht. Ook zij willen met minder behandelingen nog dezelfde kwaliteit blijven bieden.”
Met wie werk je samen?
Slatman is specialist in het gebruik van VR bij chronische pijn in de fysiotherapie. In Nederland zijn maar weinig anderen die zich hierop richten. "Daarom ligt het voor de hand om contact te zoeken met internationale collega's die zich met hetzelfde onderwerp bezighouden. Toen ze in Duitsland onderzoek wilden doen hebben ze mij gevraagd mee te denken en hebben ze een enquête gebruikt, die vergelijkbaar was met de mijne. Bijkomend voordeel daarvan is dat we de resultaten zo ook internationaal kunnen vergelijken. Daar kwam uit dat in beide landen dezelfde belemmeringen speelden.”
Hoe onderzoek je dat?
Naar het gebruik van VR bij acute pijnklachten is veel onderzoek gedaan en de resultaten zijn positief. Slatman: “Bij een patiënt die bang is voor pijn, bijvoorbeeld tijdens een tandartsbehandeling, zie je een duidelijke verbetering. Bij chronische pijn zul je zo'n resultaat niet snel krijgen, want je kunt niet de hele dag met die bril op lopen.”
Over het effect van VR bij chronische pijnklachten is veel minder bekend. Niet alle onderzoeken maakten tot nu toe gebruik van een controlegroep. Slatman doet dat bij zijn binnenkort af te ronden promotieonderzoek wel. Hij vergelijkt daartoe de resultaten bij mensen die alleen de reguliere fysiotherapiebehandeling krijgen met een groep die twaalf weken lang daarnaast de VR-bril thuis gebruikt om te oefenen. “Maar: de resultaten zullen niet zo spectaculair zijn als de bedrijven die de methode aanbieden soms doen geloven”, benadrukt hij. “Ze maken reclame met bijvoorbeeld ‘Pijnvrij in 6 weken!’ Fysiotherapeuten zijn daar terecht sceptisch over.”
Hoewel er eerste positieve resultaten bekend zijn, maken nog maar weinig fysiotherapeuten gebruik van de methode, zegt Slatman. “In Nederland paste in het voorafgaande jaar 7,3% van de fysiotherapeuten deze methode toe. In Duitsland was dat maar 2,7%. De meerderheid bleek niet op de hoogte van de mogelijkheden. Ik had eigenlijk verwacht dat de bekendheid wel groter zou zijn. Daarnaast was er onduidelijkheid over in hoeverre de effectiviteit bewezen is en wat de kosten zijn. Gelukkig is er nu een website waar fysiotherapeuten passende beweegzorgtechnologie kunnen vinden.”
Zijn er nog uitdagingen?
Hoewel hij gelooft in de mogelijkheden van VR ziet Slatman ook de beperkingen ervan. “Als psycholoog zie ik juist ook de voordelen van persoonlijk contact. Als een patiënt een goede vertrouwensrelatie heeft met een hulpverlener leidt dat ook effectief tot minder klachten. En er moet niet onderschat worden hoe groot het effect van alleen al het fysiek aangeraakt worden is. Dat kan de techniek echt niet helemaal vervangen.”
En het is wellicht ook niet voor iedereen geschikt. Sommigen kunnen nu eenmaal minder goed met nieuwe technieken overweg. Slatman: "VR staat nog in de kinderschoenen. Het is daarom handig dat je een beetje technisch onderlegd bent. De bril valt soms uit en dan is het goed dat je kunt controleren of deze nog met de WiFi verbonden is. Er zijn ook mensen die minder openstaan voor nieuwe technieken en dan wordt gebruik van het apparaat moeilijk.”
Werkzame Factoren in de Beweegzorg
Aandoeningen van het bewegingsapparaat of spierskeletstelsel zijn meestal niet levensbedreigend, maar hebben wel een grote impact. Ze gaan vaak gepaard met een leven met beperkingen. Door praktijkgericht onderzoek wil het lectoraat Werkzame Factoren in de Beweegzorg de effectiviteit van diagnostiek en behandeling verbeteren.
